Vandaag heb ik een screening meegepakt van het Filmfestival in Londen, alwaar ik de Kenneth Anger 35 mm preservations heb bijgewoond. Ik heb er nimmer een geheim van gemaakt de films van Kenneth Anger ontzettend hoog in het vaandel te hebben zitten, simpelweg omdat zijn films mijn ogen geopend hebben op een compleet andersoortige vorm van cinema dan ik tot dan toe gewend was. Anger heeft dus mijn visie op film ingrijpend veranderd. Daarnaast kwam ook nog het feit dat ik zijn homo-erotische films zag op het moment dat ik het voor mezelf begon te accepteren dat het OK was om gevoelens voor jongens te koesteren, dus in dat opzicht hebben ze nog een extra persoonlijke dimensie. Deze films op groot scherm geprojecteerd zien was dus al zeer lange tijd een van mijn grootste dromen (temeer omdat zijn films nog niet op DVD verschenen zijn) en toen bleek dat Anger zelf ook bij de screening aanwezig zou zijn, was het feest compleet. Er stonden vier films op het programma:
Fireworks (1947)
Anger's eerste film uit 1947, een mijlpaal in de filmgeschiedenis. Ik moet echter meteen bekennen dat ik het altijd een van zijn films geweest was die mij het minst kon boeien. Hoe anders was dat nu! De vaak bijna abstracte kwaliteiten van de composities, de indringende muziek, de surrealistische lyriek, de openlijk homo-erotische elementen en boven alles die intensiteit van de film... ik zag de film gisteren ineens compleet opnieuw, zo leek het. Slechts 15 minuten duurt de film nog steeds, maar zelden heb ik zo'n intense 15 minuten meegemaakt als in het National Film Theatre in Londen. Er moet uiteraard nog bij gemeld worden dat er helemaal geen enkele context was voor dit soort films toen Anger deze maakte: homoseksualiteit stond simpelweg nog op de lijst van psychologische stoornissen en de Amerikaanse avant-garde film was er gewoon nog niet toen Anger deze werkelijk sublieme film op 17-jarige (!) leeftijd maakte.
Rabbit’s Moon (1950)
Deze bizarre film zag ik nog nooit eerder met zijn oorspronkelijke soundtrack van doo-wop songs en dit was dus de eerste maal en ik moet zeggen dat het de sfeer van de film ingrijpend veranderde. Het is nog steeds een uiterst merkwaardig geheel uiteraard van een harlekijn die een soort van relatie met de maan lijkt te hebben. De mooie blauwe kleurenfilters geven het een direct herkenbare look en ik denk dat ik de doo-wop beter vond passen bij de sprookjessfeer van de film dan de rocksoundtrack, hoewel die ook zeker wat had. Onbegrijpelijk fascinerende film.
Scorpio Rising (1963)
Anger’s meest beroemde film en zonder twijfel een van de meest invloedrijke avant-garde films aller tijden: het is vaak genoemd als de eerste postmodernistische film of de eerste videoclip en Anger’s gebruik van bestaande popmuziek als soundtrack is zo invloedrijk geweest dat tegenwoordig vrijwel iedereen het doet, maar Anger deed het als eerste. Martin Scorsese bijvoorbeeld heeft er nooit een geheim van gemaakt dat 'Scorpio Rising' een van zijn grootste invloeden geweest is en dat is goed te merken in zijn films. Anger roept in ‘Scorpio Rising’ een schemerige wereld op van Marlon Brando-achtige leernichten, waarbij de hoofdpersoon Scorpio afwisselend vergeleken wordt met Jezus Christus, Hitler en de Duivel. ‘A Death Mirror to American Society’ noemde Anger het geloof ik zelf. Nooit eerder werd jeugdcultuur op een dergelijke ironische en tegelijkertijd liefhebbende wijze geportretteerd en het is deze inherente tegenstrijdigheid die veel van Anger’s werk kenmerkt. 'Scorpio Rising' heeft nog niets van zijn glans verloren en is een onbetwist meesterwerk.
Kustom Kar Kommandos (1965)
Het zien van deze film deed mij de eerste keer letterlijk van mijn stoel afvallen en sindsdien heb ik deze drie minuten durende film enigszins provocerend in mijn top 20 aller tijden staan, maar er zijn simpelweg weinig films die mij zo hebben weten te raken. In een prachtig kleurenschema en met een subliem glijdende camera laat Anger een goed uitziende knul zijn auto liefkozen met een gigantische roze plumeau. Hoewel er nergens expliciet (homo)seksuele handelingen voorkomen, is de erotische ondertoon van de film gigantisch en de film is in mijn ogen dan ook een bijtende kritiek op de machocultuur: mannen die bij de minste beschuldiging van ook maar een beetje vrouwelijke kenmerken helemaal uit hun vel springen, maar tegelijkertijd wel uren besteden aan het poetsen en onderhouden van hun auto (in plaats van deze passie aan hun vriendin te wijden) en niet beseffen dat dergelijke acties ook behoorlijk vrouwelijk zijn. Anger vervangt de vriendin (of vriend?) door een auto en weet een stuk chromen staal te seksualiseren middels sublieme suggestie. Daarnaast is er ook nog het perfect ironische gebruik van muziek, in dit geval de song ‘Dream Lover’ van de Paris Sisters. Het origineel is van crooner Bobby Darin waarin Darin zingt ‘I want a girl to call my own’. De drie Paris Sisters vervingen voor hun cover het woordje girl uiteraard door boy en omdat Anger deze versie gebruikt krijgt de reeds door Anger problematiseerde verhouding man-vrouw nog een extra dimensie en krijgt de machofiguur nog meer vrouwelijke/homoseksuele kenmerken. ‘Kustom Kar Kommandos’ is een werkelijk perfect uitgevoerde, drie minuten durende postmoderne poppastiche en het zien van een van mijn favoriete films aller tijden op het grote scherm was een onbeschrijflijke ervaring.
Mouse Heaven (2004)
Naast de reeds aangekondigde klassieke Anger films, had Anger ook deze nieuwe film meegenomen, een zeer weinig geziene film. Het is een merkwaardige ode aan/parodie op Mickey Mouse en Anger verkondigde later in de Q&A dat hij de ontwikkeling van Mickey van een ondeugende muis tot een ondeugend ventje in een muizenpak zeer jammer vond, wat de reden was voor deze film. Het was een zeer vrolijk geheel, maar toch meende ik steeds een cynische ondertoon de kunnen ontdekken, want ik had sterk het gevoel dat Anger Mickey Mouse als een soort symbool van kapitalistisch Amerika genomen had en dat op deze manier wilde ridiculiseren.
Zoals gezegd was de oude Kenneth Anger zelf ook aanwezig bij de vertoning en hij nam de staande ovatie die hem ten deel viel met zeer veel genoegen in ontvangst, want Anger is nooit een bescheiden of ingetogen figuur geweest; dit was duidelijk dezelfde showhomo die alle sappige Hollywood roddels beschreef in zijn boek Hollywood Babylon en hij had voor de gelegenheid een foeilelijke trui aangetrokken waarom met grote letters zijn naam stond geborduurd. Hij was opvallend goed bij geest en vertelde enkele geestige anekdotes (zoals Marianne Faithfull die haar gezicht met heroïne bepoederde in de film ‘Lucifer Rising’), gaf enkele interessante kijkjes in zijn artistieke werkproces en vermaakte de zaal ook met oeverloos uitwijdend gezever over niets: hij was bewust tegelijkertijd cynisch als volstrekt onzinnig, waarmee wederom die immer aanwezige ambigue aard van de man en zijn films bevestigd werd. Kenneth Anger, mijn held!
Al met al kan ik zonder overdrijven zeggen dat dit een hoogst bijzondere filmvertoning was die ik niet snel zal vergeten.
Labels: avant-garde, gay, Kenneth Anger