zondag, oktober 21, 2012

Magic Mike (Steven Soderbergh, 2012) ****1/2


De eerste vraag die in me opkwam bij het kijken van ‘Magic Mike’ was: binnen welk genre valt deze film nou? Het meest logische antwoord zou natuurlijk ‘drama’ zijn en dat is ook duidelijk de hoofdmodus van de film. Maar tegelijkertijd is de film altijd slechts een of twee stappen verwijderd van twee hele andere en bijna tegenstrijdige genres: de porno en de horrorfilm. De associatie met porno is nogal voor de hand liggend: zo ongeveer alle dialoogscènes lijken gefilmd alsof ze een pornofilm zijn, waarbij Soderbergh enkel de camera weggezet heeft om er vervolgens acteurs op een nogal houterige wijze wat knullige dialoog op te laten lepelen. Dit alles geeft in combinatie met de sterke nadruk op het vele mannelijk naakt sterk het gevoel dat je naar een (gay) pornofilm aan het kijken bent (was dat een penispomp in het begin?), een associatie waar Soderbergh zich wel bewust van moet zijn geweest. Uiteraard wordt deze belofte van porno nooit ingelost omdat de film zelfs iedere suggestie van echte erotiek zorgvuldig lijkt te vermijden, waarmee de film als geheel net zo’n grote [i]cocktease[/i] wordt als de stripacts die zo centraal staan. Mede hierdoor en ook dankzij het constante gebruik van kleurfilters, lijkt ‘Magic Mike’ misschien nog het meest op een Andrew Christian video, filmpjes die altijd op de rand van gay porno zitten zonder dat ze dat ooit worden. Als je de Andrew Christian films los ziet, heb je wellicht ook geen flauw idee dat het feitelijk enkel reclames zijn voor een bepaald ondergoedmerk en dat is precies waarom het zo goed bij ‘Magic Mike’ past: in beide gevallen is de connectie tussen seks en commercie zo sterk geworden dat je jezelf moet afvragen of ze überhaupt nog te scheiden zijn of welke van de twee de overhand heeft. Ooit was reclame bedacht om consumptieartikelen te verkopen, maar de vraag is of er meer onderbroekjes verkocht worden dankzij die hoogst geërotiseerde reclamefilmpjes. Feit is in ieder geval dat deze filmpjes pakweg 10 jaar geleden nooit hadden kunnen bestaan, om nog maar te zwijgen van nog langer geleden. Wat we dus zien is een geleidelijke ontwikkeling richting steeds erotischer materiaal, waarbij er eerst voorzichtig reclames gemaakt werden voor ondergoed, om vervolgens steeds verder en verder te gaan totdat ze nu volledig op de rand van pornografisch materiaal zitten.

En dat is precies de situatie die in ‘Magic Mike’ geschetst wordt, waarin vrij duidelijk gemaakt wordt dat onze huidige maatschappij dusdanig geseksualiseerd is, dat het een mechanisch consumptiemiddel is geworden. De film is feitelijk de seksuele revolutie van de jaren ’60 die volledig zijn doel voorbij geschoten is en waarin de beoogde bevrijding enkel geleid heeft tot een nog grotere gevangenis. Seks is inmiddels wellicht dusdanig normaal geworden in onze mainstream maatschappij dat het na al die jaren enigszins bevrijd is van het schaamtestigma dat de georganiseerde religie er altijd op heeft willen plakken, maar is daarmee zelf volledig verdronken in zijn eigen vrijheid. Er is een verhaal dat toen Ernst Lubitsch een poosje hoofd productie was bij Paramount in de jaren ’30 hij een enorme hekel had aan regisseur Josef von Sternberg. Maar in plaats van Sternberg aan banden te proberen leggen, gaf Lubitsch hem juist volledige creatieve vrijheid, omdat hij wist dat de visie van Sternberg zo extreem was dat deze in zijn meest pure vorm onhoudbaar zou zijn voor mainstream Hollywood. Lubitsch schijnt gezegd te hebben: ‘give him too much rope, so he’ll hang himself’ en dat is eigenlijk ook was er gebeurd is. Wat deze kleine anekdote wil zeggen is dat volledige vrijheid op zichzelf een soort ideale situatie is, maar dat niet iedereen hiermee om kan gaan en deze mensen dus altijd aan banden gelegd moeten worden. ‘Magic Mike’ suggereert heel duidelijk dat seks aan banden gelegd moet worden.

In zijn nooit afgemaakte fragment van wat ooit een langere film had moeten worden, ‘Kustom Kar Kommandos’ wist Kenneth Anger als geen ander hoe hij de onderliggende seksualiteit van de maatschappij moest blootleggen. Onder de klanken van het liedje ‘Dream Lover’ van The Paris Sisters zien we een aantal mannen op hoogst sensuele wijze een auto poetsen en aan de versnellingspook voelen. Dat is zo ongeveer het enige wat er ‘gebeurt’ in de drie minuten die de film duurt, maar zoals altijd bij Anger krijgt de film allerlei nieuwe dimensies door de wijze waarop hij verschillende elementen met elkaar combineert. Allereerst is het cruciaal dat Anger de Paris Sisters versie van ‘Dream Lover’ gebruikt, omdat de meest bekende versie die van Bobby Darin is en Darin uiteindelijk zingt over een vrouw die zijn droomliefde is en de Paris Sisters daar een man van hebben gemaakt. Hiermee krijgen de knulletjes in de film direct een homoseksuele connotatie, wat nog eens vergroot wordt door het feit dat Anger zijn camera zo liefdevol over hun lichamen laat gaan. Diezelfde camera beweegt met evenveel liefde en lust over de auto in de film, waardoor in combinatie met een grote roze plumeau, het glinsterende chroom van de auto en het feit dat de zitting van de auto bekleed is met vuurrode lippen de relatie tussen de jongens en de auto zeer sterk geërotiseerd wordt. Nog los dat er een soort Cronenbergesque relatie tussen mens en machine wordt gesuggereerd, weet Anger ook genadeloos de dunne scheidslijn tussen homoseksualiteit en extreme macho heteroseksualiteit bloot te leggen. Want wat hij hier belachelijk maakt is het idee dat veel ‘echte’ heteromannen bijna meer aandacht en liefde in het poetsen en wassen van hun auto steken, dan dat ze aan hun vriendinnen besteden en dat deze liefde en serviliteit ze sterk vervrouwelijkt.

Een andere manier om te begrijpen wat Anger in ‘Kustom Kar Kommandos’ (de titel verwijst naar de Klu Klux Klan, ook een ‘echte’ mannenwereld waarmee bovendien er een soort fascistisch element naar de film wordt gebracht) doet, is middels de Kinsey schaal, die geïntroduceerd is door de zeer invloedrijke seksuoloog Alfred Kinsey. Wat deze schaal suggereert (en wat in mijn ogen onweerlegbaar is) is dat je de seksualiteit van iedere persoon volgens een schaal van 0 tot 6 kunt meten, waarbij de 0 waarde volledige heteroseksualiteit en 6 volledige homoseksualiteit betekent. De clou hiervan is uiteraard dat er vrijwel geen mens op aarde volledig bij de meest extreme waarden zit, maar altijd ergens tussenin, wat dus zoveel wil zeggen dat iedere persoon biseksuele tendensen heeft en het enkel een kwestie is hoe deze tendensen zich ontwikkelen. Als homo heb ik nooit problemen gehad met deze schaal, omdat ik het niet meer dan normaal vind ook hetero-eigenschappen te hebben, maar de meeste hetero’s die ik spreek breekt het bijna in angstzweet uit als ze moeten toegeven dat er ook maar de kleinste fractie van homoseksuele gevoelens in ze schuilt. Terwijl het me toch duidelijk lijkt dat ook (of zelfs juist) heteromannen liefde kunnen voelen voor andere mannen, ook al ‘beperkt’ zich dat slechts tot vriendschap. Affectie en genegenheid voor iemand van dezelfde sekse is ook, al zij het licht, een vorm van seksualiteit en deze wereld zou een stuk gemakkelijker (en meer ruimdenkend) zijn als iedereen eens niet zo bang zou zijn om dit te erkennen en simpelweg te accepteren. Deze wereld kan alleen begrepen worden in gradaties, niet in absoluten. Het probleem van ‘Magic Mike’ is dat de Kinsey schaal volledig op hol geslagen is en er een bevrijding heeft plaatsgevonden die zich enkel beperkt tot het vertonen van seks op zichzelf en niet tot seksuele oriëntatie.

Waar Anger in 1965 dus duidelijk naar streefde was een bevrijding van monolithische noties van seksualiteit, maar het lijkt me duidelijk dat hij niet geanticipeerd zou hebben dat deze ontwikkeling niet zou leiden tot seksuele bevrijding maar anarchie en verwarring. Seks mag nu wel bevrijd zijn van het religieuze schaamtekorset, maar het is in het proces ook ergens volledig gescheiden van iedere vorm van spiritualiteit en emotie. Want waar de seksuele samenkomst van twee (of meer) mensen zou moeten leiden tot zowel een fysieke als emotionele samensmelting (1+1=3), daar lijkt dat laatste tegenwoordig uit de vergelijking verdwenen te zijn, zodat je een soort 1+1=1 krijgt. Seks en naakt zijn in onze huidige maatschappij zo strikt gescheiden van enige vorm van emotie of spiritualiteit dat er enkel nog een nadruk is op het uiterlijk en de innerlijke mens volledig verwaarloosd wordt. Ik denk dat dit ook precies is wat Anger met zijn meest recente film Missoni (2011) duidelijk wil maken. Het is een soort reclamefilm in opdracht voor een modehuis, maar Anger zou niet de visionaire film ‘magus’ zijn die hij is als hij niet een dergelijke opdrachtfilm meer kon maken dan ‘slechts’ een reclame. Zoals te verwachten bij een reclame voor een modehuis, is er een sterke nadruk op het oppervlakte aspect, met veel aandacht voor mooie gezichten en kleren. De wijze waarop Anger het echter in beeld brengt, suggereert iets totaal anders, omdat het constante gebruik van psychedelische effecten zoals het kleurgebruik en het over elkaar leggen van beelden de film duidelijk associeert met de hippie beweging van de jaren ’60. Anger kan hiermee wegkomen omdat zoiets welhaast van hem verwacht wordt gezien zijn sterke associatie met geestverruimende psychedelica in zijn jaren ’60 en ’70 films, maar het suggereert tegelijkertijd ook heel sterk een splitsing tussen het innerlijke en het uiterlijk. Door de moderne mode te koppelen aan het op het innerlijk gerichte hippiestroming, wijst Anger op de bijna schizofrene splitsing tussen het innerlijk en uiterlijk dat onze moderne maatschappij zo sterk typeert. Alles in het huidige tijdperk is gericht op het uiterlijk, waarbij mannen vaak nog meer tijd voor de spiegel doorbrengen dan vrouwen en het praktisch van je verwacht wordt dat je minstens een aantal keer per week naar de sportschool gaat om je goddelijke lichaam te kunnen showen in de discotheek. Alles is gericht op directe en oppervlakkige genoegdoening, waarbij de innerlijke mens vrijwel volledig verwaarloosd wordt. En de moderne mens als mooie maar oppervlakkige huls komt in vrijwel geen enkele film zo sterk naar voor als ‘Magic Mike’.

Dat is ook de reden dat naast de pornofilm ook de horrorfilm constant op de loer ligt in ‘Magic Mike’. Er is geen enkele ruimte voor ook maar enige diepzinnigheid in de wereld van de film en de personages zijn net zo vlak en leeg als het digitale video waar ze op geschoten zijn. Dario Argento wilde in ‘Suspiria’ eerst 10 jarige meisjes over de kling jagen, maar mocht dat uiteindelijk niet doen dus om toch die suggestie in de film te houden, maakte hij de dialoog bewust kinderachtig om daarmee de jonge leeftijd nog enigszins te suggereren. Het punt is dat de dialoog in ‘Magic Mike’ in exact dezelfde categorie zit, waarbij je praktisch al blij lijkt te moeten zijn dat de mensen zelfs die eenvoudige zinnetjes nog uit hun mond kunnen krijgen. Het is een wereld bevolkt door mensen die lichamelijk volledig volwassen en rijp voor seks zijn, maar die mentaal het leven van een klein kind hebben. Als Mike en Adam ontzettend volwassen van een brug in het water springen om de aanwezige grietjes te imponeren, weet Adam zonder blikken of blozen tegen Mike te zeggen dat hij vindt dat ze voortaan ‘best friends’ zouden moeten zijn. Twee kerels die hardop uitspreken dat ze elkaars beste vriend willen worden, dat heb ik volgens mij niet meer gehoord sinds de kleuterklas maar het typeert wel het emotionele leven dat deze mensen leiden. Ze zijn allemaal te mooi en geil voor woorden, maar hun gebrek aan ook maar een rudimentair emotioneel leven is meer beangstigend dan menig horrorfilm die ik gezien heb. Het feit dat diezelfde mensen wel leven van seks en hun lichaam, is daarmee het equivalent van een klein kind dat met een aansteker speelt.

Er zijn verschillende critici die het soort films met een ongewone nadruk op spektakel en special effects (laten we zeggen de Michael Bay-filmschool) als post-human hebben gelabeld, omdat die film als het ware de mens ‘voorbij’ zijn. Als we het daarmee eens kunnen zijn, zou je ‘Magic Mike’ als post-sexual kunnen omschrijven. Ik zal niet ontkennen dat ik als homo het vele naakt vervelend vond om te zien, maar net als Showgirls (een film die duidelijk een voorloper is), zijn alle naaktscènes absoluut niet erotisch of opwindend. Het is alsof wat ooit een combinatie van seks en emotie was, nu een combinatie van seks en commercie is geworden en deze samensmelting geleid heeft tot een gemechaniseerde samenleving waarin seks net zo gebruikelijk (en niet-speciaal) is geworden als bijvoorbeeld eten (de film zelf lijkt hier in ieder geval subtiel op te wijzen door de vele verwijzingen naar eten). Het gevolg is een nog grotere gevangenis, omdat seks wel gemakkelijker geworden is, maar er niets wezenlijks veranderd is aan de angst voor echte seksuele vrijheid. Hiermee komen we op een punt waarmee de film duidelijk verbonden is aan ‘Kustom Kar Kommandos’: dat van de onderliggende homo-erotiek onder een al te opzichtig heterodynamiek. Ik heb de film zelf niet in de bioscoop gezien, maar heb vernomen dat het publiek voor de film vooral bestond uit vrouwen en homo’s, wat te verwachten was dankzij de enorme hoeveelheid aan mannelijk naakt – iets waar veel heteromannen nog altijd wat zenuwachtig van worden en de demografie van het publiek van de film bewijst op zichzelf al de problemen waar ‘Magic Mike’ mee worstelt. De film zelf is zich duidelijk bewust van deze paradox en er zijn twee momenten waarop het duidelijk aangekaart wordt zonder dat het woord ‘gay’ ook maar ergens echt uitgesproken wordt.

Het eerste moment is als de zus van Adam zijn tas met accessoires gevonden heeft en daar duidelijk uit opmaakt dat haar broer homo is, omdat normale hetero’s niet direct een tas vol pikant ondergoed bij zich hebben. Als ze vervolgens ziet dat hij zijn benen aan het scheren is, maakt dat het er niet beter op, ondanks dat Adam zelf het hevig ontkent en zijn reactie duidelijk maakt dat hij zich niet bepaald gemakkelijk voelt bij deze suggestie. De scene is een komische noot in de film, maar tegelijkertijd ook een ‘Kustom Kar Kommandos’-achtige knipoog naar het feit dat al te zeer hetero gedrag vaak meer gemeen heeft met homoseksualiteit dan waar de meeste mensen zich gemakkelijk bij voelen. Het tweede moment is veel later in de film als dezelfde Adam inmiddels de wereld van het strippen volledig binnengerold is en hij ook langzaam onderuit aan het gaan is door de druk van die wereld en het bijkomend drugsgebruik wat nodig lijkt te zijn om die levensstijl vol te houden. Als hij met een grietje een kamer binnenkomt, ligt daar al een ander stel. Als hij binnenkomt voelt hij zich nogal ongemakkelijk dankzij de aanwezigheid van een kerel, maar nadat deze hem wat drugs gegeven heeft, verdwijnen zijn remmingen als sneeuw voor de zon. Zoals altijd in de film wordt de echte seks ons discreet onthouden en enkel gesuggereerd door een Klassiek Hollywood-achtige fade out, maar niet voordat er sterk gehint wordt dat er een soort orgie zal plaatsvinden, waarbij toch ook minstens enkele homoseksuele handelingen verricht zullen worden.

Wat een progressief en bevrijdend moment had moeten zijn, is in werkelijkheid echter bijna verstikkend omdat het zo overduidelijk zonder enige passie of emotie gebeurt – het moment is mijlenver verwijderd van laten we zeggen ‘Sunday Bloody Sunday’ (1971). Het seksleven van de personages in ‘Magic Mike’ is net zo strikt gescheiden van emotie als de seksuele handelingen die ze op het podium verrichten en ze zijn enkel in staat om hun lichaam te gebruiken en laten gebruiken. Zoals alles in de film is het moment post-seksueel. Adam lijkt in dit moment (en feitelijk ook de rest van de film) wel akelig veel op het Joe Dallesandro personage in bijvoorbeeld Andy Warhol’s ‘Flesh’ (Paul Morrissey, 1968). In een van de meest memorabele momenten van die film wordt Dallesandro oraal bevredigd terwijl hij op een bank zit te praten met iemand, zonder dat hij dit feit zelfs maar erkent –  hij blijft gewoon doorpraten alsof de vrouw in zijn schoot er totaal niet is. Dallesandro’s gehele screen persona was volledig gebouwd op een dergelijke complete scheiding van lichaam en emotie. Het beperkt zich echter niet alleen tot iemand als Dallesandro, maar kan probleemloos uitgebreid worden naar alle legendarische Superstars uit Andy Warhol’s Factory. Het kijken van een film als ‘Magic Mike’ verscheelt daarom ook niet eens zo heel veel van het zien van bijvoorbeeld Warhol’s fascinerende 210 minuten durende epos ‘Chelsea Girls’ (1966). Aan de ene kant ben je in ‘Chelsea Girls’ volledig gehypnotiseerd door al die mooie mensen op wiens gezichten de camera zo liefdevol blijft hangen (soms minutenlang), maar tegelijkertijd voel je meer dan een beetje afschuw voor de leegheid van hun levens en bestaan. Jonas Mekas wist de film zeer treffend te omschrijven:

“The lives that we see in this film are full of desperation, hardness and terror… the terror and desperation of Chelsea Girls is a holy terror!... It’s our godless civilization approaching the zero point. It’s not homosexuality, it’s not lesbianism, it’s not heterosexuality: the terror and hardness we see in Chelsea Girls is the same terror and hardness that is burning Vietnam and it’s the essence and blood of our culture, of our ways of living: this is the Great Society.”

In de episode van Eric Emerson wordt de gehele filosofie achter die film vrij expliciet gemaakt, als hij voor de camera een striptease act uitvoert. Hij kan dit probleemloos doen, zegt hij, omdat mensen dan wel zijn naakte lichaam zien, maar niet wat er in hem zelf, achter het naakte lichaam, schuil gaat. Hij geeft net genoeg bloot om mensen tevreden te houden, maar houdt bewust het echte deel van hemzelf gesloten. Warhol zelf deed de beroemde uitspraak:

“If you want to know Andy Warhol, just look at the surface of my paintings, of my films, of me. That’s me. There’s nothing underneath.”

Het zou een vergissing zijn om deze uitspraak te letterlijk te nemen, want er zit altijd meer in Warhol dan hij geclaimd heeft. Ondanks een hele duidelijke nadruk op de oppervlakte en de constante pogingen om te ontkennen dat er meer is dan enkel die oppervlakte, is er in Warhol altijd iets dat onder die oppervlakte schuil gaat, zowel emotioneel als in zijn esthetiek. Het is juist die dualiteit die een enorme kracht aan zijn werk verlenen. Het probleem is echter dat waar het ‘low life in high heels’ (in de onsterfelijke omschrijving van Superster Holly Woodlawn) van de Factory Supersterren een bewuste keuze en bovendien de ultieme vorm van underground cultuur was, dit nu in ‘Magic Mike’ zonder het bewustzijn de mainstream in gekomen lijkt te zijn. We kunnen het nu niet langer afdoen als een groep freaks of outcasts, maar iets wat wijst op een groter probleem van onze cultuur als geheel. Daarnaast heeft ‘Magic Mike’ (de wereld zoals die afgebeeld wordt in de film, niet de film zelf) feitelijk de belofte van Warhol’s statement ingelost: er is nu echt niets meer underneath. Waar er ooit in Warhol nog sprake was van een kunstzinnige diepte onder alle oppervlakkige leegheid, daar is die kunstzinnige diepte nu volledig opgeslokt door commerciële leegte – wat natuurlijk extra ironisch is, omdat niemand zo veel pogingen heeft gedaan om kunst en commercie samen te brengen als Andy Warhol. Dat is ook de reden dat het post-seksuele element van ‘Magic Mike’ zo angstaanjagend is: in plaats van de anamorfe seksualiteit van de wereld van Warhol waarin feitelijk enkel nog sprake was van seksualiteit op zichzelf zonder enige categorie, daar staat diezelfde seksualiteit in ‘Magic Mike’ alleen nog maar in dienst van de commercie. Waar Jonas Mekas nog sprak over het naderen van het ‘zero point’ van de beschaving, daar heeft diezelfde beschaving dat punt anno ‘Magic Mike’ heel duidelijk allang bereikt en misschien zelfs wel overschreven.

De enige persoon die zich aan deze spirituele malaise lijkt te (kunnen) ontrekken is het Channing Tatum personage, Magic Mike. Of dat is althans wat het personage ons wil doen laten geloven als hij expliciet claimt dat hij het werk alleen voor het geld doet en hij zelf niet zijn werk is. Het blijft altijd onduidelijk of hij hiermee ook volledig blind voor zichzelf is en het slechts loze woorden zijn of dit ook echt zo is. Het lijkt er op dat de film naar het laatste lijkt te neigen, gezien bijvoorbeeld het feit dat hij een groot deel van zijn gespaarde centjes gebruikt om de schulden van Adam af te kopen, maar dat zou natuurlijk ook enkel een soort afkopen van een schuldgevoel kunnen zijn omdat hij degene is die Adam in de wereld gezogen heeft. Daartegenover staat weer dat hij wel op zoek is naar echte genegenheid maar ook duidelijk niet in de gaten heeft dat Joanna hem gebruikt als fuck puppet (om maar even de term van Brenda uit ‘Six Feet Under’ te gebruiken). Het zou extreme naïviteit kunnen zijn, maar wat voor relatie moet het geweest zijn als je echt niet in de gaten hebt dat je enkel om je lichaam gebruikt wordt? Omdat de film ook (deels) op het leven van Tatum zelf gebaseerd is, doet de vraag zich voor of het een soort moderne ‘General Idi Amin Dada: A Self Portrait’ (waarbij de beruchte generaal al zijn medewerking verleende aan een portret wat uiteindelijk ontzettend negatief over hem was) is, of dat het echt de bedoeling is dat Magic Mike echt uit de wereld kan ontsnappen omdat hij uiteindelijk wel zelfinzicht heeft.

Er is duidelijk een aantrekkingskracht tussen Mike en de zus van Adam, Brooke en zij is een van de weinige relaties die we binnen de film hebben tot de ‘normale’ buitenwereld, los van het stripperwereldje. Ze laat er ook geen misverstand over bestaan dat ze niets met Mike te doen wil hebben, zolang hij een stripper is, wat er op lijkt te wijzen dat ze vrij negatief tegenover het beroep staat, maar de grote vraag is in hoeverre dit hypocriet of oprecht is. Want nog los van het feit dat ze tijdens de show zelf ook lijkt te genieten, doet ze zo goed als geen enkele poging om haar broer uit die wereld te trekken. Dat zou er op kunnen duiden dat ze weinig om haar broer geeft, maar dat is niet consistent met de rest van haar karakter. Waar het dus meer op lijkt te wijzen is dat ze wel negatief tegenover de stripwereld staat, maar zelf ook redelijk blind is voor de problemen die een dergelijke leefwereld met zich meebrengt en ze het om die reden blijkbaar ook geen probleem vindt dat op het moment dat Mike uit de wereld gaat stappen, haar eigen broer steeds verder in diezelfde wereld verdwaalt. Wat dus zoveel wil zeggen dat ook Brooke iets leger en oppervlakkiger is dan ze zelf wil doen geloven. Het einde is nogal ambigu: omdat het ontbijt tentje waar ze willen gaan eten nog lang niet open is, besluiten Mike en Brooke om maar seks te gaan hebben om daarmee de tijd te doden. Hiermee wordt andermaal de het verband tussen seks en eten gelegd en moeten we ons bovendien afvragen om mensen als Mike überhaupt wel het potentieel hebben om meer uit seks te halen dan een puur lichamelijke ervaring. Is het dus een ontsnapping aan of enkel een voortzetting van de seksuele en emotionele malaise die onze maatschappij typeert? Nu zullen mensen wellicht vertwijfeld uitroepen dat de stripwereld van 'Magic Mike' niet representatief is voor de maatschappij als geheel, maar feit is dat dit soort praktijken wel voortkomen uit deze maatschappij en er niemand lijkt te zijn die er vreemd van opkijkt, wat zoveel wil zeggen als dat het allemaal volledig sociaal geaccepteerd is. En kunst is altijd een neerslag van de maatschappij waar het uit voortkomt.

Uit de feiten weten we natuurlijk dat Tatum zijn eigen stripverleden wel heeft kunnen ontsnappen en hij een grote Hollywood ster geworden is, maar binnen de wereld van de film blijft dat onduidelijk. Er wordt nogal wat nadruk op gelegd dat Mike de grootste moeite heeft om zijn geld te kunnen investeren vanwege zijn verleden en op het einde lijkt Mike de strip wereld de rug toe te keren. De vraag hoe we het einde moeten lezen, komt in principe neer hoe we de rest van de film lezen: als een soort moderne variant op de Faust mythe, waarbij mensen als Adam en Mike hun ziel verkopen voor wat snel geld en lekkere wijven (met een briljante Matthew McConaughey als de Duivel) waarbij er geen weg meer terug is; of dat het een soort versie is van een moderne gangster film, waarbij mensen de eenvoudige weg kiezen voor het grote geld, een poosje als god in Frankrijk kunnen leven, maar uiteindelijk altijd ten val komen en waarbij het altijd de vraag is of mensen voor die val tot inkeer kunnen komen en zich kunnen losmaken van die wereld. Of om het nog op een andere manier te zeggen: presenteert Soderbergh een hopeloos verloren wereld of is er nog een sprankje hoop voor de mensheid?

Labels: