Magic Mike (Steven Soderbergh, 2012) ****1/2
De eerste vraag die in me opkwam bij het kijken van
‘Magic Mike’ was: binnen welk genre valt deze film nou? Het meest logische
antwoord zou natuurlijk ‘drama’ zijn en dat is ook duidelijk de hoofdmodus van
de film. Maar tegelijkertijd is de film altijd slechts een of twee stappen
verwijderd van twee hele andere en bijna tegenstrijdige genres: de porno en de
horrorfilm. De associatie met porno is nogal voor de hand liggend: zo ongeveer
alle dialoogscènes lijken gefilmd alsof ze een pornofilm zijn, waarbij
Soderbergh enkel de camera weggezet heeft om er vervolgens acteurs op een nogal
houterige wijze wat knullige dialoog op te laten lepelen. Dit alles geeft in
combinatie met de sterke nadruk op het vele mannelijk naakt sterk het gevoel
dat je naar een (gay) pornofilm aan het kijken bent (was dat een penispomp in
het begin?), een associatie waar Soderbergh zich wel bewust van moet zijn
geweest. Uiteraard wordt deze belofte van porno nooit ingelost omdat de film
zelfs iedere suggestie van echte erotiek zorgvuldig lijkt te vermijden, waarmee
de film als geheel net zo’n grote [i]cocktease[/i] wordt als de stripacts die
zo centraal staan. Mede hierdoor en ook dankzij het constante gebruik van
kleurfilters, lijkt ‘Magic Mike’ misschien nog het meest op een Andrew Christian video, filmpjes die altijd op de rand van gay porno zitten
zonder dat ze dat ooit worden. Als je de Andrew Christian films los ziet, heb
je wellicht ook geen flauw idee dat het feitelijk enkel reclames zijn voor een bepaald
ondergoedmerk en dat is precies waarom het zo goed bij ‘Magic Mike’ past: in
beide gevallen is de connectie tussen seks en commercie zo sterk geworden dat
je jezelf moet afvragen of ze überhaupt nog te scheiden zijn of welke van de
twee de overhand heeft. Ooit was reclame bedacht om consumptieartikelen te
verkopen, maar de vraag is of er meer onderbroekjes verkocht worden dankzij die
hoogst geërotiseerde reclamefilmpjes. Feit is in ieder geval dat deze filmpjes
pakweg 10 jaar geleden nooit hadden kunnen bestaan, om nog maar te zwijgen van
nog langer geleden. Wat we dus zien is een geleidelijke ontwikkeling richting
steeds erotischer materiaal, waarbij er eerst voorzichtig reclames gemaakt
werden voor ondergoed, om vervolgens steeds verder en verder te gaan totdat ze
nu volledig op de rand van pornografisch materiaal zitten.
En dat is precies de situatie die in ‘Magic Mike’
geschetst wordt, waarin vrij duidelijk gemaakt wordt dat onze huidige
maatschappij dusdanig geseksualiseerd is, dat het een mechanisch
consumptiemiddel is geworden. De film is feitelijk de seksuele revolutie van de
jaren ’60 die volledig zijn doel voorbij geschoten is en waarin de beoogde
bevrijding enkel geleid heeft tot een nog grotere gevangenis. Seks is inmiddels
wellicht dusdanig normaal geworden in onze mainstream maatschappij dat het na
al die jaren enigszins bevrijd is van het schaamtestigma dat de georganiseerde
religie er altijd op heeft willen plakken, maar is daarmee zelf volledig
verdronken in zijn eigen vrijheid. Er is een verhaal dat toen Ernst Lubitsch
een poosje hoofd productie was bij Paramount in de jaren ’30 hij een enorme
hekel had aan regisseur Josef von Sternberg. Maar in plaats van Sternberg aan
banden te proberen leggen, gaf Lubitsch hem juist volledige creatieve vrijheid,
omdat hij wist dat de visie van Sternberg zo extreem was dat deze in zijn meest
pure vorm onhoudbaar zou zijn voor mainstream Hollywood. Lubitsch schijnt
gezegd te hebben: ‘give him too much rope, so he’ll hang himself’ en dat is
eigenlijk ook was er gebeurd is. Wat deze kleine anekdote wil zeggen is dat
volledige vrijheid op zichzelf een soort ideale situatie is, maar dat niet iedereen
hiermee om kan gaan en deze mensen dus altijd aan banden gelegd moeten worden.
‘Magic Mike’ suggereert heel duidelijk dat seks aan banden gelegd moet worden.
In zijn nooit afgemaakte fragment van wat ooit een
langere film had moeten worden, ‘Kustom Kar Kommandos’ wist Kenneth Anger als
geen ander hoe hij de onderliggende seksualiteit van de maatschappij moest
blootleggen. Onder de klanken van het liedje ‘Dream Lover’ van The Paris
Sisters zien we een aantal mannen op hoogst sensuele wijze een auto poetsen en
aan de versnellingspook voelen. Dat is zo ongeveer het enige wat er ‘gebeurt’
in de drie minuten die de film duurt, maar zoals altijd bij Anger krijgt de
film allerlei nieuwe dimensies door de wijze waarop hij verschillende elementen
met elkaar combineert. Allereerst is het cruciaal dat Anger de Paris Sisters
versie van ‘Dream Lover’ gebruikt, omdat de meest bekende versie die van Bobby
Darin is en Darin uiteindelijk zingt over een vrouw die zijn droomliefde is en
de Paris Sisters daar een man van hebben gemaakt. Hiermee krijgen de knulletjes
in de film direct een homoseksuele connotatie, wat nog eens vergroot wordt door
het feit dat Anger zijn camera zo liefdevol over hun lichamen laat gaan.
Diezelfde camera beweegt met evenveel liefde en lust over de auto in de film,
waardoor in combinatie met een grote roze plumeau, het glinsterende chroom van
de auto en het feit dat de zitting van de auto bekleed is met vuurrode lippen
de relatie tussen de jongens en de auto zeer sterk geërotiseerd wordt. Nog los
dat er een soort Cronenbergesque relatie tussen mens en machine wordt
gesuggereerd, weet Anger ook genadeloos de dunne scheidslijn tussen
homoseksualiteit en extreme macho heteroseksualiteit bloot te leggen. Want wat
hij hier belachelijk maakt is het idee dat veel ‘echte’ heteromannen bijna meer
aandacht en liefde in het poetsen en wassen van hun auto steken, dan dat ze aan
hun vriendinnen besteden en dat deze liefde en serviliteit ze sterk
vervrouwelijkt.
Een andere manier om te begrijpen wat Anger in ‘Kustom
Kar Kommandos’ (de titel verwijst naar de Klu Klux Klan, ook een ‘echte’
mannenwereld waarmee bovendien er een soort fascistisch element naar de film
wordt gebracht) doet, is middels de Kinsey schaal, die geïntroduceerd is door
de zeer invloedrijke seksuoloog Alfred Kinsey. Wat deze schaal suggereert (en
wat in mijn ogen onweerlegbaar is) is dat je de seksualiteit van iedere persoon
volgens een schaal van 0 tot 6 kunt meten, waarbij de 0 waarde volledige
heteroseksualiteit en 6 volledige homoseksualiteit betekent. De clou hiervan is
uiteraard dat er vrijwel geen mens op aarde volledig bij de meest extreme
waarden zit, maar altijd ergens tussenin, wat dus zoveel wil zeggen dat iedere
persoon biseksuele tendensen heeft en het enkel een kwestie is hoe deze tendensen
zich ontwikkelen. Als homo heb ik nooit problemen gehad met deze schaal, omdat
ik het niet meer dan normaal vind ook hetero-eigenschappen te hebben, maar de
meeste hetero’s die ik spreek breekt het bijna in angstzweet uit als ze moeten
toegeven dat er ook maar de kleinste fractie van homoseksuele gevoelens in ze
schuilt. Terwijl het me toch duidelijk lijkt dat ook (of zelfs juist)
heteromannen liefde kunnen voelen voor andere mannen, ook al ‘beperkt’ zich dat
slechts tot vriendschap. Affectie en genegenheid voor iemand van dezelfde sekse
is ook, al zij het licht, een vorm van seksualiteit en deze wereld zou een stuk
gemakkelijker (en meer ruimdenkend) zijn als iedereen eens niet zo bang zou
zijn om dit te erkennen en simpelweg te accepteren. Deze wereld kan alleen
begrepen worden in gradaties, niet in absoluten. Het probleem van ‘Magic Mike’
is dat de Kinsey schaal volledig op hol geslagen is en er een bevrijding heeft
plaatsgevonden die zich enkel beperkt tot het vertonen van seks op zichzelf en
niet tot seksuele oriëntatie.
Waar Anger in 1965 dus duidelijk naar streefde was een
bevrijding van monolithische noties van seksualiteit, maar het lijkt me
duidelijk dat hij niet geanticipeerd zou hebben dat deze ontwikkeling niet zou
leiden tot seksuele bevrijding maar anarchie en verwarring. Seks mag nu wel
bevrijd zijn van het religieuze schaamtekorset, maar het is in het proces ook
ergens volledig gescheiden van iedere vorm van spiritualiteit en emotie. Want
waar de seksuele samenkomst van twee (of meer) mensen zou moeten leiden tot
zowel een fysieke als emotionele samensmelting (1+1=3), daar lijkt dat laatste
tegenwoordig uit de vergelijking verdwenen te zijn, zodat je een soort 1+1=1
krijgt. Seks en naakt zijn in onze huidige maatschappij zo strikt gescheiden
van enige vorm van emotie of spiritualiteit dat er enkel nog een nadruk is op
het uiterlijk en de innerlijke mens volledig verwaarloosd wordt. Ik denk dat
dit ook precies is wat Anger met zijn meest recente film Missoni (2011) duidelijk wil maken. Het is een soort reclamefilm in opdracht voor
een modehuis, maar Anger zou niet de visionaire film ‘magus’ zijn die hij is
als hij niet een dergelijke opdrachtfilm meer kon maken dan ‘slechts’ een
reclame. Zoals te verwachten bij een reclame voor een modehuis, is er een
sterke nadruk op het oppervlakte aspect, met veel aandacht voor mooie gezichten
en kleren. De wijze waarop Anger het echter in beeld brengt, suggereert iets
totaal anders, omdat het constante gebruik van psychedelische effecten zoals
het kleurgebruik en het over elkaar leggen van beelden de film duidelijk
associeert met de hippie beweging van de jaren ’60. Anger kan hiermee wegkomen
omdat zoiets welhaast van hem verwacht wordt gezien zijn sterke associatie met
geestverruimende psychedelica in zijn jaren ’60 en ’70 films, maar het
suggereert tegelijkertijd ook heel sterk een splitsing tussen het innerlijke en
het uiterlijk. Door de moderne mode te koppelen aan het op het innerlijk
gerichte hippiestroming, wijst Anger op de bijna schizofrene splitsing tussen
het innerlijk en uiterlijk dat onze moderne maatschappij zo sterk typeert.
Alles in het huidige tijdperk is gericht op het uiterlijk, waarbij mannen vaak
nog meer tijd voor de spiegel doorbrengen dan vrouwen en het praktisch van je
verwacht wordt dat je minstens een aantal keer per week naar de sportschool
gaat om je goddelijke lichaam te kunnen showen in de discotheek. Alles is
gericht op directe en oppervlakkige genoegdoening, waarbij de innerlijke mens
vrijwel volledig verwaarloosd wordt. En de moderne mens als mooie maar
oppervlakkige huls komt in vrijwel geen enkele film zo sterk naar voor als
‘Magic Mike’.
Dat is ook de reden dat naast de pornofilm ook de
horrorfilm constant op de loer ligt in ‘Magic Mike’. Er is geen enkele ruimte
voor ook maar enige diepzinnigheid in de wereld van de film en de personages
zijn net zo vlak en leeg als het digitale video waar ze op geschoten zijn.
Dario Argento wilde in ‘Suspiria’ eerst 10 jarige meisjes over de kling jagen,
maar mocht dat uiteindelijk niet doen dus om toch die suggestie in de film te
houden, maakte hij de dialoog bewust kinderachtig om daarmee de jonge leeftijd
nog enigszins te suggereren. Het punt is dat de dialoog in ‘Magic Mike’ in
exact dezelfde categorie zit, waarbij je praktisch al blij lijkt te moeten zijn
dat de mensen zelfs die eenvoudige zinnetjes nog uit hun mond kunnen krijgen.
Het is een wereld bevolkt door mensen die lichamelijk volledig volwassen en
rijp voor seks zijn, maar die mentaal het leven van een klein kind hebben. Als
Mike en Adam ontzettend volwassen van een brug in het water springen om de
aanwezige grietjes te imponeren, weet Adam zonder blikken of blozen tegen Mike
te zeggen dat hij vindt dat ze voortaan ‘best friends’ zouden moeten zijn. Twee
kerels die hardop uitspreken dat ze elkaars beste vriend willen worden, dat heb
ik volgens mij niet meer gehoord sinds de kleuterklas maar het typeert wel het
emotionele leven dat deze mensen leiden. Ze zijn allemaal te mooi en geil voor
woorden, maar hun gebrek aan ook maar een rudimentair emotioneel leven is meer
beangstigend dan menig horrorfilm die ik gezien heb. Het feit dat diezelfde
mensen wel leven van seks en hun lichaam, is daarmee het equivalent van een
klein kind dat met een aansteker speelt.
Er zijn verschillende critici die het soort films met een
ongewone nadruk op spektakel en special effects (laten we zeggen de Michael
Bay-filmschool) als post-human hebben gelabeld, omdat die film als het
ware de mens ‘voorbij’ zijn. Als we het daarmee eens kunnen zijn, zou je ‘Magic
Mike’ als post-sexual kunnen omschrijven. Ik zal niet ontkennen dat ik
als homo het vele naakt vervelend vond om te zien, maar net als Showgirls
(een film die duidelijk een voorloper is), zijn alle naaktscènes absoluut niet
erotisch of opwindend. Het is alsof wat ooit een combinatie van seks en emotie
was, nu een combinatie van seks en commercie is geworden en deze samensmelting
geleid heeft tot een gemechaniseerde samenleving waarin seks net zo
gebruikelijk (en niet-speciaal) is geworden als bijvoorbeeld eten (de film zelf
lijkt hier in ieder geval subtiel op te wijzen door de vele verwijzingen naar
eten). Het gevolg is een nog grotere gevangenis, omdat seks wel gemakkelijker
geworden is, maar er niets wezenlijks veranderd is aan de angst voor echte
seksuele vrijheid. Hiermee komen we op een punt waarmee de film duidelijk
verbonden is aan ‘Kustom Kar Kommandos’: dat van de onderliggende homo-erotiek
onder een al te opzichtig heterodynamiek. Ik heb de film zelf niet in de
bioscoop gezien, maar heb vernomen dat het publiek voor de film vooral bestond
uit vrouwen en homo’s, wat te verwachten was dankzij de enorme hoeveelheid aan
mannelijk naakt – iets waar veel heteromannen nog altijd wat zenuwachtig van
worden en de demografie van het publiek van de film bewijst op zichzelf al de
problemen waar ‘Magic Mike’ mee worstelt. De film zelf is zich duidelijk bewust
van deze paradox en er zijn twee momenten waarop het duidelijk aangekaart wordt
zonder dat het woord ‘gay’ ook maar ergens echt uitgesproken wordt.
Het eerste moment is als de zus van Adam zijn tas met
accessoires gevonden heeft en daar duidelijk uit opmaakt dat haar broer homo
is, omdat normale hetero’s niet direct een tas vol pikant ondergoed bij zich
hebben. Als ze vervolgens ziet dat hij zijn benen aan het scheren is, maakt dat
het er niet beter op, ondanks dat Adam zelf het hevig ontkent en zijn reactie
duidelijk maakt dat hij zich niet bepaald gemakkelijk voelt bij deze suggestie.
De scene is een komische noot in de film, maar tegelijkertijd ook een ‘Kustom
Kar Kommandos’-achtige knipoog naar het feit dat al te zeer hetero gedrag vaak
meer gemeen heeft met homoseksualiteit dan waar de meeste mensen zich
gemakkelijk bij voelen. Het tweede moment is veel later in de film als dezelfde
Adam inmiddels de wereld van het strippen volledig binnengerold is en hij ook
langzaam onderuit aan het gaan is door de druk van die wereld en het bijkomend
drugsgebruik wat nodig lijkt te zijn om die levensstijl vol te houden. Als hij
met een grietje een kamer binnenkomt, ligt daar al een ander stel. Als hij
binnenkomt voelt hij zich nogal ongemakkelijk dankzij de aanwezigheid van een
kerel, maar nadat deze hem wat drugs gegeven heeft, verdwijnen zijn remmingen
als sneeuw voor de zon. Zoals altijd in de film wordt de echte seks ons
discreet onthouden en enkel gesuggereerd door een Klassiek Hollywood-achtige
fade out, maar niet voordat er sterk gehint wordt dat er een soort orgie zal
plaatsvinden, waarbij toch ook minstens enkele homoseksuele handelingen verricht
zullen worden.
Wat een progressief en bevrijdend moment had moeten zijn,
is in werkelijkheid echter bijna verstikkend omdat het zo overduidelijk zonder
enige passie of emotie gebeurt – het moment is mijlenver verwijderd van laten
we zeggen ‘Sunday Bloody Sunday’ (1971). Het seksleven van de personages in ‘Magic
Mike’ is net zo strikt gescheiden van emotie als de seksuele handelingen die ze
op het podium verrichten en ze zijn enkel in staat om hun lichaam te gebruiken
en laten gebruiken. Zoals alles in de film is het moment post-seksueel. Adam
lijkt in dit moment (en feitelijk ook de rest van de film) wel akelig veel op
het Joe Dallesandro personage in bijvoorbeeld Andy Warhol’s ‘Flesh’ (Paul
Morrissey, 1968). In een van de meest memorabele momenten van die film wordt
Dallesandro oraal bevredigd terwijl hij op een bank zit te praten met iemand,
zonder dat hij dit feit zelfs maar erkent – hij blijft gewoon doorpraten alsof de vrouw in
zijn schoot er totaal niet is. Dallesandro’s gehele screen persona was volledig
gebouwd op een dergelijke complete scheiding van lichaam en emotie. Het beperkt
zich echter niet alleen tot iemand als Dallesandro, maar kan probleemloos
uitgebreid worden naar alle legendarische Superstars uit Andy Warhol’s Factory.
Het kijken van een film als ‘Magic Mike’ verscheelt daarom ook niet eens zo
heel veel van het zien van bijvoorbeeld Warhol’s fascinerende 210 minuten
durende epos ‘Chelsea Girls’ (1966). Aan de ene kant ben je in ‘Chelsea Girls’ volledig
gehypnotiseerd door al die mooie mensen op wiens gezichten de camera zo
liefdevol blijft hangen (soms minutenlang), maar tegelijkertijd voel je meer
dan een beetje afschuw voor de leegheid van hun levens en bestaan. Jonas Mekas
wist de film zeer treffend te omschrijven:
“The
lives that we see in this film are full of desperation, hardness and terror…
the terror and desperation of Chelsea Girls is a holy terror!... It’s
our godless civilization approaching the zero point. It’s not homosexuality, it’s not lesbianism, it’s
not heterosexuality: the terror and hardness we see in Chelsea Girls is the
same terror and hardness that is burning Vietnam and it’s the essence and blood
of our culture, of our ways of living: this is the Great Society.”
In de episode van Eric Emerson wordt de gehele filosofie
achter die film vrij expliciet gemaakt, als hij voor de camera een striptease
act uitvoert. Hij kan dit probleemloos doen, zegt hij, omdat mensen dan wel
zijn naakte lichaam zien, maar niet wat er in hem zelf, achter het naakte
lichaam, schuil gaat. Hij geeft net genoeg bloot om mensen tevreden te houden,
maar houdt bewust het echte deel van hemzelf gesloten. Warhol zelf deed de
beroemde uitspraak:
“If you
want to know Andy Warhol, just look at the surface of my paintings, of my
films, of me. That’s me. There’s nothing underneath.”
Het zou een vergissing zijn om deze uitspraak te
letterlijk te nemen, want er zit altijd meer in Warhol dan hij geclaimd heeft. Ondanks
een hele duidelijke nadruk op de oppervlakte en de constante pogingen om te
ontkennen dat er meer is dan enkel die oppervlakte, is er in Warhol altijd iets
dat onder die oppervlakte schuil gaat, zowel emotioneel als in zijn esthetiek.
Het is juist die dualiteit die een enorme kracht aan zijn werk verlenen. Het probleem
is echter dat waar het ‘low life in high heels’ (in de onsterfelijke
omschrijving van Superster Holly Woodlawn) van de Factory Supersterren een
bewuste keuze en bovendien de ultieme vorm van underground cultuur was, dit nu
in ‘Magic Mike’ zonder het bewustzijn de mainstream in gekomen lijkt te zijn.
We kunnen het nu niet langer afdoen als een groep freaks of outcasts, maar iets
wat wijst op een groter probleem van onze cultuur als geheel. Daarnaast heeft ‘Magic
Mike’ (de wereld zoals die afgebeeld wordt in de film, niet de film zelf)
feitelijk de belofte van Warhol’s statement ingelost: er is nu echt niets meer
underneath. Waar er ooit in Warhol nog sprake was van een kunstzinnige
diepte onder alle oppervlakkige leegheid, daar is die kunstzinnige diepte nu
volledig opgeslokt door commerciële leegte – wat natuurlijk extra ironisch is,
omdat niemand zo veel pogingen heeft gedaan om kunst en commercie samen te brengen
als Andy Warhol. Dat is ook de reden dat het post-seksuele element van ‘Magic
Mike’ zo angstaanjagend is: in plaats van de anamorfe seksualiteit van de
wereld van Warhol waarin feitelijk enkel nog sprake was van seksualiteit op
zichzelf zonder enige categorie, daar staat diezelfde seksualiteit in ‘Magic
Mike’ alleen nog maar in dienst van de commercie. Waar Jonas Mekas nog sprak
over het naderen van het ‘zero point’ van de beschaving, daar heeft diezelfde
beschaving dat punt anno ‘Magic Mike’ heel duidelijk allang bereikt en
misschien zelfs wel overschreven.
De enige persoon die zich aan deze spirituele malaise
lijkt te (kunnen) ontrekken is het Channing Tatum personage, Magic Mike. Of dat
is althans wat het personage ons wil doen laten geloven als hij expliciet
claimt dat hij het werk alleen voor het geld doet en hij zelf niet zijn werk
is. Het blijft altijd onduidelijk of hij hiermee ook volledig blind voor
zichzelf is en het slechts loze woorden zijn of dit ook echt zo is. Het lijkt
er op dat de film naar het laatste lijkt te neigen, gezien bijvoorbeeld het
feit dat hij een groot deel van zijn gespaarde centjes gebruikt om de schulden
van Adam af te kopen, maar dat zou natuurlijk ook enkel een soort afkopen van
een schuldgevoel kunnen zijn omdat hij degene is die Adam in de wereld gezogen
heeft. Daartegenover staat weer dat hij wel op zoek is naar echte genegenheid
maar ook duidelijk niet in de gaten heeft dat Joanna hem gebruikt als fuck
puppet (om maar even de term van Brenda uit ‘Six Feet Under’ te gebruiken).
Het zou extreme naïviteit kunnen zijn, maar wat voor relatie moet het geweest
zijn als je echt niet in de gaten hebt dat je enkel om je lichaam gebruikt
wordt? Omdat de film ook (deels) op het leven van Tatum zelf gebaseerd is, doet
de vraag zich voor of het een soort moderne ‘General Idi Amin Dada: A Self
Portrait’ (waarbij de beruchte generaal al zijn medewerking verleende aan een
portret wat uiteindelijk ontzettend negatief over hem was) is, of dat het echt
de bedoeling is dat Magic Mike echt uit de wereld kan ontsnappen omdat hij
uiteindelijk wel zelfinzicht heeft.
Er is duidelijk een aantrekkingskracht tussen Mike en de
zus van Adam, Brooke en zij is een van de weinige relaties die we binnen de
film hebben tot de ‘normale’ buitenwereld, los van het stripperwereldje. Ze
laat er ook geen misverstand over bestaan dat ze niets met Mike te doen wil
hebben, zolang hij een stripper is, wat er op lijkt te wijzen dat ze vrij negatief
tegenover het beroep staat, maar de grote vraag is in hoeverre dit hypocriet of
oprecht is. Want nog los van het feit dat ze tijdens de show zelf ook lijkt te
genieten, doet ze zo goed als geen enkele poging om haar broer uit die wereld
te trekken. Dat zou er op kunnen duiden dat ze weinig om haar broer geeft, maar
dat is niet consistent met de rest van haar karakter. Waar het dus meer op
lijkt te wijzen is dat ze wel negatief tegenover de stripwereld staat, maar
zelf ook redelijk blind is voor de problemen die een dergelijke leefwereld met
zich meebrengt en ze het om die reden blijkbaar ook geen probleem vindt dat op
het moment dat Mike uit de wereld gaat stappen, haar eigen broer steeds verder
in diezelfde wereld verdwaalt. Wat dus zoveel wil zeggen dat ook Brooke iets
leger en oppervlakkiger is dan ze zelf wil doen geloven. Het einde is nogal
ambigu: omdat het ontbijt tentje waar ze willen gaan eten nog lang niet open
is, besluiten Mike en Brooke om maar seks te gaan hebben om daarmee de tijd te
doden. Hiermee wordt andermaal de het verband tussen seks en eten gelegd en
moeten we ons bovendien afvragen om mensen als Mike überhaupt wel het potentieel
hebben om meer uit seks te halen dan een puur lichamelijke ervaring. Is het dus
een ontsnapping aan of enkel een voortzetting van de seksuele en emotionele
malaise die onze maatschappij typeert? Nu zullen mensen wellicht vertwijfeld uitroepen dat de stripwereld van 'Magic Mike' niet representatief is voor de maatschappij als geheel, maar feit is dat dit soort praktijken wel voortkomen uit deze maatschappij en er niemand lijkt te zijn die er vreemd van opkijkt, wat zoveel wil zeggen als dat het allemaal volledig sociaal geaccepteerd is. En kunst is altijd een neerslag van de maatschappij waar het uit voortkomt.
Uit de feiten weten we natuurlijk dat Tatum zijn eigen
stripverleden wel heeft kunnen ontsnappen en hij een grote Hollywood ster
geworden is, maar binnen de wereld van de film blijft dat onduidelijk. Er wordt
nogal wat nadruk op gelegd dat Mike de grootste moeite heeft om zijn geld te
kunnen investeren vanwege zijn verleden en op het einde lijkt Mike de strip
wereld de rug toe te keren. De vraag hoe we het einde moeten lezen, komt in
principe neer hoe we de rest van de film lezen: als een soort moderne variant op
de Faust mythe, waarbij mensen als Adam en Mike hun ziel verkopen voor wat snel
geld en lekkere wijven (met een briljante Matthew McConaughey als de Duivel)
waarbij er geen weg meer terug is; of dat het een soort versie is van een
moderne gangster film, waarbij mensen de eenvoudige weg kiezen voor het grote
geld, een poosje als god in Frankrijk kunnen leven, maar uiteindelijk altijd
ten val komen en waarbij het altijd de vraag is of mensen voor die val tot
inkeer kunnen komen en zich kunnen losmaken van die wereld. Of om het nog op
een andere manier te zeggen: presenteert Soderbergh een hopeloos verloren
wereld of is er nog een sprankje hoop voor de mensheid?
Labels: Steven Soderbergh
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home