woensdag, december 26, 2007

Marketa Lazarová ****

Regie: Frantisek Vlácil (1967)

Deze film werd ooit uitgeroepen tot de beste Tsjechische film aller tijden, maar hij liet mij met gemengde gevoelens achter. Zeer positief was de onophoudelijke stroom van de meest prachtige poetische beelden, begeleid door een fenomenale soundtrack. Minder positief echter was het verhaal, of beter gezegd het gebrek daaraan. Paradoxaal bevat de film tegelijkertijd zowel teveel als te weinig verhaal: teveel om als volledig abstracte film te kunnen dienen en te weinig om het als narratieve film te zien. Het volgen van het zeer fragmentarisch vertelde verhaal is erg moeilijk, zo niet onmogelijk, waardoor enige binding met de personages volstrekt onmogelijk gemaakt wordt en uiteindelijk zelfs de beeldenstroom gaat aanvoelen als een leeg showing off. Een vergelijkbare film is bijvoorbeeld Tarkovsky's 'Zerkalo', een film die je als geheel wellicht niet begrijpen kunt maar die een verzameling minifilmpjes is die in hun schoonheid zo goed als zelfstandig zouden kunnen bestaan, waardoor het niet meer uitmaakt dat je niet volledig begrijpt waar het in zijn volledigheid nu om gaat. 'Marketa Lazarova' valt echter tussen wal en schip wat dat betreft en is met zijn 2 uur en 40 minuten sowieso minstens een uur te lang, wat voor dit soort films fnuikend is. Er zit volgens mij ergens een meesterwerk in verscholen, maar niet in deze vorm.

Labels:

dinsdag, december 18, 2007

The Scarlet Empress *****

Regie: Josef von Sternberg (1934)

Lang voordat ik ooit een von Sternberg film gezien had wist ik dat hij in homokringen opgehemeld werd als camp icoon dankzij zijn overdadige nadruk op artificialiteit en gekunsteldheid. Pas na deze film werd me volledig duidelijk waar die reputatie op gebaseerd was, want deze zesde samenwerking tussen von Sternberg en Marlene Dietrich is voor mij de apex van zijn zelfverklaarde stijlexcursies. Het is een meesterwerk van decor en aankleding, waarbij von Sternberg constant letterlijk het gehele scherm vult met detail en de menselijke personages vaak bijna laat verdwijnen in de decors. De film is dan ook een subliem argument voor mensen die von Sternberg in de traditie van de abstracte film plaatsen, want het gaat er bij hem niet zozeer om wat er verteld wordt, maar om de manier waarop het verteld wordt, net zoals dat met volledig abstracte films het geval is.

Het is niet moeilijk te begrijpen dat de film destijds een gigantische flop was, want de film was (en is) zijn tijd ver vooruit. Lang voordat het in het modernisme en post-modernisme gebruikelijk zou worden, komt von Stenrberg op de proppen met een ware mengelmoes aan conflicterende stijlen en emoties - de film springt op en neer tussen overdadig melodrama, surrealisme, Monty Python-achtige humor en spektakelfilm en al deze verschillende aspecten vereisen constant een aanpassing in kijkhouding van de kijker, iets wat destijds voor de massa onmogelijk geweest moet zijn en overigens nu ook nog steeds voor de meeste mensen een probleem zou vormen; zelfs meer dan 70 jaar na dato is de film moderner dan vrijwel alles wat nadien gemaakt is. Dat de film nog net voor de introductie van de Production Code gemaakt is, is ook duidelijk in de nogal pikante en vaak zedeloze momenten, momenten die een jaar later voor een periode van zo'n 30 jaar steevast uit de Hollywood films geweerd zouden worden. Het is bijna een wonder dat deze film uberhaupt door de censuur gekomen is, maar dat gezegd hebbende is het sowieso een wonder dat deze film in Hollywood gemaakt kon worden. Josef von Sternberg was een van de meest avant-garde regisseurs van Hollywood en deze film een van de meest ongebruikelijke Hollywood films aller tijden. Niemand mag dit missen.

Labels:

maandag, december 10, 2007

Showgirls *****

Regie: Paul Verhoeven (1995)

Er wordt vaak gezegd dat alle grote kunst de maatschappij een spiegel voorhoudt of een weerspiegeling is van de samenleving waar het uit voort komt. Als dat het geval is, dan is ‘Showgirls’ een onmiskenbaar meesterwerk, want er zijn weinig Amerikaanse films die de zenuw van de Amerikaanse samenleving zo goed weten bloot te leggen. Ik heb Paul Verhoeven al vaker de Douglas Sirk van de jaren ’90 genoemd, omdat beiden films maken die redelijk anders zijn dan ze in eerste instantie lijken te zijn. Waar Verhoeven zijn subversiviteit in voorgaande films nog enigszins subtiel deed en enigszins probeerde te verhullen, daar doet hij daar in ‘Showgirls’ geen enkele moeite meer voor. Het is ook niet verwonderlijk dat juist een buitenlandse regisseur zo’n film zou maken, want Hollywood kent een lange traditie van (Europese) buitenlanders die de meest gewaagde films maken in Amerika, omdat Europeanen vaak gewoon iets meer lef lijken te hebben dan Amerikanen en omdat ze als outsider beter de samenleving kunnen ontleden. Wat mij betreft moet Verhoeven dan ook geplaatst worden in de traditie van mensen als Sirk, Wilder, Lubitsch en Preminger, mensen die allen scherpe randjes aan hun beste films gaven, randjes die de films van de Amerikanen meestal misten. Volgens mij is Verhoeven de enige regisseur die zijn Razzie voor slechtste regie persoonlijk durfde op te halen bij de uitreiking, maar dat is niet heel vreemd denk ik, omdat Verhoeven gewoon dondersgoed wist dat hij een film gemaakt had die per definitie neergesabeld zou worden in de Amerikaanse pers. De spiegel die hij hen voorhoudt laat iets zien wat ze liever niet zien, niemand wordt graag gewezen op zijn tekortkomingen of slechte kanten. Het hoofdpersonage van Nomi kan gemakkelijk gelezen worden als een metafoor voor de Amerikaanse samenleving: oppervlakkig, dom, materialistisch en volstrekt blind voor waar ze mee bezig is. Nu is dit op zich niet iets wat nieuw is in Verhoevens films, maar de manier waarop hij dat in ‘Showgirls’ verpakt heeft schopt tegen heel veel benen. Het is niets anders dan een samenraapsel van volstrekt abjecte personages, de meest bespottelijke situaties en de meest afgrijslijk beledigende en vernederende dialoog. Verhoeven gaat letterlijk all the way en ik kan niet anders doen dan daar ontzettend veel van houden. En de film blijft gewoon hilarisch om te zien, alleen al daarom is het een meesterwerk.

Labels:

zondag, december 09, 2007

Duel in the Sun ****1/2

Regie: King Vidor (1946)

Als je in het woordenboek het word megalomanie opzoekt, dan staat daar een foto van David O. Selznick, een van de meest excentrieke en zelfverheerlijkende producenten van Hollywood. Zijn onvermoeide hang naar een eigen plaats in de annalen van de filmgeschiedenis had ons eerder al het uiterst vermoeiende ‘Gone with the Wind’ opgeleverd, vermoedelijk de film waardoor Selznick nog het meest door herinnerd word. Van eenzelfde laken een pak, maar dan veel interessanter is het onwaarschijnlijke ‘Duel in the Sun’, een film die net zo ambitieus is als ‘Gone with the Wind’ maar geen slaapverwekkende troep is, maar een meesterwerk. Een problematisch meesterwerk, dat wel, maar zo een van het type waarin de positieve punten dermate overweldigend zijn dat je bereid bent de fouten te vergeven. Fouten zijn er zeker in deze film, welke hoofdzakelijk veroorzaakt worden door de nimmer aflatende bemoeizucht van Selznick. Zijn eis dat zijn vriendinnetje Jennifer Jones de hoofdrol kreeg was een van de eerste en grootste obstakels, omdat het arme grietje hopeloos wordt weggespeeld door acteergiganten als Joseph Cotten, Gregory Peck, Lionel Barrymore en Lilian Gish. Een film met een acterende pop in de hoofdrol kan feitelijk al bij voorbaat niet meer helemaal geslaagd zijn. Maar Selznick had ditmaal het briljante inzicht om niemand minder dan King Vidor als regisseur aan te stellen, een van de meest experimentele regisseurs van Klassiek Hollywood, wiens visueel sublieme ‘The Fountainhead’ ook al zo overweldigend was. Vidor had het net als andere regisseur vreselijk moeilijk met een constant over zijn schouder meekijkende Selznick, maar wist al in de eerste paar minuten te zorgen voor expressievere kleurenschema’s dan in vier uur lang ‘Gone with the Wind’ te zien waren geweest. De film is ook de rest van de film een cinematografisch wonder, een exposé van overdadige belichting en uitbundige Technicolor kleuren. In combinatie met hysterisch melodrama lijkt dit altijd een winnende combinatie te zijn, zoals ook later in bijvoorbeeld de films van Douglas Sirk en Pedro Almodóvar zou blijken. Sublieme film.

Labels:

woensdag, december 05, 2007

Glen or Glenda ****

Regie: Ed Wood (1953)

Toen ik de film enkele jaren geleden zag, was het mijn eerste Ed Wood film en vond ik het hoofdzakelijk enorm saai. Nu viel me vooral op hoe vreselijk bizar de film eigenlijk is. Het is van alles wat: deels educatiefilm, deels sleazefest, deels vooruitstrevend politiek pamflet, deels Lynchiaanse nachtmerrie en deels abstracte avant-garde film. Ik had op een gegeven moment het gevoel dat ik naar ‘Meshes of the Afternoon’ zat te kijken. Een ware revelatie voor me.

Labels:

zondag, december 02, 2007

Léak *

Regie: H. Tjut Dalil (1981)

OK. Ik ben redelijk wat gewend op het gebied van slechte films. Maar dit is echt onbeschrijflijk. Dit is beyond slecht. Niet eens zo slecht dat het leuk wordt. Gewoon afgrijslijk. Het is van de man die ons later de vermakelijke films ‘Lady Terminator’ en ‘Dangerous Seductress’ zou brengen. Die films zijn natuurlijk ook vreselijk slecht als je op conventionele criteria beoordeelt, maar die zijn tenminste nog enorm vermakelijk. Dit niet. Alles is slecht: volstrekt blanco acteren, plotholes zo groot als circustenten, continuïteitsfouten aan de lopende band, belichting die enkel bestond uit 25 grote bouwlampen, speciale effecten die met Paint gemaakt leken, broeken die tot boven de navel opgetrokken waren, mensen die elkaars naam in iedere zin moesten noemen en een heks die zo irritant akelig lachte en bovendien sprak als Yoda dat je er spontaan van moest overgeven. Ik doe het zelden maar ik moest even IMDB raadplegen. Daar stond deze tekst:

Greatest Indonesian Horror Film ever?, 4 January 2004
Author: delbruk

Seriously, how many Indonesian horror films have you come across? This one is the only one I know of and that makes it an interesting watch right off. There is some real creativity here with the flying head and transformation scenes as the story follows a Serpent and the Rainbow kind of plotline. The acting is not bad but the dialogue is hokey (my version was dubbed) but the real success is the soundtrack which varies from spooky to psychedelic rock and the witches cackle which was perfect except overdone. Havent heard a cackle like that since Margaret Hamilton. The films editing is a bit choppy as it combines elements of early 80's f/x ("Tron" style) with Asian martial arts. Overall worth the watch, but not the Indonesian Psycho...but how would I know.

Ik weet het niet. Of deze persoon is mentaal erg zwak, of hij was straalbezopen of het is een grap. Want iemand die dit serieus meent over deze film moet doodgeschoten worden. ‘Léak’ is een misdaad jegens de mensheid. Bah.

Labels: ,