donderdag, augustus 30, 2007

The Abductors ***1/2

Regie: Don Schain (1972)


Cheri Caffaro keert onder de bezielende leiding van regisseur/scenarist Don Schain weer terug als de nymfomane superspion Ginger in het leuke ‘The Abductors’. Ze moet het ditmaal opnemen tegen een bende vlerken dat grietjes ontvoert en vervolgens als slaven tewerk stelt, wat gepaard gaat met de nodige verkrachting dan wel marteling. Ginger begaat naar goed jaren ’70 gebruik om de haverklap een mode misdaad - als ze kleren aan heeft tenminste - en werkelijk ieder woord dat ze uitkraamt is seksueel geladen. De dames zien er allemaal weer welgevallig uit, wat echter niet gezegd kan worden van de heren, deze zijn alle type vieze pornoman met foute snor en de veelvuldig in beeld gebrachte seks krijgt hiermee vrijwel automatisch een erg onsmakelijk karakter; je moet het wel een beetje sleazy houden natuurlijk. De film lijkt er iets professioneler (bij gebrek aan een beter woord) uit te zien dan voorganger ‘Ginger’, hoewel hetzelfde overtrokken acteerwerk gelukkig nog steeds aanwezig is. Ik had hem een stuk uitzinniger verwacht, maar heb me er prima mee geamuseerd.

Labels: ,

Rebecca ****1/2

Regie: Alfred Hitchcock (1940)


‘Rebecca’ was de Amerikaanse doorbraak van Hitchcock en tevens het begin van een problematische relatie met de flamboyante maar invloedrijke producent David O. Selznick, die naar verluid zich erg veel bemoeide met deze film, tot ongenoegen van Hitchcock. Er wordt gezegd dat Hitch geen invloed op het scenario kon uitoefenen, maar desalniettemin is het een ultieme Hitchcockfilm, zowel qua spanningsopbouw als qua humor, een prestatie op zich. Laurence Oliver vond ik ronduit charmant en Joan Fontaine is eveneens geweldig als onzeker meisje. Bovendien vond ik de film opmerkelijk seksueel vrijpostig zo hier en daar. Een steengoede film die ik voorlopig nog net iets onder de echte meesterwerken (Vertigo, Psycho, Strangers on a Train etc.) schaar, maar op den duur heel goed daarbij zou kunnen komen.

Labels:

woensdag, augustus 29, 2007

Invasion of the Star Creatures *

Regie: Bruno Ve Sota (1963)

Juist. Een soort 50’s sci-fi uit de jaren ’60. Maar dan de meest stompzinnige ooit gemaakt. Het begon al meteen afgrijslijk met een soort volslagen debiele slapstick routine tussen wat de twee hoofdrolspelers bleken te zijn. Ik hoopte dat het beter zou worden. Dat werd het niet. Het werd slechter. En slechter. En nog slechter. Dit is humor waarnaast zelfs de Scary Movie films er uitzien als intellectuele humor. Ik heb wel eens slechte komedies gezien, maar hier kan zelfs een kind van vijf niet om lachen. Als de monsters ten tonele verschijnen zijn we op klassiek Ed Wood terrein beland met special effects die niet eens meer de moeite nemen om er serieus uit te zien. Maar daar zit hem juist de kneep: dit moeten de makers ook hebben ingezien, niemand kan dit serieus nemen. Het is ofwel de slechtste film ooit gemaakt ofwel een of ander verschrikkelijk meesterwerk. Ik dacht dat ik redelijk wat gewend was op het gebied van onorthodoxe films, maar weinig films wisten zoveel ongeloof in mij aan te wakkeren: ik wist echt niet of ik nu lachen of huilen moest en kreeg bijkans kramp in mijn kaken omdat deze zo vaak openvielen van oprechte verbazing. Toen er Indianen gingen meehelpen de Groentemonsters te verslaan om daarmee de aarde te redden, gingen mijn hersens officieel in staking. En een film die dat voor elkaar krijgt moet wel een van de meest intrigerende films zijn die ik ooit gezien heb.

Labels:

Ginger ***1/2

Regie: Don Schain (1971)


‘Ginger’ is de eerste van drie films rondom de spionne Ginger, gespeeld door Cheri Caffaro, die er uitziet als een pornoactrice (en dat vast ook was). Op de DVD hoes stonden de fantastische slogans: ‘Adventure and danger are her game, seduction is her middle name’ en ‘Undercover AND under the covers’ – die vond ik al erg geslaagd. In het begin had ik echter geen idee wat ik nu met de film aanmoest maar gaandeweg begon ik me steeds meer te amuseren. In wezen is de film intens slecht, want de actie is werkelijk te klungelig voor woorden, de erotiek volstrekt ranzig, de dialogen worden praktisch voorgelezen en visueel is de film volledig mat. Zoals de reviewer op imdb terecht opmerkt ziet de film er uit als een pornofilm uit de jaren ’70, waarbij enkel de hardcore momenten ontbreken. En exact daarom vond ik het niet eens heel vervelend om te zien, het was eigenlijk behoorlijk vermakelijk op een vreemde, sleazy wijze. Ik wilde de film eerst 3 sterren geven, maar ik geef hem toch een halfje extra omdat de seksueel geladen dialoog en de gestileerde wijze waarop deze uitgesproken wordt me meer en meer begon te bevallen. Ben zeker benieuwd geworden naar de opvolger van deze film, ‘The Abductors’, temeer omdat deze door Tim Lucas enorm geprezen wordt.

Labels: ,

Vanishing Point ****1/2

Regie: Richard C. Sarafian (1971)


In zekere zin is het maar vreemd dat ik zo graag exploitationfilms kijk want mijn bek valt niet direct open van het kwijl bij het zien van lekkere wijven en snelle auto’s, toch vaak hoofdingrediënten van vele exploitationfilms. Maar dat alles wordt triviaal als de film gewoon goed in elkaar steekt en dat is bij ‘Vanishing Point’ dus het geval. Heerlijk dynamisch in beeld gebracht, een energieke soundtrack, een ontwapenend gevoel voor humor (die homoseksuele overvallers waren te hilarisch) en een charismatische hoofdrolspeler maken van de film terecht een klassieker – de film is inderdaad zo goed als Tarantino ons wilde doen geloven in dat waardeloze ‘Death Proof’. Een ding moet ik de man nageven, hij heeft smaak in films.

Labels:

dinsdag, augustus 28, 2007

La Noche de las gaviotas *1/2

Regie : Amando de Ossorio (1975)


Het vierde en laatste deel uit die Spaanse Blind Dead serie. Het eerste deel was al niet bepaald een toonbeeld van kwaliteit maar dankzij zijn dromerige sfeer toch zeker de moeite waard, maar met iedere opvolger werd de kwaliteit allengs nog lager. De Ossorio bracht met ieder deel een variatie in het spel, vermoedelijk om het zo interessant te houden, maar het blijven natuurlijk variaties op hetzelfde en hier is het niet bijzonder interessant meer. Het gebruik van allerlei filters (of was het gewoon een slechte DVD?) maakt het er allemaal niet beter op.

Labels:

King of New York ****

Regie: Abel Ferrara (1990)


Het blijft toch een markant mannetje die Abel Ferrara, het is altijd weer een verrassing wat je voorgeschoteld krijgt, hoewel je voor eigenzinnige genrecinema bij hem vrijwel altijd aan het juiste adres lijkt te zijn. ‘King of New York’ is een stijlvolle gangsterfilm die eigenlijk niets anders doet dat vergelijkbare films in het genre maar toch een stukje boven de rest uitkomt. En dit is hoofdzakelijk te danken aan de stijlvolle regie van Ferrara en de uitstekende cast, waarbij vooral Christopher Walken weer eens het begrip overacting definieert, maar op een positieve wijze, net zoals hij dat later ook zou doen in Ferrara’s ‘New Rose Hotel’ en in beide films past het wonderwel. Erg leuk filmpje.

Labels:

WR: Mysteries of the Organism ***

Regie: Dusan Makavejev (1971)


Het is toch wat met die avant-garde kunst: als het werkt dan ben ik direct in de zevende hemel maar als het niet werkt kan het ook de meest vervelende en pretentieuze ellende voor me opleveren. Nu ben ik sowieso meer geïnteresseerd in stilistische avant-garde dan in inhoudelijke avant-garde, voor zover je daar een onderscheid in maken kunt natuurlijk en ‘WR’ valt grotendeels in die tweede categorie. Deze surrealistische, vrij-associatieve quasi-documentaire vond ik daarom maar matig interessant. Ik heb niets tegen een volledig verknipt narratief of een onsamenhangende beeldenstroom die middels juxtapositie betekenis krijgt, maar hier begon mij het na een uur nogal te vervelen. Daarnaast is de film ook nog eens vreselijk gedateerd (niet noodzakelijkerwijs een fnuikend iets maar positief is het ook zelden) en wordt het geplaagd door zo’n irritante extreemlinkse, intellectualistische politieke toon. Ik stem zelf ook links en sommigen zullen mij intellectueel noemen, maar ik kan dat eigenlijk nooit verdragen. Misschien was ik er gewoon niet voor in de stemming, want het had zeker zijn momenten, maar ik denk dat ik met een gerust hart kan zeggen dat iedereen deze Criterion release links kan laten liggen.

Labels:

maandag, augustus 27, 2007

Raging Bull *****

Regie: Martin Scorsese (1980)

Na ‘Taxi Driver’ was dit alweer de tweede Scorsese klassieker die ik dit jaar in de bioscoop mocht zien en deze had ik enkel jaren geleden ooit eens gezien dus in zeker opzicht was het mijn eerste keer. Scorsese’s hele oeuvre staat bol van de anti-helden maar zelden was zijn protagonist zo’n volslagen onsympathieke zielenpoot als hier. Travis Bickle in ‘Taxi Driver’ was niet direct een standaard held, maar die had ondanks al zijn tekortkomingen nog iets van redeeming value, iets wat Jake LaMotta totaal niet heeft. Maar toch, en daar schuilt de grote kracht van de film, is de film constant interessant om te kijken, het wordt nergens zwelgen in nare personages zoals veel films dat plegen te doen en een groot deel van de charme mag op het conto van Robert De Niro komen die onnavolgbaar is als altijd. Maar ook Scorsese geeft zijn ethisch volstrekt lege karakters de benodigde affectie. Het mag bekend zijn dat Scorsese voor het maken van deze film afgerekend had met zijn eigen demonen, onder meer in de vorm van een fikse drugsverslaving, zodat er duidelijk een persoonlijke insteek is voor de filmmaker, die met deze film een van zijn meest negatieve gemaakt heeft – film maken als therapie of zoiets. ‘Raging Bull’ is dan ook een van de meest perfecte en intrigerende karakterstudies naar de slechte en duistere kanten van de mens. En o ja, de film is prachtig geschoten, vooral die boksscènes. Maar dat is inmiddels zo’n cliché, dat hoef ik niet meer te vermelden…

Labels:

My Darling Clementine ****1/2

Regie: John Ford (1946)


John Ford moet tot op heden voor mij de meest ongrijpbare regisseur ooit zijn: soms zie ik een film van hem die me meteen grijpt, waar ik meteen een speciaal gevoel bij krijg, maar net zo vaak zie ik films van hem met een enorme status die me dan weer behoorlijk koud laten en waarin ik dan weer niet meer dan een solide vakman zie, terwijl ik eigenlijk weet dat hij veel meer is dan dat. ‘My Darling Clementine’ behoort gelukkig tot de eerste categorie, deze film maakte direct indruk op me en drukte op alle juiste knopjes. Net als ‘Young Mr. Lincoln’ ziet de film er uit alsof hij zichzelf gemaakt heeft, alles lijkt dan zo eenvoudig en simpel in de handen van Ford, wat een van de grootste complimenten zijn die je een regisseur als Ford geven kan. En toch heb ik bij Ford heel vaak het gevoel dat er nog veel meer in zijn films zit dan ik er bij eerste kijkbeurt uit kan halen en ik heb dan ook sterk het vermoeden dat de echte subtiliteiten zich pas bij herhaaldelijke kijkbeurten gaan prijsgeven. Maar voorlopig vond ik ‘My Darling Clementine’ direct een geweldige film. En ik heb gewoon schaamteloos zitten genieten van een Western – het moet niet gekker worden!

Labels: ,

Inferno ****1/2

Regie: Dario Argento (1980)

Ooit, enkele jaren geleden zag ik ‘Suspiria’ en mijn jonge geest was duidelijk nog niet klaar voor wat het in die film te zien kreeg, een film die vaak meer weg heeft van een avant-garde film dan van een reguliere horrorfilm. Nu, enkele jaren en vele films later is mijn visuele sensibiliteit aanzienlijk vergroot en kon het gewoon haast niet fout gaan met deze film. Ik was al lang op de hoogte van de status van deze film en inderdaad kreeg ik eenzelfde soort fantasmagorie voorgeschoteld, met het grote verschil ten opzichte van ‘Suspiria’ dat ik ditmaal van begin tot eind aan de buis gekluisterd zat. Een paar dagen geleden vergeleek ik in mijn stukje over Minnelli’s ‘The Pirate’ al de musical met de horrorfilm en na het zien van een film als deze werden de gelijkenissen me almaar duidelijker. Het is zo fascinerend om te zien hoe twee ogenschijnlijk bijna tegengestelde genres zulke verwantschappen tentoon spreiden, vooral in hun enorme gekunsteldheid (in positieve zin) en lak aan realisme. Want hoe je het ook wendt of keert, de uitgesponnen en hallucinerende horrorscènes in ‘Inferno’ zijn even zorgvuldig gechoreografeerd, kunstmatig belicht en overdadig aangekleed als ieder willekeurig musicalnummer in Minnelli. Beiden zetten de narratie tijdelijk stop voor een schaamteloze en intense filmische escapade en beiden bieden daarmee een verhoogde esthetische ervaring. De typisch pompeuze muziek van Keith Emerson past perfect bij de uitzinnige beeldenstroom die Argento over de kijker heen stort en vormt een sterke voortzetting van de hoogwaardige muziektraditie die Argento onderhield middels Ennio Morricone en The Goblins. Ik had Argento reeds hoog zitten op visueel vlak, maar dit is toch zeker visueel zijn mooiste en bevestigt voor mij enkel zijn oog voor kleur en detail. Ik wil ‘Inferno’ niets minder dan een weergaloze film noemen.

Labels:

Ace in the Hole *****

Regie: Billy Wilder (1951)


Wow, ik kan niet anders zeggen dan dat ik zwaar onder de indruk ben van deze inktzwarte satire van Wilder. Wilder’s controversiële kant, die van de Oostenrijkse buitenstaander die bijzonder kritisch kijkt naar alles wat Amerikaans is, krijgt hier de vrije loop, vermoedelijk omdat de wat terughoudendere schrijfpartner van Wilder, Charles Brackett, bij deze film niet meer aanwezig was, zodat Wilder’s misantropische kant de overhand neemt en zijn scenario bijtender is dan ooit tevoren. En hoewel de belangrijkste personages in de film ethisch volledig leeg zijn, kent de film wel die typische universele Wilder stijl (ook bijzonder geholpen door de briljante Kirk Douglas en Jan Sterling die hun amorele karakters de benodigde charmes geven), waardoor de vernietigende boodschap een bijzonder toegankelijke verpakking krijgt – in dat opzicht maakte Wilder vaak de meest Amerikaanse anti-Amerikaanse films en het is juist deze dubbele moraal die zijn beste werk zo bijzonder maakt. Zelden was zijn pen in ieder geval zo scherp en zo beangstigend vooruitziend als in ‘Ace in the Hole’, een film die heel goed ‘The Lost Weekend’ als mijn favoriete Wilder zou kunnen verdrijven. Dit is Hollywood op zijn allerbest!

Labels: ,

zondag, augustus 26, 2007

Gold Diggers of 1935 ****1/2

Regie: Busby Berkeley (1935)


De jaren ’30 is in veel opzichten een van de meest interessante decennia van het Klassieke Hollywood, vooral omdat het studiosysteem nog niet volledig uitgekristalliseerd was en er nog veel ruimte voor experiment was. En musical meester Busby Berkeley was een van de grootste vernieuwers van deze periode met zijn extravagante musicalnummers die een mate van abstractie bereikten die doorgaans enkel voor de avant-garde weggelegd was, maar tegelijkertijd ook fungeerden als wegdroommomenten voor het oorspronkelijke publiek, dat dankzij de Grote Depressie iedere kans aangreep om te kunnen ontsnappen uit de dagelijkse, ellendige werkelijkheid. Dit is de eerste film waarin Berkeley volledig op eigen benen stond, voorheen was hij enkel regisseur van de musicalsequenties en nu deed hij de gehele film. Net zoals alle Berkeley films is het eerste uur hier een backstage comedy en worden we daarna nog getrakteerd op twee wervelende Berkeley balletten. En gelukkig voor de liefhebber behoren beide helften van de film tot het beste wat Berkeley ooit heeft voortgebracht: het heerlijk lichtvoetige eerste uur is een genot om te kijken en de musicalnummers zijn duizelingwekkend als altijd. Het gevolg is een wervelende film die iedereen gezien moet hebben!

Labels:

Les Croix de bois ***

Regie: Ramond Bernard (1932)

‘Wooden Crosses’ is een van de twee films uit die Raymond Bernard Eclipse box en mijn redelijk hooggespannen verwachtingen werden zo goed als totaal niet ingelost. Het is een antioorlogsfilm en destijds zal dat ongetwijfeld nog vernieuwend geweest zijn, maar ik heb inmiddels al dermate veel antioorlogsfilms gezien dat het voor mij een beetje aan kracht verloren heeft – ik weet ook zonder dergelijke films wel dat oorlog een slecht iets is. Het was echter nog het meest interessante aspect aan de film, want uit verschillende bronnen had ik vernomen een visueel overdonderende film te gaan zien, maar in praktijk liet de film mij visueel volledig koud. Op de uitgebreide en sterke vechtsequenties na kon ik geen enkel sterk stilistisch moment in de film ontdekken. Ik hoop dat ‘Les Miserables’ een hoop goedmaakt, anders gaat Raymond Bernard bij mij vrolijk weer de categorie ‘terecht vergeten filmmakers’ in.

Labels:

vrijdag, augustus 24, 2007

Dangerous Seductress ****

Regie: John Miller (1992)

Al op voorhand deed deze film me denken aan het geweldige ‘Lady Terminator’, al was het maar omdat het me een Indonesische exploitationfilm leek met veel schieten en zwarte magie en het verbaasde me dan ook weinig dat de geweldenaar achter dat kunststukje, Jalil Jackson hier als associate director op de begingeneriek stond. Direct worden we in de actie gestort en eigenlijk komen we daar niet meer uit. Toen een afgehakte vinger het op een wandelen zette, een vrouw onder begeleiding van indrukwekkende blauwe bliksemschichten ten tonele verscheen, we op Evil Dead-achtige point of view shots van een kwade geest getrakteerd werden, er skelettenhanden uit de grond omhoog kwamen waar een beeldschoon wijf uit ontstond, terwijl er en passant nog een hond aan haar skelettenbeen komt kluiven waarna het arme beestje onthoofd en zijn bloed opgezogen wordt, wist ik dat ik me kostelijk zou gaan vermaken met deze volstrekt stompzinnige rolprent.


Het verhaaltje draait om een soort Baywatch babe heks die uit de dood herrijst dankzij een andere Baywatch babe, die vervolgens met de tieten naar voren mannen verleidt, waar de demonische lusten van haar meesteres op botgevierd kunnen worden. Ik noemde niet voor niets Baywatch, want deze serie was ten tijde van deze film ongetwijfeld op zijn hoogtepunt aangezien het duidelijk deels model gestaan heeft voor deze film – er is zelfs een complete sequentie waarin allerlei wulps vrouwelijk vlees door de branding rent, een sequentie waarvan het nut mij volledig ontging, maar die mij sterk terug deed verlangen naar de laagtijdagen van David Hasselhoff en Pamela Anderson. Vermeng dat concept met vampirisme, vlees- en vishaken en Lucio Fulci-style gore en je hebt weer het sublieme alcoholtainment. Ik heb in ieder geval meermalen schaterlachend voor de buis gezeten en moest mezelf soms in de arm knijpen om me ervan te vergewissen dat ik het echt allemaal zag gebeuren op het scherm.

Labels: ,

donderdag, augustus 23, 2007

La Flor De Mi Secreto ***

Regie: Pedro Almodóvar (1995)


Het oeuvre van Almodóvar pre ‘Live Flesh’ is redelijk hit and miss wat mij betreft, met veelal interessante maar onevenwichtige films. ‘The Flower of my Secret’ is relatief straightforward terrein voor zijn doen, waarbij de grote excessen uitblijven. Het is op die manier een van zijn meest evenwichtige, maar meteen ook niet zijn meest interessante, hoewel het nergens vervelend wordt. Visueel is het erg tam en nergens bereikt de film grote hoogten, maar lichtelijk vermakelijk is het wel overal. Een mooie overgang van zijn vroege extremisme naar zijn latere volwassenheid derhalve.

Labels:

La bête humaine ***1/2

Regie : Jean Renoir (1938)


Deze film van Renoir is een bekende invloed op de Amerikaanse film noir, wat duidelijk te merken is aan de fatalistische en pessimistische sfeer – het is allemaal nogal donker voor een Renoir. Daarnaast zijn er ook veel parallellen met het poëtisch realisme zoals dat in Frankrijk populair was op dat moment en hoewel ik beide stromingen een warm hart toedraag, had ik wel wat meer verwacht van deze film. Jean Gabin is zijn onverzettelijke zelf en Simone Simon is net zo goed als ze in ‘Cat People’ zou zijn, maar ik bleef helaas constant met een licht gevoel van teleurstelling zitten. Zeker geen slechte film echter.

Labels:

woensdag, augustus 22, 2007

How Green Was my Valley ****

Regie: John Ford (1941)

Ik blijf maar worstelen met John Ford: een niet gering aantal mensen noemt hem de beste Amerikaanse filmmaker ooit, maar ik zie het er maar niet aan af. Ook deze bracht gemengde gevoelens, naar verluid Ford’s eigen favoriet. Mooi vond ik de visuele stijl: de composities, de belichting, het gebruik van dieptescherpte. Sterk was ook het optreden van de jonge Roddy McDowall. Maar ik miste ‘dat ene’, dat ondefinieerbare, die speciale persoonlijke connectie die ik met een kunstwerk of kunstenaar moet hebben om het voor mij grootse kunst te maken. Misschien dat het ook niet hielp dat de geschetste wereld erg ver van mijn belevingswereld afstond en dat ik weinig heb met sentimenten als rechtvaardigheid of saamhorigheid die in deze film sterk worden gepromoot. Na ‘Young Mr. Lincoln’ dacht ik ‘mijn John Ford klik’ gevonden te hebben, maar ik moet er blijkbaar nog iets harder voor werken.

Labels:

The Pirate ****1/2

Regie: Vincente Minnelli (1948)


Een van de mooiste dingen aan de musical is dat het zich zo schaamteloos kan uitleven in gemaaktheid – naast het horrorgenre is er volgens mij geen genre waar realisme zo’n kleine rol speelt en waarin zo lustig geëxperimenteerd kan worden met kleuren en decors. En als je dan de grootste musical maestro aller tijden, Vincente Minnelli, aan het roer hebt, dan weet je dat hij zijn gepatenteerde oog voor kleur en detail naar het project brengt en de uitzinnige decors en aankleding is constant ultiem Minnelli, constant is de film een lust voor het oog met zijn vibrerende Technicolor kleuren, soms heerlijk dicht tegen de camp aanschurkend. Dan zijn er ook nog Gene Kelly en Judy Garland in de hoofdrollen en je hebt werkelijk alle ingrediënten voor een briljante musical en dat is ook precies wat ‘The Pirate is’. Daar komt nog eens bij dat je overal in de film het gevoel hebt dat het een soort (zelf)parodie is waarin alle acteurs bijzonder geforceerd en onecht overkomen, waarbij vooral Gene Kelly zich als een Douglas Fairbanks parodie een weg door de gehele film schmiert. ‘The Pirate’ heeft alles in zich voor een klassieker: humor, romantiek, dramatiek, exotica en heel veel schoonheid. Bovendien kent het in het ‘Pirate Ballet’ een van de mooiste musicalnummers aller tijden.

Labels:

dinsdag, augustus 21, 2007

LSD Trip 2 Maandag 20 augustus

15:55

Ik was toch weer een klein beetje zenuwachtig aan het begin van mijn tweede trip – vermoedelijk zal ik dit altijd blijven, het is toch een enorme ervaring, zo’n trip. Maar ik voelde me verder uitstekend, dus er kon niets misgaan. Het zegeltje ging op mijn tong en het was daarna wachten op wat er komen ging.

17:00

Langzaamaan begon de LSD zijn werk te doen. Ik zette ‘Dog Star Man’ van Stan Brakhage op. Geïntrigeerd keek ik weer naar die ongelooflijke stroom aan beelden die Brakhage op het scherm heeft weten te toveren. Gebiologeerd lag ik te kijken, aan de buis gekluisterd. De wereld van ‘Dog Star Man’ werd langzaam mijn wereld. Ik hoorde dat het Sigur Ros was op de computer, maar het vormde een synthese met de beelden van Brakhage, beeld en muziek leken een te worden. Ik voelde een intense band met een film die ik reeds als een van mijn favorieten beschouwde, het werd ‘mijn’ film. Ik keek weg van het scherm en de wereld om me heen werd eenzelfde wereld als van ‘Dog Star Man’ – de LSD had nu echt ingezet en de wereld om me heen begon ernstige vervormingen aan te nemen. Ik had al wel snel door dat de LSD dosis dit keer een stuk minder was dan de vorige keer, wat dus tot gevolg had dat ik minder kon doordringen tot de spirituele ervaring die ik vorige keer wel gehad had.

(even voor de duidelijkheid: iedere LSD trip is als het ware een spirituele reis van het heden, terug naar je verleden, via jeugd, naar je geboorte en dan verder voorbij dat punt, het punt waar je een soort kosmische energie kunt voelen, om uiteindelijk weer de omgekeerde weg te bewandelen waarin de wereld om je heen weer in elkaar wordt gezet en het is deze reis heen en terug en de daarmee gepaard gaande sensatie van ‘het ontdekken’ die de LSD trip zo bijzonder en levensvreugdig maakt. En hoe sterker de dosis, hoe verder je terug kunt in jezelf, hoe sterker het gevoel van uittreding wordt).

Dit keer dus weinig uittreding, ik bleef de gehele trip volledig bij bewustzijn, iets wat ik aanvankelijk als jammer ervoer, een teleurstelling die ik echter snel kon verwerken.

18:45

‘The End’. Verhip, is de complete anderhalf uur van ‘Dog Star Man’ nu al voorbij? Het was niet zo verwonderlijk aangezien tijd een compleet andere dimensie aanneemt tijdens de trip, maar zo snel had ik het einde ook weer niet verwacht. Het voordeel dat de trip niet zo diep ging was dat ik wel erg snel naar buiten kon. Ik twijfelde even of ik dat wel doen moest, want ik bevond me op de piek van de trip, maar voelde dat ik het aankon. Op LSD het verkeer ingaan is vermoedelijk niet het meest slimme wat je kan doen, maar ik leef in een niet al te druk stadje dus dat moest goed komen, zeker te voet. Bij het oversteken was het wel even uitkijken geblazen, want het was moeilijk om de afstand van de aankomende auto’s goed in te schatten, het ene moment leken ze erg ver weg en ineens waren ze recht voor mijn neus. Maar gewoon even wachten tot er echt niets meer aankomt dan. Ik kwam op een krijtrode weg aan, waarbij het rood van de weg me bijna overweldigde. Ik wereld overvallen door een gigantische kleurensensatie, de meest mooie, heldere en intense kleuren zag ik ineens overal. Ik waande me in een cartoon, met intense kleuren, die alle kanten kon opschieten en waarbij de krankzinnige muziek van Raz Mesinai (Ghosts of the Gulag III) mijn cartoon intekende, want ik had het gevoel dat de muziek de beelden bepaalde. De wereld zag eruit als een Jean-Luc Godard videofilm:


Ik kwam bij een drukke doorgaande weg. Even, heel even, had ik een moment waarop ik besefte dat een LSD trip fout kan gaan: de ervaringen werden dermate overweldigend dat ik me goed kon voorstellen dat op zo’n moment het fout kan lopen. Ik verloor gelukkig echter nergens de controle over de situatie. Het was weer een merkwaardige sensatie om te lopen en het gevoel hebben stil te staan. Ik keek naar beneden en zag mijn benen echt bewegen, toch leek ik geen meter vooruit te komen. Als ik vooruit keek leek de wereld stil te staan, keek ik naar de zijkant dan ging de wereld weer verder. Ik besefte me het grote verschil tussen stil staan en in beweging zijn: ik bleef in een bocht even stilstaan en prompt vormden zich allerlei beelden om me heen, allerlei constructies van de werkelijkheid. Draaide ik mijn hoofd dan verdwenen deze constructies weer als sneeuw voor de zon en het was bijzonder om te merken dat het even focussen op een specifiek punt ook direct een vastheid van perceptie met zich meebracht, terwijl met iedere beweging de wereld weer een soort vloeibare vorm aannam. Verwonderd speelde ik enkele malen met dit effect.

De pulserende sequencer ritmes van Booka Shade begonnen mij over te nemen, mijn wereld begon zich af te stemmen op die ritmes. Ik voelde de muziek dwars door me heen stromen, de muziek nam letterlijk de plaats van mijn gedachten in, mijn geest werd Booka Shade. Mijn ipod had als het ware mijn geest ingenomen, als een biomechanische verbinding uit een Cronenberg film. Voortgestuwd door Booka Shade (‘Frantic’) vervolgde ik mijn weg.

Het was kermis in Oosterhout en deze kermis vormde was de perfecte uitloop van de mentale speeltuin zoals ik de wereld op dat moment ervoer. Ik wist dat al die overdadige indrukken van de kermis me al snel te veel zouden worden, maar dat was ook exact de bedoeling, want net achter die kermis lag een rustiek park waar ik letterlijk tot rust kon komen. Het was een leerzame ervaring om een paar keer op en neer te gaan tussen die lawaaierige kermiswereld en de rustieke omgeving van ‘mijn parkje’, waar ik chocola naar binnen schrokte met de gretigheid en schaamteloosheid van een stereotiep vraatzuchtig dikkertje uit een of andere foute film. Wat een smaaksensatie was die chocola!

Binnen handbereik had ik hier twee microkosmossen: de kermis, wat symbool kon staan voor alles waar ik uit deze moderne maatschappij aan wil ontvluchten (hectisch, kil, gejaagd, uiterlijk vertoon, lawaaierig, overdadig aan visuele invloeden) en mijn eigen serene wereld van het parkje, waar ik een kon zijn met de natuur. Hoewel ik enkele malen op een neer geweest ben vond ik uiteindelijk het park toch beter bij mijn gemoedstoestand van dat moment passen, dit zou mijn habitat worden voor een poosje. Ik zag een bankje staan bij een boom en na enige aarzeling ging ik er uiteindelijk toch op zitten, mezelf niet storende aan een groepje jongeren dat even verderop vermoedelijk joints zat te roken en mij vermoedelijk met verbijstering gadegeslagen heeft. Niet gehinderd door het ietwat natte gras ging ik in het gras liggen en de klanken van Spiritualized klonken als een symfonie – eerst stortte ‘Broken Heart’ massa’s rust over me heen, en het nummer ‘Cool Waves’ bracht me intens veel levensvreugde, de klanken kwamen over me heen als prettige koude luchtstromen. Ik ging in kleermakerszit zitten en verwonderde me constant over de kleine wereld om me heen: de grassprieten, de blaadjes op de grond, het slijk – alles zag er uit alsof ik het voor de eerste keer zag en ik werd overspoeld door een gevoel van één zijn met de natuur. De muziek van Spiritualized kreeg ineens een heel andere betekenis toen ik het letterlijk tegen me voelde spreken, het is een van die vele besefmomenten die je dankzij LSD kunt beleven: dingen die je altijd al wel gekend of geweten hebt zonder daar echt bij stil te staan, zonder het echt te beseffen. Bijzonder was het ook om te kunnen spelen met mijn eigen microkosmos en de rest van de wereld: even opkijken en de wereld leek bijna overweldigend in zijn omvang, terwijl een simpel naar beneden kijken een heerlijk veilige en vertrouwbare omgeving opleverde.

19:45

Ik had nog meer chocola nodig, gelukkig is de supermarkt nog net open. Wacht even, dat is wel dezelfde supermarkt waar je werkt, Maikel, daar wil je niet direct zo gezien worden. Nou goed, maar hopen weinig bekenden tegen het lijf te lopen. De vreselijke supermarktverlichting deed me bijna pijn aan de ogen in al zijn lelijkheid, zo snel mogelijk weer weg hier. Snel twee repen chocola uit het vak gegrepen en gelukkig! er zat een collega achter de kassa die ik verder niet vaak spreek, dus een simpel knikje van herkenning is voldoende – geen moeilijke gesprekken, want hoe elastisch je geest ook is op LSD, het vormen van coherente zinnen kan een onmogelijke opgave zijn, net als andere aardse zaken zoals het bedienen van een mobiele telefoon – dat werkt toch allemaal op een ander vlak. Maar goed, zwijgend een briefje van vijf overhandigen, uiteraard wat klungelig het teruggegeven wisselgeld wat laten vallen en oprapen en daarna snel weer naar buiten.

Het werd donker en in deze schemering voelde mijn geest aan als een enorme rekbare elastische bal: ik voelde me extreem op mijn gemak, ik voelde me euforisch, ik had energie. De groovy muziek van Amorphous Androgynous met het nummer ‘High and Dry’ bracht uitkomst, de ideale LSD muziek. Dansend ging ik door de straten van Oosterhout, waar de schemering nu snel inzette. Ik voelde dat de LSD trip ten einde liep, de visuele vervormingen werden minder. Het werd tijd om een vriend op te zoeken, temeer omdat er nog een klein geschil tussen ons beiden op te lossen was en er is geen beter moment dan na een LSD trip om even je gehele geweten schoon te vegen.

21:15

Samen over de kermis, dat was er een dag eerder bij ingeschoten. Dezelfde kermis van een paar uur eerder was nu een stuk rustgevender, met slechts milde hallucinaties nog. De mensen op de kermis waren beangstigend in hun leegheid. Gezichten die dwars door je heen kijken, zonder enig gevoel of warmte. Mensen, kijk eens om je heen! Zie eens in wat voor mooie wereld je loopt! Loop jezelf niet constant voorbij! Kijk eens naar binnen in plaats van enkel naar buiten! Tijdens mijn eerdere zwerftochten over de kermis zal ik vermoedelijk ook dwars door allerlei mensen heen gekeken hebben met een blik op oneindig, maar deze mensen kijken standaard zo. Niet dat dit iets nieuws is voor me natuurlijk, maar na mijn eigen langdurige introspectie werd het me ineens allemaal pijnlijk duidelijk in wat voor kille maatschappij we tegenwoordig leven – een pijnlijke constatering die echter teniet gedaan werd door het overweldigende positivisme wat ik door me heen voelde stromen omdat ik weer overal schoonheid in het bestaan zag, een gevoel dat eigenlijk sinds mijn eerste LSD trip drie weken terug nooit meer weggegaan was, maar nu weer extra versterkt was. Enigszins verwonderd keek ik naar de vele flitsende lichten, het draaiende staal van de attracties, de kunstmatige rook – er vormden zich mooie patronen voor me in kleur en vorm. Kermis blijft een fenomeen dat niet bepaald aan mij besteed is, maar de visuele invloeden waren op dat moment indrukwekkend.

22:00

De rust en veiligheid van ons stamcafé in, waar ik mezelf te goed deed aan een heerlijk broodje Serranoham – de inwendige mens moet soms toch ook gevoed worden. Het was relatief druk in het café voor een maandagavond, veel mensen van de kermis. Ik keek naast me en zag een ietwat dommige man zitten. Ik voelde tegelijkertijd een bijna enge superioriteit als een enorme compassie voor de man: hij had het erg duidelijk naar zijn zin en ik voelde een enorme golf van warmte door me heen stromen toen ik zag hoe goed de man zich vermaakte. Na een paar goede gesprekken, enkele biertjes en een whisky nam ik rond 01:00 uur afscheid van mijn vriend, het was tijd om naar huis te gaan.

03:15

Kon toch echt niet slapen uiteraard. Maar wat GHB ingenomen en besloten om naar buiten te gaan. Het was een klein beetje fris, maar niets wat een lekkere, lange blouse niet kon verhelpen. Ik besloot om een deel van mijn route van vanmiddag wederom te volgen, nu begeleid door verscheidene dingen als het intens lullige en tegelijkertijd heerlijk rustgevende ‘Les Demoiselles’ van Brian Eno/Harmonia, lyrische Ennio Morricone muziek, de rustieke Plastikman techno van Consumed en de grieperige droompop van Julee Cruise. Plekken die voorheen nog een overdaad aan indrukken leken te geven vormden nu een oase van rust en kalmte. Dezelfde krijtrode weg waarop ik me voorheen nog in Jean-Luc Godard videofilm had gewaand, was nu spookachtig verlicht met een oranjeachtig schijnsel – als Bela Tarr ooit een kleurenfilm gaat maken dan ziet de archetypische desolate Tarr weg er zo uit. Ik kwam slechts twee auto’s tegen op mijn nachtelijke trip, verder waande ik mij alleen op de wereld. Alleen met mezelf, alleen met mijn gedachten. Het was weer een mooie trip.

Labels:

donderdag, augustus 16, 2007

La Mansión de los muertos vivientes *1/2

Regie : Jess Franco (1985)


Je sleept je zo eens van de ene Franco film naar de andere, beseffende dat het merendeel volslagen ruk is, maar omdat die paar krenten zo verdomde lekker zijn, ben je bereid om de rest van de smakeloze pap er ook maar bij te nemen. Deze stompzinnige ‘ode’ aan die ‘Blind Dead’ films van Amando de Ossorio presteert het om nog een tikkeltje minder te zijn dan die Dead films – toch ook al niet bepaald het toonbeeld van kwaliteit. Dit was hoofdzakelijk veel lesbische seks, tenenkrommend acteerwerk en suffe dialogen, zonder feitelijk ook maar een enkele redeeming value. Het was bij vlagen zo slecht dat ik wilde huilen, maar als masochistische cinefiel moet je niet al te zeer klagen en je er gewoon doorheen slaan – echt verveeld heb ik me nu ook weer niet…

Labels: ,

If.… ****1/2

Regie: Lindsay Anderson (1968)


Van sommige films weet je bijna van tevoren dat ze je erg gaan bevallen en dit gevoel had ik van ‘If….’, een film waarvan ik al enkele jaren zat te wachten op een DVD release, dus die Criterion kwam als geroepen. De kwaliteiten van ‘If.…’ zijn kwaliteiten die ik altijd erg kan waarderen in film: lichtelijk experimenteel, intens, gewaagd, ambigu en persoonlijk. Malcolm McDowell doet hier alvast een voorproefje van zijn rol in ‘A Clockwork Orange’ en vormt daarmee het iconische gezicht van deze film. Lindsay Anderson varieert vrijelijk tussen kleur en zwart-wit, eerder om praktische dan esthetische redenen, maar het past precies bij de algehele rebelse sfeer van het project en de cameraman van Milos Forman giet het geheel in mooie vorm. Hier en daar duikt de geest van Jean-Luc Godard op, zonder dat de film al te experimenteel wordt, terwijl de merkwaardige soundtrack veel toevoegt aan de soms surrealistische sfeer. Een film die tegelijkertijd enorm sterk een product is van zijn tijd als dat het een enorm tijdloze film is, subliem!

Labels:

woensdag, augustus 15, 2007

Horse Feathers **1/2

Regie: Norman Z. McLeod (1932)


Ik denk niet dat ik ooit een Marx Brothers liefhebber ga worden. ‘Duck Soup’ kon ik nog wel waarderen, vooral vanwege zijn gedurfdheid en originaliteit, maar in deze begon alles me al snel tegen te staan. De woordgrapjes vond ik meestal nog wel leuk, maar die ene die nooit spreekt vormt een onoverkomelijk struikelblok, wat een onuitstaanbaar wezen is dat toch. De liedjes voegen weinig toe en zijn eigenlijk enkel irritant, terwijl het verhaaltje uiteraard niets om het lijf heeft. Als de rest van de films vergelijkbare herhalingen van zetten gaan worden, wordt dat nog een hele opgave…

Labels:

La Grande illusion ****1/2

Regie : Jean Renoir (1937)


Eindelijk deze gedoodverfde klassieker van Renoir eens gekeken, het zou tijd worden, maar er is sowieso nog veel Renoir dat ik zien moet. Gemende gevoelens bij deze, zoals eigenlijk altijd met films van een dergelijk statuur. Ik vond het een erg goede film en kan niet anders doen dan me bij de altijd genoemde elementen aansluiten: het humanisme, de weigering tot stereotiepen of eendimensionale karakters, het vakkundig buiten de deur houden van overdadige sentimenten, de rustige en vloeiende observerende stijl van Renoir en uiteraard de rol van Erich von Stroheim, het is allemaal indrukwekkend. Toch zag ik er nog niet het ongenaakbare meesterwerk in, maar dat is eigenlijk zelden bij dergelijke films na de eerste kijkbeurt. Nu wordt het dus tijd om de film op me te laten inwerken als wat het echt is in plaats van een soort mentaal object dat je ervan gemaakt hebt omdat je er zoveel over gelezen hebt.

Labels:

dinsdag, augustus 14, 2007

Grand Hotel ****1/2

Regie: Edmund Goulding (1932)


Wat een heerlijke film is dit toch! Een van de grootste sterrenensembles uit zijn periode werd verzameld voor deze film, waardoor het zowel een voorloper is van de beroemde ensemblefilms van Robert Altman, alsmede van de filmsterrenattractiviteit van bijvoorbeeld de Soderbergh films rondom Danny Ocean. De soms bijna abstracte composities doen sterk denken aan de radicale musicals die Busby Berkeley in dezelfde periode maakte, experiment was nog volop mogelijk in het Hollywood van 1932. Maar boven alles is dit gewoon een testament van de kracht en allure van het fenomeen filmster, waarmee de film heerlijk tijdloos is.

The Steel Helmet ****

Regie: Samuel Fuller (1951)


De derde film van Fuller na de amusante films ‘I Shot Jesse James’ en ‘The Baron of Arizona’ is wat mij betreft de sterkste uit die Eclipse box. Het is duidelijk het werk van iemand die zelf van alles heeft meegemaakt, want zijn achtergrond als oorlogsveteraan en riooljournalist is overal zichtbaar, dit is geen werk van een ivoren toren artiest. Veel Fuller kenmerken zijn hier aanwezig: humoristische pulpdialogen, botte politieke incorrectheid, een visuele flair (hoewel slechts bij vlagen, zoals het sublieme begin met die typische geïntensiveerde kruismontage en bizarre close-ups) en een algehele directheid, tougher than nails karakters en in your face benadering. Het lage budget is vrijwel overal zichtbaar, maar dat maakt het er enkel leuker op – nog altijd een krachtige antioorlogsfilm.

Labels:

maandag, augustus 13, 2007

Schock ***

Regie: Mario Bava (1977)


Hmmm, tja, ik heb eigenlijk geen idee wat ik nu precies moet vinden van deze zwanenzang van Bava, ik kon er maar moeilijk mijn aandacht bij houden in ieder geval. Ik miste denk ik vooral de visuele bravoure van de maestro, het zag er op enkele momenten na allemaal nogal gewoontjes uit. De muziek van Goblin was een pluspunt. Ik moet zeggen dat ik eigenlijk totaal niet op de hoogte ben van de status van deze film onder Bava adepten, kan iemand mij hierin verlichten?

Labels:

zondag, augustus 12, 2007

The Baron of Arizona ***1/2

Regie: Samuel Fuller (1950)


De tweede film van Sam Fuller is gebaseerd op waargebeurde feiten en zou typisch blijken voor Fuller’s tendens om de Amerikaanse geschiedenis vanuit een opvallende invalshoek te beschrijven. Humor is erg belangrijk in de film en op veel momenten weet je niet precies of Fuller nu de draak ermee steekt of toch enigszins serieus is in zijn provocerende en dubieuze standpunten en situaties, een ambiguïteit die typisch zou worden voor zijn stijl – vergelijk bijvoorbeeld de lichtelijk homo-erotische badscène in ‘Forty Guns’, het opvoeren van de gehandicapte kinderen in ‘The Naked Kiss’ of vrijwel de gehele film ‘Shock Corridor’. De hoofdpersoon is een typische Fuller protagonist, een soort sympathieke slechterik/corrupte goedzak, hier perfect gespeeld door Vincent Price die dergelijke figuren als geen ander kon neerzetten. Visueel is er weinig te merken van Fuller’s kinetische stijl, de film is in dat opzicht redelijk traditioneel, wat ik wel enigszins jammer vond. Desalniettemin een vermakelijke film.

Labels:

zaterdag, augustus 11, 2007

I Shot Jesse James ***1/2

Regie: Samuel Fuller (1949)


Sam Fuller is zo’n regisseur waarvan ik meteen wist dat het een held van me zou worden, vooral omdat hij vaak puur visuele cinema maakt en vrijwel altijd werkzaam was in het Termite Art territorium, waarmee hij volledig in lijn is met mijn ideeën omtrent wat briljante cinema inhoudt. Toch heb ik nog frustrerend weinig van zijn films gezien en ik heb dan ook drie rondjes van vreugde in mijn kamer gedanst toen ik hoorde dat Eclipse zijn eerste drie films voor het eerst op DVD zou uitbrengen, omdat ik deze al enkele jaren wilde zien. ‘I Shot Jesse James’ is min of meer wat ik er van tevoren van verwacht had: een interessante debuutfilm, niets meer en maar zeker ook niets minder. Wat het meest opvalt wellicht is het ongewoon hoge aantal close-ups, waardoor sommige mensen de link hebben gelegd met Dreyer’s meesterwerk ‘La Passion de Jeanne D’Arc’ hoewel hier de gelijkenissen ook weer direct ophouden, maar net als Dreyer gebruikt ook Fuller close-ups om intense emoties te benadrukken. Emotie is uiteraard een van de sleutelwoorden in Fuller’s oeuvre – het filmdoek vormde voor hem een slagveld en zijn films worden niet voor niets vaak geduid met de term ‘emotion pictures’. Ik moet zeggen dat ik de film nog relatief tam vond voor Fuller begrippen: het is zeker een stukje anders dan de gemiddelde Amerikaanse film uit deze periode, maar een uitzinnige openingssequentie zoals in ‘The Naked Kiss’, waarin een vrouw met een naaldhak op de camera in loopt te slaan, is hier nog niet direct te vinden – pas later zou Fuller dergelijke echt directe en confronterende cinema durven maken. Ik vraag me af in hoeverre de reguliere filmkijker iets van waarde zal zien in ‘I Shot Jesse James’, maar ik vond het een veelbelovend begin en zie reeds uit naar de andere twee films uit de box.

Labels: ,

woensdag, augustus 08, 2007

Die Große Stille **

Regie: Philip Gröning (2005)


Als een film mij doet afvragen waarom ik er in hemelsnaam naar kijken moet dan is er iets goed mis met die film. Nou is er niet eens zoveel mis met ‘Into Great Silence’, de film is alleen oorverdovend saai. Nu is een bijna drie uur durende documentaire over het kloosterleven, waarin enkel de dagelijkse gang van zaken in dat klooster gefilmd wordt niet bepaald een flitsend onderwerp, maar de meditatieve ervaring waar ik op gehoopt had, bleef volledig uit. Grootste euvel was dat de film puur visueeltechnischs niets interessants deed; waar bijvoorbeeld een film als Akerman’s Hotel Monterey een eveneens volledig statisch onderwerp (een beschrijving van een hotel) omgezet wordt in een verhoogde esthetische ervaring dankzij een ingenieuze visuele strategie, is dit gewoon saai film maken. Er gebeurt simpelweg niets wat het visueel interessant maakt, waarbij enkele ‘poëtische’ Brakhage-achtige shots en natuurbeelden die van een ansichtkaart geschraapt zijn het er allemaal niet beter op maken. Wat dan overblijft is drie uur lang kijken naar monniken en vermoeiende saaiheid. Groeiend gras is interessanter.

dinsdag, augustus 07, 2007

Ratatouille ***1/2

Regie: Brad Bird (2007)

Heb me prima vermaakt met deze animatie, hoewel er voor mij langzamerhand enigszins verzadiging in het genre begint op te treden. Het is allemaal niets meer dan een variatie op een vast concept, iets waar op zich weinig mis mee is, maar ik mis gewoon een bepaalde invalshoek die het voor mij interessant houdt om iedere keer weer een animatie te kijken. Maar er zijn ergere dingen op de wereld dan dit.

zaterdag, augustus 04, 2007

The Big Heat ****

Regie: Fritz Lang (1953)


Een meer dan prima fatalistische noir van Lang, die niet direct bijzonder veel nieuws brengt, maar verder op alle fronten onderhoudend vermaak is. Glenn Ford is een uitstekende obsessieve Lang held, inmiddels begin ik het thema van obsessie direct met Lang te associëren. Daarnaast zijn er prima bijrollen van Lee Marvin, Gloria Grahame en Alexander Scourby en bevat de film hier en daar geweldige dialoog.

Labels: ,

vrijdag, augustus 03, 2007

Dodge City ***1/2

Regie: Michael Curtiz (1939)


Deze Western is volgens mij het meest herinnerd omdat het de basis vormde voor Mel Brooks en zijn Western parodie ‘Blazing Saddles’, maar het is jaren geleden dat ik die film zag dus vergelijken kon ik niet. Maar ondanks dat het een Western was en ik nog steeds niet helemaal gelukkig ben met Errol Flynn (die snor…) heb ik me prima geamuseerd met deze kleurrijke film van de man die ons ook ‘Casablanca’, ‘Yankee Doodle Dandy’ en ‘Mildred Pierce’ bracht.

Labels: ,

Törst ***1/2

Regie: Ingmar Bergman (1949)


Een bijzondere film is ‘Thirst’, vooral omdat de film in allerlei opzichten vooruit kijkt en dus een voorbode is van wat er komen ging. Bergman vertelt het verhaal op ingewikkelde manier met flashbacks en ellipsen, waarbij hij ook nog eens het hoofdverhaal soms volledig verlaat om een zijspoor in te slaan. Deze zelfbewuste houding is tegelijkertijd het sterke als het zwakke punt van de film, sterk omdat het een nieuwe richting voor Bergman betekende, maar zwak omdat het niet geheel geslaagd is – de film zou er beter van geworden zijn als men het bij het hoofdverhaal zou hebben gehouden. Dit verhaal over een afbrokkelend huwelijk is namelijk interessant genoeg en wordt door Bergman ook nog eens sterk en fris in beeld gebracht, waarbij de nadruk op dagelijkse kleine strubbelingen een duidelijke voorloper zijn op veel Nouvelle Vague films, met name Godard in films als ‘A Bout de Souffle’ en ‘Le Mepris’. Zeker door de vele nodeloze afdwalingen geen perfecte film, maar wel een grote stap voorwaarts voor de jonge Ingmar.

Labels:

donderdag, augustus 02, 2007

Where Danger Lives ***1/2

Regie: John Farrow (1950)

Na ‘His Kind of Woman’ de tweede film noir die ik zie van John Farrow, ook al had deze geen last van bemoeienissen van Howard Hughes. Toch is er nog redelijk veel humor, soms misschien iets te overdadig waardoor het dramatische aspect overschaduwd wordt, maar ik vond het eigenlijk nergens in de weg zitten – het was weer eens wat anders. Gewoon een erg leuke film noir, ondanks dat het soms aanvoelde als een inferieure variant van het sublieme ‘Gun Crazy’.

Labels:

Crazy Love ***1/2

Regie: Dominique Deruddere (1987)


Een Vlaamse coming of age film gebaseerd op enkele werken van Charles Bukowski, maar ik heb nog nooit een letter van Bukowski gelezen dus ik heb geen idee of deze film de sfeer van zijn schrijfselen goed vat. Maar het is zeker een alleraardigste film. Het is er niet een die je volledig uit je stoel blaast, maar een die met herkenbare situaties rustig richting einde kabbelt. Een opmerkelijke film.

Labels: ,