maandag, augustus 03, 2009

Public Enemies (Michael Mann, 2009) **1/2


Ik had erg veel verwacht van deze film aangezien Michael Mann een van de interessantere regisseurs is van dit moment, maar juist daarom was het een enorme deceptie. De film kent zeker wel een aantal hoogtepunten, maar het is ook nooit meer dan dat: een handjevol hoogtepunten die nergens bij elkaar worden gehouden. Al vrij snel wordt duidelijk dat Mann en zijn scenarioschrijvers een traditioneel Hollywood scenario met een duidelijke dramatische spanningsboog en een oorzaak-gevolg relatie volledig overboord hebben gezet en gekozen hebben voor een gefragmenteerde, episodische aanpak. Op zich is dat niet eens een vreemde keuze, aangezien het hier toch voor een groot deel een biografie betreft en dat soort films zijn van nature episodisch, om de doodeenvoudige reden dat iemands leven zich niet voltrekt volgens een traditioneel scenario. Wat zo’n aanpak echter wel vereist, is een interessante of fascinerende figuur die letterlijk het onderwerp van de film is en als de lijm moet dienen om de afzonderlijke stukjes bij elkaar te houden. En dat is wat deze film met node mist.

In wezen zijn er twee potentiële kandidaten voor zo’n fascinerende hoofdfiguur: Christian Bale/Melvin Purvis en Johnny Depp/John Dillinger. Het lijkt me vrij duidelijk dat Purvis deze functie niet kan vervullen, aangezien zijn personage volledig doorzichtig blijft – van een personage valt zelfs met geen mogelijkheid te spreken, hij is net als bijvoorbeeld de journalist Thompson in ‘Citizen Kane’ niets meer dan een mechanisme om het verhaal op gang te houden. Dan blijft dus enkel Depp/Dillinger over, wat ook de meest logische keuze is omdat deze duidelijk het onderwerp van de film is en de meeste screentijd krijgt – het is zijn biografie tenslotte. Punt is alleen dat Dillinger nergens interessant of fascinerend is, hij is niets anders dan een lachwekkende en meelijwekkende sociopaat die enkel alles pakt wat hij wil en werkelijk geen flauw benul heeft hoe de wereld in elkaar steekt. Veel recensies noemen Dillinger een soort moderne Robin Hood, maar dat altruïstische beeld wordt in de film zelf nauwelijks geschetst, het wordt hooguit geïmpliceerd. De film slaagt er sowieso in om Dillinger akelig oningekleurd te laten, het wordt nauwelijks duidelijk wat zijn motieven zijn of wat voor persoon hij is – het grootste deel van de film beslaat een veel te lang uitgerekt kat-en-muis-spel tussen twee figuren die je nooit leert kennen. Ik las een interview met Depp waarin hij zeer te spreken was over het feit dat Dillinger nog stijl en klasse had, twee eigenschappen die de meeste mannen tegenwoordig missen volgens hem. Nu kan hij dat leuk zeggen in interviews, het komt uit de film totaal niet naar voor. Zo ongeveer het enige wat je wel over Dillinger te weten komt, valt op te maken uit zijn relatie met zijn vriendin. Het is nauwelijks een relatie te noemen omdat het op geen enkele wijze gebaseerd is op wederzijds respect, het is louter gebaseerd op intimidatie en hebzucht: Dillinger ziet iets en wil het hebben. Mevrouw doet welgeteld een halfbakken poging om daar tegenin te gaan, alsof ze een volwaardige, zelfstandige vrouw is, maar als Dillinger gewoon even volhoudt, valt ze als een blok voor zijn charmes. Wat het precies is waar ze voor valt, wat voor leven ze krijgt en waarom ze die keuze maakt wordt nooit duidelijk – het enige wat duidelijk wordt is dat Dillinger haar zijn wil oplegt en ze zijn schoothondje wordt; stijl en klasse heet dat blijkbaar.

Mann’s gebruik van digitale camera vond ik in deze film vele malen minder interessant en geslaagd dan in voorgangers ‘Collateral’ en ‘Miami Vice’. Hij kiest er constant voor om te werken met een gedempt kleurenpalet en hele fletse, dunne beelden. Iedere mogelijkheid om het maffialeven van Dillinger glitter en glamour te geven wordt hiermee definitief onmogelijk gemaakt, maar dat is vermoedelijk een bewuste keuze van Mann – hij zal Dillinger niet te veel willen ophemelen (of misschien zelfs helemaal niet). Maar daarmee doet Mann wel zijn eigen film de das om, omdat enige vorm van glamour of verheerlijking de film nog had kunnen redden aangezien Dillinger daarmee wellicht nog een interessante of fascinerende hoofdfiguur had kunnen worden. Doordat Mann er zo vakkundig in slaagt om de Dillinger mythe volledig te ontmantelen, toont hij dat Dillinger niet een soort larger than life fenomeen is, maar gewoon een echt mens. Een pathetische loser die een ontzettend leeg en oninteressant bestaan leidt en waardoor de 2,5 uur ineens wel een ontzettend lange zit wordt omdat al snel vrij vervelend wordt om 2,5 lang te zitten kijken naar een loser die opgejaagd wordt door een mechanisme.

Als we even ervan uitgaan dat het de opzet van ‘Public Enemies’ is om de gangstermythe te degraderen en te exploderen, dan wordt de cartoonesk incompetente portrettering van justitie ineens wel heel curieus. Want Mann kan wel leuk de scheidslijn tussen goed en kwaad laten verdwijnen, wat wordt dan het punt van de film, wat is de boodschap? Net als bij ‘Watchmen’ wordt in ‘Public Enemies’ een wereld geportretteerd zonder enig humanisme, zonder mensen met gevoelens, enkel een stel psychopaten die elkaar proberen kapot te schieten. Moeten we concluderen dat geweld slecht is en dat geweld geweld aantrekt en zodoende een neerwaartse spiraal is omdat vuur met vuur bestrijden alleen maar leidt tot een inferno? Is ‘Public Enemies’ een soort verkapte oproep tot pacifisme? Dat zou heel leuk zijn, maar ook lichtelijk naïef.

Labels: