woensdag, februari 28, 2007

Some Came Running ****1/2

Regie: Vincente Minnelli (1958)


Vincente Minnelli is voornamelijk bekend vanwege zijn klassieke musicals, maar hij was ook ontzettend sterk in broeierige en gewaagde melodrama’s, films die destijds verworpen werpen door de critici maar in later jaren samen met vergelijkbare films van mensen als Douglas Sirk en Nicholas Ray onthaald zijn als scherpe kritieken op de onderdrukkende jaren ’50 moraal. Al direct vanaf de zeer sterke openingsmuziek van Elmer Bernstein is de toon gezet en heb je het gevoel naar een zeer bijzondere film te gaan kijken wat de rest van de film vrijwel steeds bevestigt. Een ijzersterke cast aangevoerd door Frank Sinatra, Dean Martin en een jonge Shirley MacLaine zet hoogst memorabele personages weg, personages die heerlijk gelaagd en complex zijn. Andrew Sarris verweet Minnelli in een beroemde uitspraak dat hij meer geloofde in schoonheid dan in kunst, een van de weinige keren dat Sarris het mis had volgens mij. Want hoewel Minnelli uiteraard grote waarde hechtte aan uiterlijke schoonheid (iedere film van hem bevestigt dat, het zijn triomfen van decors, kleding, belichting etc.), wist Minnelli ook de essentie van het leven soms echt te vatten, ook een kunst op zich in mijn ogen. Een ogenschijnlijk vrolijke musical als ‘Meet me in St. Louis’ is vele malen donkerder en meer doorwrochten met levenswijsheid dan de oppervlakte doet vermoeden en ‘Some Came Running’ legt deze grip op het leven nog meer en duidelijker aan de oppervlakte. Sterker nog, ik vind het juist die combinatie tussen de overdadige oppervlakte schoonheid en doorleefdheid die deze film zo bijzonder maakt. De muziek van Bernstein is al eerder genoemd, maar speelt een grote rol, wat niet vreemd is natuurlijk want melodrama betekent letterlijk ‘drama begeleid door muziek’. Maar het is verre van standaard melodramatische muziek, hoewel ook die gebruikt wordt. Er is een werkelijk prachtige scène waarin Sinatra de tuin in loopt met Martha Hyer, begeleid door de meest romantische zwijmelmuziek, wat ondermijnd wordt door het einde van de scène waarin de muziek van toon verandert en Minnelli overigens ook het soort experimentele belichting gebruikt die Sirk in ‘All That Heaven Allows’ gebruikte, iets wat hij gedurende de hele film hier en daar doet. ‘Some Came Running’ is typisch voor het jaren ’50 subversieve melodrama, films die tegelijkertijd zowel realistisch als onrealistisch zijn: realistisch in thema’s en onderwerpen, maar vaak volledig onrealistisch in uitwerking en presentatie. Het is misschien (nog) niet het meesterwerk waar ik op gehoopt had, maar het is een bijzonder krachtige film uit een genre waar ik zo ontzettend van hou en de climax behoort tot het beste wat ik ooit van Minnelli gezien heb.

Labels: