Regie: Rainer Werner Fassbinder (1980)
Nou, dit was hem dan eindelijk: het 15,5 uur durende ‘Berlin Alexanderplatz’ van Fassbinder. Het was wellicht niet het overweldigende meesterwerk waar ik een beetje op gehoopt had, niet in de laatste plaats door de afgrijslijk debiele epiloog, zonder meer het meest wanstaltige stukje cinema dat Fassbinder ooit vervaardigd heeft, maar een unieke ervaring is het zonder meer.
Een beroemd geworden uitspraak van Fassbinder was dat hij in Duitsland films wilde maken met de universaliteit van de Hollywoodfilm maar dan zonder de hypocrisie. Nu heeft Fassbinder deze droom nooit echt kunnen bewerkstelligen, hoewel hij in zijn laatste fase het meest dichtbij kwam. Zijn BRD Trilogie en het epische ‘Berlin Alexanderplatz’ kent de grandeur, klasse en uitstraling van het door Fassbinder zo geliefde Klassieke Hollywood, maar leunt uiteindelijk toch teveel op ambigue arthouse strategieën om de toegankelijkheid van de Hollywoodfilm te hebben. Je zou kunnen zeggen dat Fassbinder hiermee een beetje tussen wal en schip viel, maar zinvoller lijkt het me om te stellen dat het juist deze curieuze mengeling van kunst en commercie is die de films van Fassbinder zo interessant maken. Het grootste euvel, voor zover je het een euvel kunt noemen, van ‘Berlin Alexanderplatz’ is dat het zo goed als geen verhaal kent. Meer dan 15 uur volgen we de belevenissen van Franz Biberkopf, maar zoveel beleeft Franz niet in die 15 uur. Je zou het verhaaltechnisch kunnen reduceren tot een film van twee uur, maar daarmee zou je voorbij gaan aan de essentie van het project: het is veel meer een sfeerportret dan een lineair verhaal.
Ironisch genoeg vond ik niet de inbreng van Fassbinder hier het meest indrukwekkend, maar die van twee zeer belangrijke figuren, namelijk cameraman Xaver Schwarzenberger en vaste componist Peer Raben. Het is volgens mij geen publiek geheim dat Schwarzenberger min of meer carte blanche gekregen had van Fassbinder om de film er uit te laten zien zoals ie ziet en de visuele kant is dan ook net zoveel de verdienste van Schwarzenberger als die van Fassbinder – het zal geen toeval zijn dat de films waarvoor Schwarzenberger DoP was (bv. ‘Lola’, ‘Veronika Voss’ en ‘Querelle’) er beter en gestileerder uitzien dan de vaak rommelige stijl waarvoor Fassbinder in veel andere films opteerde. Het vrijwel constante gebruik van allerlei filters, de gedempte kleuren, het vele filmen vanachter objecten vandaan en de vloeiende camerabewegingen geven ‘Berlin Alexanderplatz’ een bijzonder typische uitstraling en vormen een groot deel van de bijzondere sfeer die de film constant op weet te roepen. Deze sfeer wordt ook zeer versterkt door de alomtegenwoordige muziek van Peer Raben, die voor alle Fassbinder films de muziek schreef. Dat Raben kon variëren tussen Duitse drinkliederen en abstracte musique concrète wist ik reeds en dit eclecticisme komt ook hier sterk naar terug. Er is bijzonder veel muziek in ‘Berlin Alexanderplatz’, lange passages komen voorbij waarin onder de dialoog constant muziek te horen is en als de beelden de bakstenen zijn, functioneert de muziek als de cement om alles bij elkaar te houden. Samen roepen de muziek en de beelden dat direct herkenbare ‘Berlin Alexanderplatz’ gevoel op.
Desalniettemin is ‘Berlin Alexanderplatz’ onmiskenbaar het werk van Rainer Werner Fassbinder. Het Berlijn wat hij schetst is een morsige stad, waarin er enkel de onderwereld lijkt te bestaan, een stad vol met mensen aan de zelfkant van de maatschappij. Brian Dauth heeft ooit scherp geobserveerd dat Fassbinder zo uniek was dankzij zijn relatie met zijn personages: waar de meeste regisseurs boven de problemen van hun personages lijken te staan, daar zit Fassbinder samen met zijn personages (en de kijker) in de stront. Voor Fassbinder is het geen probleem om de handen vies te maken, hij maakt een soort rioolcinema. In zijn filmische wereld geeft hij een menselijk gezicht aan de zwakken en dubieuze figuren van onze maatschappij, de losers en schurken krijgen bij hem een stem. Uiteraard is dit ingegeven door zijn eigen leven, want bij Fassbinder is het onmogelijk om een strikt onderscheid te maken tussen zijn privé-leven en zijn films. De vele affaires en schandalen rondom de extravagante Fassbinder werden breed uitgemeten in de pers en zijn problematische en tegenstrijdige relaties met de filmmaatschappij waren even bekend als zijn relaties met de drugshandelaren op straat. Fassbinder leefde zelf het leven van de personages in zijn films en daarom zijn deze vaak zo levendig en herkenbaar, vrijwel alles komt uit de eerste hand.
Thomas Elsaesser heeft gewezen op de rol die cirkels in het oeuvre van Fassbinder spelen en dan met name vicieuze cirkels waaruit niet te ontsnappen valt. ‘Berlin Alexanderplatz’ is feitelijk één grote, lange vicieuze cirkel en is in dat opzicht de meest ambitieuze uitwerking van dit thema. Het lijkt in de wereld van Fassbinder zo goed als onmogelijk om te laveren tussen sociale klassen of kringen; het is ofwel de zwakheid van de mens zelf, ofwel de maatschappij die het voor de mensen onmogelijk maakt om te ontsnappen uit een neerwaartse spiraal. Hoe hard Franz Biberkopf het ook probeert, het lijkt voor hem onmogelijk om zich te kunnen losmaken van zijn gewelddadige verleden en een nieuw leven op te bouwen. Fassbinder’s films zijn vaak neerslachtig en ‘Berlin Alexanderplatz’ is daar geen uitzondering op. Het is zeker niet allemaal kommer en kwel, maar de fatalistische blik op de wereld overheerst. Dit is geen Berlijn uit een vakantiebrochure.
Rest mij nog iets te zeggen over de ervaring om de volledige vijftien uur in twee dagen tijd in de bioscoop te mogen zien. Het was zwaar, maar zeker de moeite waard. Het geheel per aflevering kijken is echter ontzettend goed mogelijk (wellicht zelfs wenselijk) en de aankomende Criterion DVD is dan ook een geschenk uit de hemel. Het is gemaakt voor TV dus het werd destijds ook niet in een keer achter elkaar vertoond en de film is dermate sfeervast dat het geen probleem zal vormen om na een tussenpoos van enkele dagen de draad weer op te pakken. Daarnaast zijn eigenlijk alle afleveringen, op de bijzonder humoristische vijfde episode na, loodzwaar, temeer omdat er geen verhaal inzit en ik liep dan op het einde van de tweede dag op mijn laatste benen. De ronduit onnodige epiloog was helemaal een doorn in mijn oog, want als iemand mij kan vertellen waar dit voor nodig was, hou ik me aanbevolen. Want deze twee uur durende surrealistische exploitationtroep leek rechtstreeks weggewandeld uit een Ken Russell of Jodorowsky film. Niet dat daar an sich iets mis mee is, maar het sloeg na de voorgaande 14 uur als een tang op een varken – het leek er zeer veel op dat Fassbinder iets teveel lijntjes poeder had genomen en ineens de weg kwijt was. Maar ondanks dit waardeloze einde was het toch een bijzonder enerverende en onvergetelijke ervaring om mee te maken.
Labels: RW Fassbinder