‘Videodrome’ is een film die mijn leven veranderd heeft. Ik zag hem voor het eerst toen ik een jaar of 18 was en ik was dagen van slag. Sindsdien heb ik hem ettelijke malen herzien en steeds bleef de film me grijpen, wat mij betreft een bewijs van de genialiteit van de film. Het was alweer een jaar of twee geleden dat ik hem voor het laatst gezien had en afgelopen week heb ik zonder aantoonbare reden constant met deze film in gedachten gelopen, hoogste tijd dus om me weer eens te laten meevoeren door David Cronenberg. En ik vond de film nu misschien nog wel mooier dan ooit tevoren.
‘Videodrome’ lijkt twee grote thematische angsten of ideeën als grondslag te hebben, welke elkaar beiden overigens ook sterk beïnvloeden en overlappen: de angst voor de grote invloed die TV op ons heeft (en dat in 1983, de film is actueler dan ooit tevoren!) en de gelijktijdige bejubeling en angst voor nieuwe technologieën, twee thema’s die samen worden gebracht dankzij de filosofie van een persoon: Marshall McLuhan. Ik kan niet zeggen dat ik ontzettend veel geleerd heb van mijn studie Theater, Film en Televisiewetenschap op het gebied van film, maar op het gebied van media (toch een essentieel onderdeel van de studie) heb ik zeker het nodige opgestoken en juist daarom doorvoelde ik ‘Videodrome’ nog beter, want dit is Mediafilosofie verfilmd. McLuhan was met zijn zeer invloedrijke en omstreden technologisch determinisme de tegenhanger van het sociaal constructivisme van Raymond Williams en waar Williams vond dat de mensen bepalen wat ze met media doen (en dus een actieve rol hebben), daar was McLuhan ervan overtuigd dat de media bepalen wat ze met mensen doen (en dus een passieve rol hebben). Het maakt niet zoveel uit welke stroming je aanhangt, een ding is zeker en dat is dat ‘Videodrome’ de verfilming van de angsten van het technologisch determinisme is. Het idee dat media/technologieën of psychologische problemen een directe invloed op de fysieke gesteldheid hebben staat centraal in de films van David Cronenberg, zie in dit verband bijvoorbeeld ook zijn films ‘Shivers’ (1975), ‘The Fly’ (1986), ‘Dead Ringers’ (1988) en ‘Crash’ (1996). Ook eXistenZ heeft ditzelfde thema, maar nergens wordt het wat mij betreft beter uitgewerkt dan in ‘Videodrome’. Ik ben wat lui en kopieer en plak maar vrolijk uit een eigen essay wat ik twee jaar geleden geschreven heb, want het nalezend ben ik het er nog steeds volledig mee eens, met enkele kleine aanpassingen (let op, het kan spoilers voor het verhaal van ‘Videodrome’ bevatten):
Marshall McLuhan Het idee dat in dit essay centraal zal staan is McLuhans claim dat ieder medium niet meer is dan ‘any extension of ourselves’ (McLuhan, 1968).Vooral het feit dat McLuhan geen onderscheid maakte tussen medium en technologie is belangrijk in dit verband. Zijn beroemde uitspraak ‘the medium is the message’ is exemplarisch. Hij bedoelde hiermee te zeggen dat het totaal niet gaat om de inhoud van een medium, maar veel meer de manier waarop een medium invloed uitoefent op het dagelijkse leven van mensen. In het handboek van Lister et. al. worden drie belangrijke aspecten van de theorie van McLuhan benadrukt:
1. Het fysieke aspect van ieder medium/technologie en de manier waarop het ons dagelijks leven (her)structureert. Voordat McLuhan met zijn theorieën kwam was men van mening dat een nieuwe technologie pas betekenis kreeg op het moment dat de mens het een culturele betekenis geeft. McLuhan benadrukt nu juist het feit dat een nieuwe technologie ook (bij)effecten heeft zonder dat we er direct bij stilstaan.
2. Het idee dat media uitbreidingen zijn van het menselijk lichaam en al zijn zintuigen. ‘With the arrival of electric technology, man extended, or set outside himself, a live model of the central nervous system itself’ (McLuhan, 1968). Met dit punt anticipeerde McLuhan het hele idee van een cyborg of cybernetische media.
3. McLuhans ideeën worden gezien als hét startpunt van de discussie in welke mate cybernetische systemen van bepalende invloed zijn op ons dagelijks leven. In Videodrome wordt dit idee (zoals ik zal proberen aan te tonen) duidelijk uitgewerkt, maar zie in deze context bijvoorbeeld ook ‘2001: A Space Odyssey’ (Kubrick, 1968). In deze film is de invloed van een medium (de boordcomputer HAL) dermate groot geworden dat de mens de controle verliest over zijn eigen handelen. Er wordt duidelijk de vraag gesteld: hoever moet een mens gaan in zijn bereidheid om computers of technologie controle te geven over ons dagelijkse leven. Ook een film als ‘I, Robot’ (Proyas, 2004) concentreert zich op dit thema.
Videodrome
In ‘Videodrome’ zien we de hoofdpersoon Max Renn, eigenaar van een klein Tv-station. Om te kunnen concurreren tegen de grotere Tv-stations en in de hoop om zoveel mogelijk kijkcijfers in de wacht te slepen, is Renn altijd op zoek naar sensationele onderwerpen die net even iets verder gaan dan wat de grote Tv-stations brengen. In zijn zoektocht komt Renn in aanraking met een duistere Tv-show genaamd ‘Videodrome’. Renn is zeer gefascineerd door deze show, waarin sprake lijkt te zijn van snuff-movies, films waarin slachtoffers daadwerkelijk vermoord worden. Vanaf het moment dat Renn de show voor het eerst ziet, staat zijn wereld volledig op zijn kop: hij begint hallucinaties te krijgen en komt uiteindelijk in aanraking met Tv-goeroe Brian O’Blivion. Langzamerhand komt Renn (en de kijker) er achter dat hij slachtoffer is geworden van een geheime organisatie die experimenteert met het ‘Videodrome-signaal’, een signaal dat onopgemerkt wordt uitgezonden en waardoor mensen volledig gecontroleerd kunnen worden. Renn komt aanvankelijk volledig onder de controle van de organisatie die erop uit is om de wereld juist af te helpen van mensen zoals Max Renn, mensen die de mensheid verzieken met hun zieke Tv-programma’s. Nadat Renn eerst zijn partners in crime (zijn codirecteuren van het Tv-station) om zeep geholpen heeft, komt hij onder de invloed te staan van de dochter van Brian O’Blivion, Bianca. Zij houdt er een soort van gaarkeuken op na waarin mensen in plaats van hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eten, hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid Tv-kijken krijgen. Bianca weet Renn te herprogrammeren en tegen zijn oorspronkelijke ‘opdrachtgevers’ op te zetten. Nadat Renn ook hen om zeep geholpen heeft, lijkt hij op het einde de hand aan zichzelf te slaan. Ik zeg ‘lijkt’ want Cronenberg suggereert toch op zijn minst dat de transformatie van Renn in ‘The New Flesh’ (op deze term zal ik in de thematiek nader ingaan) voltooid is en Max Renn getransformeerd is van een mens in een soort van nieuw medium (remediatie!).
Thematiek Videodrome
Naast de fantastische, groteske wereld die David Cronenberg in ‘Videodrome’ weet te scheppen, weet hij ook talloze lagen van satire en maatschappijkritiek in de film aan te brengen. Op het uiterst interessante idee als de manier waarop mensen beïnvloed worden door geweld op TV (en in games) kan ik hier helaas niet ingaan. In plaats daarvan wil ik me concentreren op de theorieën van McLuhan. De connectie tussen McLuhan en ‘Videodrome’ is overigens niet bijzonder ver gezocht: regisseur David Cronenberg zelf claimt zeer beïnvloed te zijn door McLuhan. McLuhan gaf les op de Universiteit van Toronto op het moment dat Cronenberg daar studeerde en hoewel Cronenberg -tot zijn grote spijt- nooit een cursus bij McLuhan gevolgd heeft was de invloed van McLuhan overal voelbaar, aldus Cronenberg. Het hele personage van Brian O’Blivion is direct gebaseerd op Marshall McLuhan, zo liet Cronenberg trouwens weten.
‘‘Videodrome, prophetically for 1983 (and looking increasingly less like fiction), shows us a world of technological hyperdevelopment in which people merge with their electronic media. Like an autoimmune catastrophe, the boundaries between our bodies and what’s outside them become indistinguishable’ (Indiana, 2004). De fysieke natuur van technologie, waarover McLuhan zo vaak spreekt, komt in ‘Videodrome’ uiterst duidelijk naar voren. In een van de hallucinaties van Max Renn komt allerlei apparatuur, waaronder zijn Tv-toestel, tot leven en steekt hij letterlijk zijn hoofd in het toestel. McLuhan’s claim dat een medium een externe verlenging is van de mens zelf is zelfs min of meer het hoofdthema van ‘Videodrome’. Door uitzenden van het Videodrome-signaal beginnen er bij de slachtoffers tumoren in de hersenen te groeien die het mogelijk maken om de slachtoffers volledig te programmeren. Dit gebeurt doordat er letterlijk een videoband in de buik van de slachtoffers wordt geduwd. De slachtoffers van het signaal worden dus verlengstukken van hun TV. Een van de centrale uitspraken van de film is: ‘Long live the New Flesh’. Met andere woorden: door nieuwe media en technologieën wordt er letterlijk een nieuw soort mens gecreëerd, iets wat aansluit op de ideeën van McLuhan. Het ‘zenuwsysteem’ van de media wordt geëxternaliseerd en neemt de mens volledig over. De mens zelf wordt het nieuwe medium.
In de laatste scène van de film kijkt Renn allereerst naar een Tv-scherm waarop hij zelf te zien is op het moment dat hij zelfmoord pleegt. Op het moment dat hij zich door zijn hoofd schiet, klapt de TV uit elkaar en zien we menselijke ingewanden uit de TV vliegen, ook al een teken waaruit blijkt dat de grens tussen media en de mens volledig veranderd is: de TV is vermenselijkt en Renn gemedialiseerd. De suggestie wordt gewekt dat de laatste stap die nog aanwezig is tussen de mens Renn en het medium Renn, zijn menselijke lichaam is. Op het moment dat hij daadwerkelijk zelfmoord pleegt, is de film afgelopen. Het einde van de film is voor meerdere interpretaties vatbaar, maar een van de suggesties die Cronenberg wekt, is het idee dat Max Renn op het einde de transformatie in ‘The New Flesh’ afgerond heeft door zichzelf van het leven te beroven, waarmee iedere grens tussen mens en medium volledig verdwenen is: ze zijn één geworden.
Ik zag de film dit keer voor de eerste maal groot geprojecteerd waardoor de uitzinnige wereld van Cronenberg nog meer op me af leek te komen en ik ineens allerlei details voor het eerst zag, zoals die briljante foto van Hitler als een ballerina! De film is overduidelijk bij elkaar geïmproviseerd, Cronenberg lijkt vaak een stream-of-consciousness methode te hebben gebruikt en de film is ook duidelijk niet geconstrueerd als een klassiek verhaal. Kijk bijvoorbeeld enkel naar de relatie tussen Max Renn en Nicki Brand welke nogal halsoverkop ontstaat en er maar gewoon is. Je zou het als kritiekpunt kunnen aanvoeren maar wat mij betreft past deze onthechtheid perfect bij de hele sfeer van de film, waarin er steeds een logica in alle waanzin lijkt. Het is al eerder gezegd, maar de film is zo visionair want pas in deze tijd lijkt de film geen science fiction meer. Nu leven we in een wereld waarin relaties worden afgebroken via msn in plaats van in real life, waarin TV een absoluut dieptepunt bereikt lijkt te hebben als het gaat om moraal, waarin de mobiele telefoon zo langzamerhand een verlengstuk geworden is van ons lichaam, een wereld waarin we steeds meer ontlichamelijken en virtualiseren – kijk enkel naar verscheidene internet forums waarin iedereen elkaar kent slechts als concept en niet als menselijk wezen. Ik vind de briljante schijnbare ingetogenheid van ‘A History of Violence’ nog steeds ronduit indrukwekkend en in veel opzichten is dat Cronenberg’s meest volwassen en coherente film tot op heden, maar in vraag me af of hij ooit ‘Videodrome’ kan overtreffen. Het is en blijft zijn magnum opus en ik ga hem nu maar gewoon in mijn top 20 zetten. Ik heb al zeer veel met dat idee gespeeld, maar nu ga ik het gewoon doen ook, want de film verdient het.