woensdag, juni 28, 2006

Les Week-ends maléfiques du Comte Zaroff ***1/2

Regie: Michel Lemoine (1974)


Waarom deze horrorfilm in het Engels ‘Seven Women for Satan’ heet mag Joost weten, maar verder vond ik dit een zeer aangename verrassing. De invloeden van deze film zijn overduidelijk: het dromerige existentialisme van Jean Rollin minus de vampieren en het overdadige vrouwelijke schoon met de kleurenfilters van Jess Franco, terwijl een scène waarin een masturberende vrouw voor een drietal spiegels in de weer is met een blauwe boa rechtstreeks uit een Radley Metzger film gewandeld lijkt. De eclectische soundtrack schiet uiteraard weer alle kanten op behalve de logische, iets wat ik altijd wel kan waarderen. Ik was behoorlijk moe en ik twijfelde of ik de film nog wel moest kijken, maar ik ben zeer blij dat ik het gedaan heb, want de dromerige, meanderende sfeer is juist geschikt om half slaperig midden in de nacht te kijken, want dan is de impact van dit soort films maximaal. Voor de conventionele filmkijker is zo’n film een ware nachtmerrie, maar ik heb mijn latenight entertainment erg graag op deze wijze.

Labels: ,

woensdag, juni 21, 2006

Night of the Hunter *****

Regie: Charles Laughton (1955)


Dat Charles Laughton een fenomenaal acteur was wist ik al, want je hoeft enkel naar zijn rol in bijvoorbeeld Billy Wilder’s ‘Witness for the Prosecution’ te kijken om daar achter te komen. Hij heeft echter ook exact een film geregisseerd en dat is het sublieme ‘Night of the Hunter’. Robert Mitchum zet een heerlijke rol neer als sadistische en moraalloze gek die zover wil gaan om twee kinderen uit de weg te ruimen om een hoop poen te bemachtigen. Het is een onderwerp dat zeker in Hollywoodfilms uit deze tijd verre van gemeengoed is en enkele behoorlijk grimmige scènes voelen zeer on-Hollywood aan. Daarnaast is de film feitelijk een sprookje, verteld vanuit het perspectief van twee kleine kinderen, ook al niet direct normaal in deze periode, zelfs buiten Hollywood (Clement’s ‘Jeux Interdits’ uit 1952 is het enige voorbeeld wat me direct te binnen schiet), waarbij vooral de jonge knul een puike prestatie neerzet. Verder zijn er eervolle vermeldingen voor Shelly Winters (ook al is haar rol zeer klein) en zwijgende film veterane Lilian Gish, die een zeer memorabele en warme indruk achter laat. Het is echter vooral de visuele wijze waarop Laughton zijn verhaal over goed en kwaad in beeld brengt die het meest imponeert. Dat Laughton zijn inspiratie voor de belichting, decors en composities haalde uit het Duitse Expressionisme is overduidelijk, maar het werkt hier allemaal perfect, want het spel met licht en donker, evenals de tegenstelling van abstractie en het picturale werkt hier allemaal de thematiek op indrukwekkende wijze in de hand. ‘Night of the Hunter’ is een behoorlijk unieke film en essentieel kijkvoer voor iedereen. Maar een film met een dergelijke compositie zou toch iedereen over de streep moeten trekken?

dinsdag, juni 20, 2006

For Y’ur Height Only **1/2

Regie: Eddie Nicart (1980)


Deze Filippijnse variant van James Bond staat te boek als een van de meest onzinnige en krankzinnige films aller tijden en daar is geen woord van gelogen. Maar goed, zoiets heb je al snel met het basisgegeven van een dwerg in een Saturday Night Fever-achtig wit maatpak als geheim agent, die vervolgens ook nog zeer bedreven blijkt in karate, schieten, mensen bijten en met een jetpack door de lucht scheren en meer mensen neermaait als Arnie in ‘Commando’. Het enige probleem was dat ik het zeer snel gezien had en het geheel me maar zeer matig kon bekoren. Volgende keer toch maar eerst een fles whisky achterover slaan…

Labels:

donderdag, juni 15, 2006

A Wedding ***1/2

Regie: Robert Altman (1978)


Het is op zich logisch dat Robert Altman zich ooit gewaagd heeft aan een film over een bruiloft. Immers, zijn kenmerkende stijl van veel te veel personages in een semi-geïmproviseerde, rommelige filmwereld waar iedereen dwars door elkaar heen praat en er allerlei dingen tegelijkertijd in hetzelfde frame gebeuren, leent zich perfect voor een hectische bruiloftfarce waarin alles zorgvuldig gepland is, maar alles desalniettemin volledig fout loopt. Toch wordt ‘A Wedding’ nimmer tot Altman’s beste werken gerekend, waar op zich iets voor te zeggen valt omdat het een bepaalde brille en focus mist. Dat gezegd hebbende is dit een zeer onderhoudende film van typische Altman snit, waarmee ik me kostelijk vermaakt heb. Voor Altman adepten is ‘The Wedding’ essentieel materiaal, voor de rest vermoedelijk wat minder, gezien het feit dat zijn meanderende stijl veel mensen snel gaat vervelen.

Labels:

Quintet ****

Regie: Robert Altman (1979)


Ik heb mijn enorme bewondering voor Robert Altman nooit onder stoelen of banken gestoken en het chronisch onverkrijgbare ‘Quintet’ stond dan ook bijzonder lang zeer hoog op mijn verlanglijstje. Nu is deze film, welke bij release unaniem is neergesabeld, dan eindelijk op DVD verkrijgbaar en ik kan niet anders zeggen dan dat hij zijn reputatie van grandioze mislukking waarmaakt. De ingrediënten: de hele film is geschoten door een soort filter, waarbij de zijkanten van het scherm constant wazig zijn, waardoor de film er uit ziet alsof je door een glazen bol kijkt; de decors en kostuums zijn de meest krankzinnige sinds, weet ik veel, ‘Das Kabinett des Doktor Caligari’ uit 1919; de soundtrack bestaat uit volkomen dissonante toestanden met een vleugje Tubular Bells; het verhaal behelst iets van een apocalyptische ijswereld waarin mensen een soort van backgammon spelen waarbij de verliezer vermoord wordt en gevoerd wordt aan de honden; het verhaal sleept zich ook nog eens voort op een tempo waarbij Bela Tarr in vergelijking een achtbaan lijkt; de cast bestaat uit sterren van internationaal allooi: een Amerikaan (Paul Newman), een Zweedse (Bibi Andersson), een Spanjaard (Fernando Rey) en een Italiaan (Vittorio Gassman); en de regisseur (Altman dus) was op dat moment zo’n beetje aan het einde van zijn commerciële carrière dus het is werkelijk een mirakel hoe hij deze dure film heeft kunnen maken.

Het resultaat? Tja, dat is erg moeilijk te omschrijven. Laat ik het creatief doen door te zeggen dat het een mengelmoes is van Nicholas Ray’s ‘The Savage Innocents’, Jean-Luc Godard’s ‘Alphaville’ en een beetje van Lucas’s ‘Star Wars’. Maar dat doet de film uiteraard ook geen recht. Is het een goede film? Ik zou die vraag werkelijk niet kunnen beantwoorden, want deze film laat zich op geen enkele wijze naar conventionele standaarden beoordelen. Ik kan wel zeggen dat het een ronduit fascinerende kijkervaring was, die je volgens mij wel enkel midden in de nacht met een fles whisky erbij kunt ondergaan. ‘Quintet’ is inderdaad even merkwaardig, iconoclastisch en onbegrijpelijk als iedereen zegt.

Labels:

woensdag, juni 14, 2006

What Ever Happened to Baby Jane? ****

Regie: Robert Aldrich (1962)

Deze hoogst interessante film zou een heus subgenre opleveren, de ‘Grand Dame Guignol’, waarin vrouwelijke sterren op leeftijd niet helemaal lekker meer zijn in de bovenkamer en aan het moorden slaan. Ik vond de omschrijving ‘Sunset Boulevard meets Psycho’ wel een zeer treffende, hoewel ook een film als ‘Misery’ hier duidelijk op geënt is. Zoals gebruikelijk bevatten volgende films meer bloed en smerigheid en bedient deze film zich nog van psychologische horror, hoewel er een aantal scènes inzit die duidelijk de veranderende tijden in Hollywood reflecteren. Dat gezegd hebbende is de wat ziekelijke sfeer van de film sowieso beduidend anders dan veel films uit deze tijd en er was dan ook een iconoclast als Robert Aldrich voor nodig om zo’n film te maken. Aldrich vond het -in tegenstelling tot bv. Kubrick- juist zeer interessant om in Hollywood te blijven werken om zo tegen de stroom op te moeten roeien en dan krijg je dit soort subversieve werken. Samen met topcameraman Ernest Haller weet Aldrich het geheel meer dan uitstekend in beeld te brengen met zijn kenmerkende opmerkelijke cameraposities (vaak van bovenaf), terwijl ook de met een Oscar bekroonde kostuums en de arthouse-achtige (Felliniesque?) belichting er wezen mogen. Maar de ster van de show zijn uiteraard de twee actrices, Joan Crawford en Bette Davis. Van Crawford ben ik nooit zo’n fan geweest totdat ik haar ingetogen performance hier zag, want daar moet je wel van houden. En dan Bette Davis die met haar krankzinnige rol werkelijk alle ijdelheid aan de kant zet en echt all the way gaat. Ze schmiert zich op indrukwekkende wijze een weg door de film en slaagt erin tegelijkertijd geloofwaardig als grotesk te zijn. De film duurt met zijn 133 minuten waarschijnlijk iets te lang, ook al wordt de psychologische neergang van de karakters daardoor wel voelbaar. ‘What Ever Happened to Baby Jane’ is een klein subversief meesterwerkje dat liefhebbers van alternatieve Hollywood cinema niet mogen missen.

Labels:

zondag, juni 04, 2006

The Incredibly Strange Creatures Who Stopped Living and Became Mixed-Up Zombies!!? ***

Regie: Ray Dennis Steckler (1964)

Nou, mijn eerste filmervaring van Ray Dennis Steckler met een titel die eerst luidde ‘The Incredibly Strange Creature: Or Why I Stopped Living and Became a Mixed-up Zombie’, maar omdat dat teveel leek op de titel van een bepaalde film die een zekere Stanley Kubrick op dat moment aan het maken was, werd de titel aangepast. Geadverteerd als ’s werelds eerste zombiemusical is dit cult zoals cult bedoeld is. Of misschien zou je het zelfs camp kunnen noemen. Normale mensen moeten hier minstens honderd kilometer afstand van houden, maar gestoorde figuren die hun films graag in de diepste krochten van de filmwereld gemaakt zien worden, kunnen hier best een vermakelijke tijd aan beleven. Als je namelijk door alle fouten, onlogische shots en amateurisme heenkijkt, is er best wat te genieten. Zo is er bijvoorbeeld een zeer leuke droomsequentie, een hypnowiel dat rechtstreeks uit Marcel Duchamp’s ‘Anemic Cinema’ lijkt gedraaid, krankzinnige shots van kermislichten die een rechtstreeks ode lijken aan Man Ray’s avant-garde klassieker ‘Retour a la Raison’ en indrukwekkende achtbaanshots. Het beste element van deze film is sowieso het camerawerk, met talloze krankzinnige bewegingen en trucs die technisch vaak behoorlijk gecompliceerd zijn, wat echt niet de eerste de beste knoppendrukker kan. Maar als je bedenkt dat mensen als László Kovács (oa. ‘Easy Rider’) en Vilmos Zsigmond (oa. ‘Close Encounters of the Third Kind’, ‘Deliverance’ en allerlei Robert Altman films) hier achter de camera hebben gestaan, wordt de technische virtuositeit in deze lowbudget flick ineens verklaard. Het audiocommentaar van de immer scherpe en ironische Joe Bob Briggs is zeer vermakelijk en inzichtelijk en maakt de film helemaal draaglijk. Misschien niet de film die ik verwacht had, maar terecht een cultklassieker.

Labels: