dinsdag, oktober 31, 2006

The Grudge 2 *1/2

Regie: Takashi Shimizu (2006)

Ik had niet gedacht dat het mogelijk was om dat waardeloze eerste deel te overtreffen in waardeloosheid, maar de mirakels zijn de wereld nog niet uit: het bleek zowaar mogelijk, zelfs met Sarah Michel Gellar in een slechts kleine rol. Het was een werkelijk ongestructureerd zooitje dat allemaal maar wat aankloot zonder dat het interessant of spannend wordt. Wat het bijdraagt aan de reeds bestaande films is mij helemaal een raadsel. Grootste dieptepunt is nog dat de deur naar een volgend deel weer wagenwijd openstaat, maar bij deze doe ik toch echt de belofte dat ik dat vrolijk aan me voorbij laat gaan. Ten alle tijden vermijden, dit wanstaltige gedrocht.

Invasion of the Body Snatchers ****1/2

Regie: Don Siegel (1955)

Ik kende alleen de remakes en had het origineel nog nooit gezien, dus hoogste tijd daarvoor dacht ik zo, zeker omdat ik nogal fan ben van jaren ’50 sci-fi. En het maakt zijn status als een van de grootste klassiekers uit het genre volledig waar. Het tempo is heerlijk vlot en de sfeer is heerlijk paranoïde, wat de heersende Koude Oorlog dreiging uit deze tijd prachtig weerspiegelt. Daarnaast is de regie van Don Siegel zeer effectief: hij gebruikt ontzettend veel long shots, waarmee hij de thema’s van afstandelijkheid en kilheid die als rode draad door de film lopen op prettige visuele wijze weet te verbeelden, omdat hij de karakters als hulpeloos zwemmende pionnen laat verdwalen in het schaakbord des levens. Een formidabele film.

Labels: ,

zondag, oktober 29, 2006

Kenneth Anger 35mm preservations

Vandaag heb ik een screening meegepakt van het Filmfestival in Londen, alwaar ik de Kenneth Anger 35 mm preservations heb bijgewoond. Ik heb er nimmer een geheim van gemaakt de films van Kenneth Anger ontzettend hoog in het vaandel te hebben zitten, simpelweg omdat zijn films mijn ogen geopend hebben op een compleet andersoortige vorm van cinema dan ik tot dan toe gewend was. Anger heeft dus mijn visie op film ingrijpend veranderd. Daarnaast kwam ook nog het feit dat ik zijn homo-erotische films zag op het moment dat ik het voor mezelf begon te accepteren dat het OK was om gevoelens voor jongens te koesteren, dus in dat opzicht hebben ze nog een extra persoonlijke dimensie. Deze films op groot scherm geprojecteerd zien was dus al zeer lange tijd een van mijn grootste dromen (temeer omdat zijn films nog niet op DVD verschenen zijn) en toen bleek dat Anger zelf ook bij de screening aanwezig zou zijn, was het feest compleet. Er stonden vier films op het programma:

Fireworks (1947)

Anger's eerste film uit 1947, een mijlpaal in de filmgeschiedenis. Ik moet echter meteen bekennen dat ik het altijd een van zijn films geweest was die mij het minst kon boeien. Hoe anders was dat nu! De vaak bijna abstracte kwaliteiten van de composities, de indringende muziek, de surrealistische lyriek, de openlijk homo-erotische elementen en boven alles die intensiteit van de film... ik zag de film gisteren ineens compleet opnieuw, zo leek het. Slechts 15 minuten duurt de film nog steeds, maar zelden heb ik zo'n intense 15 minuten meegemaakt als in het National Film Theatre in Londen. Er moet uiteraard nog bij gemeld worden dat er helemaal geen enkele context was voor dit soort films toen Anger deze maakte: homoseksualiteit stond simpelweg nog op de lijst van psychologische stoornissen en de Amerikaanse avant-garde film was er gewoon nog niet toen Anger deze werkelijk sublieme film op 17-jarige (!) leeftijd maakte.




Rabbit’s Moon (1950)

Deze bizarre film zag ik nog nooit eerder met zijn oorspronkelijke soundtrack van doo-wop songs en dit was dus de eerste maal en ik moet zeggen dat het de sfeer van de film ingrijpend veranderde. Het is nog steeds een uiterst merkwaardig geheel uiteraard van een harlekijn die een soort van relatie met de maan lijkt te hebben. De mooie blauwe kleurenfilters geven het een direct herkenbare look en ik denk dat ik de doo-wop beter vond passen bij de sprookjessfeer van de film dan de rocksoundtrack, hoewel die ook zeker wat had. Onbegrijpelijk fascinerende film.

Scorpio Rising (1963)

Anger’s meest beroemde film en zonder twijfel een van de meest invloedrijke avant-garde films aller tijden: het is vaak genoemd als de eerste postmodernistische film of de eerste videoclip en Anger’s gebruik van bestaande popmuziek als soundtrack is zo invloedrijk geweest dat tegenwoordig vrijwel iedereen het doet, maar Anger deed het als eerste. Martin Scorsese bijvoorbeeld heeft er nooit een geheim van gemaakt dat 'Scorpio Rising' een van zijn grootste invloeden geweest is en dat is goed te merken in zijn films. Anger roept in ‘Scorpio Rising’ een schemerige wereld op van Marlon Brando-achtige leernichten, waarbij de hoofdpersoon Scorpio afwisselend vergeleken wordt met Jezus Christus, Hitler en de Duivel. ‘A Death Mirror to American Society’ noemde Anger het geloof ik zelf. Nooit eerder werd jeugdcultuur op een dergelijke ironische en tegelijkertijd liefhebbende wijze geportretteerd en het is deze inherente tegenstrijdigheid die veel van Anger’s werk kenmerkt. 'Scorpio Rising' heeft nog niets van zijn glans verloren en is een onbetwist meesterwerk.


Kustom Kar Kommandos (1965)

Het zien van deze film deed mij de eerste keer letterlijk van mijn stoel afvallen en sindsdien heb ik deze drie minuten durende film enigszins provocerend in mijn top 20 aller tijden staan, maar er zijn simpelweg weinig films die mij zo hebben weten te raken. In een prachtig kleurenschema en met een subliem glijdende camera laat Anger een goed uitziende knul zijn auto liefkozen met een gigantische roze plumeau. Hoewel er nergens expliciet (homo)seksuele handelingen voorkomen, is de erotische ondertoon van de film gigantisch en de film is in mijn ogen dan ook een bijtende kritiek op de machocultuur: mannen die bij de minste beschuldiging van ook maar een beetje vrouwelijke kenmerken helemaal uit hun vel springen, maar tegelijkertijd wel uren besteden aan het poetsen en onderhouden van hun auto (in plaats van deze passie aan hun vriendin te wijden) en niet beseffen dat dergelijke acties ook behoorlijk vrouwelijk zijn. Anger vervangt de vriendin (of vriend?) door een auto en weet een stuk chromen staal te seksualiseren middels sublieme suggestie. Daarnaast is er ook nog het perfect ironische gebruik van muziek, in dit geval de song ‘Dream Lover’ van de Paris Sisters. Het origineel is van crooner Bobby Darin waarin Darin zingt ‘I want a girl to call my own’. De drie Paris Sisters vervingen voor hun cover het woordje girl uiteraard door boy en omdat Anger deze versie gebruikt krijgt de reeds door Anger problematiseerde verhouding man-vrouw nog een extra dimensie en krijgt de machofiguur nog meer vrouwelijke/homoseksuele kenmerken. ‘Kustom Kar Kommandos’ is een werkelijk perfect uitgevoerde, drie minuten durende postmoderne poppastiche en het zien van een van mijn favoriete films aller tijden op het grote scherm was een onbeschrijflijke ervaring.



Mouse Heaven (2004)

Naast de reeds aangekondigde klassieke Anger films, had Anger ook deze nieuwe film meegenomen, een zeer weinig geziene film. Het is een merkwaardige ode aan/parodie op Mickey Mouse en Anger verkondigde later in de Q&A dat hij de ontwikkeling van Mickey van een ondeugende muis tot een ondeugend ventje in een muizenpak zeer jammer vond, wat de reden was voor deze film. Het was een zeer vrolijk geheel, maar toch meende ik steeds een cynische ondertoon de kunnen ontdekken, want ik had sterk het gevoel dat Anger Mickey Mouse als een soort symbool van kapitalistisch Amerika genomen had en dat op deze manier wilde ridiculiseren.

Zoals gezegd was de oude Kenneth Anger zelf ook aanwezig bij de vertoning en hij nam de staande ovatie die hem ten deel viel met zeer veel genoegen in ontvangst, want Anger is nooit een bescheiden of ingetogen figuur geweest; dit was duidelijk dezelfde showhomo die alle sappige Hollywood roddels beschreef in zijn boek Hollywood Babylon en hij had voor de gelegenheid een foeilelijke trui aangetrokken waarom met grote letters zijn naam stond geborduurd. Hij was opvallend goed bij geest en vertelde enkele geestige anekdotes (zoals Marianne Faithfull die haar gezicht met heroïne bepoederde in de film ‘Lucifer Rising’), gaf enkele interessante kijkjes in zijn artistieke werkproces en vermaakte de zaal ook met oeverloos uitwijdend gezever over niets: hij was bewust tegelijkertijd cynisch als volstrekt onzinnig, waarmee wederom die immer aanwezige ambigue aard van de man en zijn films bevestigd werd. Kenneth Anger, mijn held!


Al met al kan ik zonder overdrijven zeggen dat dit een hoogst bijzondere filmvertoning was die ik niet snel zal vergeten.

Labels: , ,

woensdag, oktober 25, 2006

La Coda dello scorpione ****

Regie: Sergio Martino (1971)

Mijn eerste giallo van Sergio Martino en wat ik heb ik zitten genieten, want vrijwel alles klopt hier: de muziek van Bruno Nicolai (goed als altijd), dat scenario dat weer alle kanten op schiet behalve de logische, stijlvolle locaties, een beetje seks, wulpse vrouwen en lelijke machomannen. Hoera! Maar vooral de nerveus-energieke regie van Sergio Martino maakt deze film af: met markante gekantelde camerastandpunten, vlotte montage, merkwaardig snelle zooms en relatief veel handcamerawerk was de stijl de perfecte begeleiding van de dreigende en unheimische sfeer die het scenario in zich draagt en werd voor mij de invloed van de film noir op de giallo nog eens onderstreept (merkwaardig op zich dat deze relatie maar zelden wordt gelegd of ligt dat aan mij?). Natuurlijk is de film hier en daar wat knullig en moet je alles met een korrel zout nemen, maar dit is zonder meer een van de beste giallo´s die ik tot op heden gezien heb.

Labels: ,

Douches froides ***

Regie: Antony Cordier (2005)

Dit Franse drama is op zich best aardig, maar nergens wereldschokkend. Het draait allemaal om een jonge judoka die een belangrijke wedstrijd voor de boeg heeft en en passant ook nog eens problemen krijgt als er een derde knul in de relatie met zijn vriendin verschijnt. Op zich allemaal uitgekauwd territorium, maar de film is vrij van prekerigheid, prettig realistisch en uiteindelijk best vermakelijk.

Labels:

dinsdag, oktober 24, 2006

Je Vous Salue Marie ***

Regie: Jean-Luc Godard (1985)

Als je een film maakt over de Onbevlekte Ontvangenis die niet geheel strookt met de Bijbelse doctrine, dan zit je geheid in troebel vaarwater. Als je dan ook nog eens Jean-Luc Godard heet en het op typisch eigenzinnige wijze doet, dan heb je helemaal heibel. ‘Hail Mary’ is zonder twijfel een van de meest controversiële films uit Godard’s oeuvre en de film werd door de kerk dan ook meteen verbannen. Maar de kerk verbant alles wat ook maar een millimeter afwijkt van wat zij zelf roepen, dus zo vreemd is dat niet. Als ongelovige Thomas heb ik echter niets met het geloof en beledigd worden kan ik al helemaal niet, dus ik moest het zonder de controversiële aard van de film doen en dan blijft er helaas wat minder over dan ik gehoopt/verwacht had. Ik had eenzelfde reactie als met andere Godard films uit deze tijd, omdat ze dezelfde kenmerken vertonen: eenzelfde versnipperde verteltrant, eenzelfde bewust lelijke videolook, muziek die abrupt begint en eindigt en hier ook nog eens een volstrekt statische camera; slechts in twee scènes beweegt Godard zijn camera even. Probleem is echter dat ik niet zoveel kan met deze Godard. Nu kan dat sowieso aan mijn stemming liggen, want Godard kan bij mij variëren van mijn grootste God tot mijn grootste onbegrepen figuur en de ervaring heeft me inmiddels geleerd dat meerdere kijkbeurten van een Godard film altijd een hogere waardering opleveren. Voorlopig behoort deze in ieder geval tot de categorie ‘onbegrepen Godard klassiekers’. Voor de liefhebber is dit uiteraard essentiële kost, maar mensen die niet erg bekend met zijn oeuvre zijn, kunnen deze film met een gerust hart links laten liggen.

Labels:

woensdag, oktober 18, 2006

Aswang ***1/2

Regie: Wry Martin & Barry Polterman (1994)

Na enkele grote misbaksels van het Mondo Macabro label, was dit gelukkig weer een schot in de roos; deze bijzondere horrorfilm is namelijk helemaal geen straf om te zien. De film heeft diverse raakvlakken met ‘Texas Chainsaw Massacre’ (en niet alleen dankzij het gezwaai met een kettingzaag), maar is gelukkig ook origineel genoeg om op eigen benen te staan. Het verhaal over een soort van vampier die zichzelf voedt op ongeboren baby’s is in ieder geval redelijk origineel te noemen. De sfeer is lekker naargeestig, zeer geholpen door de puike muziek en de eenzijdige kleurenschema’s. Hier en daar wordt de lowbudget natuur van de film zichtbaar, maar de speciale effecten zijn overtuigend genoeg om smerig te zijn. Zeker een aanrader voor de liefhebber.

Labels: ,

dinsdag, oktober 17, 2006

Ober ****

Regie: Alex van Warmerdam (2006)

Eindelijk deze maar eens gezien en hij valt zeker niet tegen, integendeel. Het basisbeginsel is zeer origineel en hoewel ik bij vlagen vond dat het beter uitgewerkt had kunnen worden, was er nog steeds voldoende te beleven. Ik heb letterlijk enkele malen blauw van het lachen gelegen en dat doe ik echt niet vaak in de bioscoop, hoewel er ook delen van de film waren die wellicht iets meer grappen hadden kunnen hebben. Aan de andere kant heb ik liever enkele ijzersterke grappen dan een heleboel flauwe grappen. Verder vond ik het erg leuk dat de film allerlei genres lustig door elkaar heen gebruikte, iets dat je bij Van Warmerdam uiteraard vaker ziet. Ik vind het zeker niet de beste film die ik van hem gezien heb tot op heden, maar dit is een film die een waardige bijdrage aan zijn oeuvre vormt en Nederland mag met recht trots zijn op een auteur als Alex van Warmerdam. Gaat dit zien mensen.

Labels:

Sciuscià *****

Regie: Vittorio De Sica (1946)

Oh mijn god, rechtstreeks na die merkwaardige Wenders film, zag ik eindelijk ‘Shoeshine’ en ik kan met een gerust hart stellen dat dit een van de meest emotionele filmervaringen van mijn leven was. Het tijdloze verhaal van twee jongetjes die door de maatschappij gecorrumpeerd worden, wordt door Vittorio De Sica met zo’n precisie en compassie verteld dat ik praktisch 90 minuten lang snotterend voor de TV heb gezeten. Een van de grote misverstanden (in de hand gewerkt door quotes zoals deze van Orson Welles: ‘In handling a camera I feel I have no peer. But what De Sica can do, that I can’t do. I ran his ‘Shoeshine’ again recently and the camera disappeared, the screen disappeared; it was just life…’) over het Italiaanse Neorealisme is dat die films de emoties van de kijker niet manipuleren net zoals Hollywoodfilms dat doen, maar ‘Sciuscià’ maakt zeer duidelijk dat dit echt een misverstand is (de formidabele commentaartrack van Bert Cardullo heldert deze misverstanden overigens ook op en deze DVD van Masters of Cinema is dan ook een weergaloze introductie voor mensen die de Neorealistische stroming niet kennen). Hoewel Welles uiteraard gelijk heeft dat de stijl van De Sica niet de aandacht op zich vestigt, gebruikt hij zeker wel ieder instrument tot zijn beschikking om de emoties van het verhaal zo goed mogelijk eruit te laten komen; montage, compositie en zelfs het gebruik van muziek (hoewel De Sica altijd geclaimd heeft dat deze muziek tegen zijn zin is toegevoegd) worden ingezet om impact van de film zo groot mogelijk te laten zijn en dat is nu precies de kunst die De Sica als geen ander verstond. En ik kan niet anders zeggen dan dat deze impact gigantisch is. De film kent eigenlijk geen saai moment en dit is zonder meer de beste en meest aangrijpende Neorealistische film die ik tot op heden gezien heb.

Ik wil iedereen met een beetje gevoel voor film, of beter gezegd: met überhaupt een beetje gevoel aanraden om de DVD van Masters of Cinema zo snel mogelijk aan te schaffen.

Labels: ,

Bis ans Ende Der Welt ****

Regie: Wim Wenders (1991)

Zelden heb ik zo’n bijzondere, contradictoire filmervaring gehad als deze middag met Wim Wenders’s zijn bijna vijf uur durende, kunstzinnige science fiction extravaganza ‘Until the End of the World’. De plot gaat eigenlijk nergens heen, zeker voor zulk een lange speelduur. Vooral tijdens de eerste tweederde van de film zie je enkel karakters van hot naar her reizen zonder enige plotontwikkeling. Op een gegeven moment begon dat te vervelen, maar tegelijkertijd maakte dat achteraf gezien grote indruk met zijn opeenvolging van exotische locaties (net als Godard in ‘Alphaville’ maakt Wenders hoofdzakelijk gebruik van bestaande locaties en maakt laat die er futuristisch uit zien). De cast bestaat vrijwel louter uit internationale sterren (William Hurt, Sam Neill, Solveig Dommartin, Max von Sydow, Jeanne Moreau) die geen van allen weten te overtuigen, maar toch tegelijkertijd fascinerend zijn. Laat het maar aan Wim Wenders over om een goede soundtrack samen te stellen en met muziek van onder meer U2, Talking Heads, Can, REM, Nick Cave, Julee Cruise en Depeche Mode zit het in deze film ook meer dan snor. Probleem is echter dat de gebruikte muziek vaak gemakzuchtig overkwam, zonder echte functie. Mooie plaatjes schieten kan Wenders ook als geen ander, zeker in samenwerking met Robbie Müller (oa. Jarmusch en von Trier) en ook hier weet Wenders de bijzondere landschappen en steden mooi in beeld te brengen. Maar ook hier was het vaak niet echt functioneel. Maar toch: zoveel shots of scènes uit de film spoken nog steeds door mijn hoofd, vooral dankzij de combinatie beeld en muziek, dat Wenders toch ergens in geslaagd is. Het verhaal gaat nergens heen, het geheel is wellicht overambitieus en het is allemaal misschien niet eens te verdedigen, maar toch was ik na afloop van de vijf uur diep onder de indruk. Een soort van briljante mislukking, dan wel mislukt meesterwerk dus.

Labels:

maandag, oktober 16, 2006

Dellamorte Dellamore ***

Michele Soavi (1994)

Deze licht-komische horrorfilm was mijn eerste film van Michele Soavi en ik meen me te kunnen herinneren dat dit zijn beste film zou zijn. Misschien dat mijn verwachtingen te hoog gespannen waren, maar hij viel ietwat tegen. De film bevatte zeker enkele memorabele scènes, het was allemaal niet vervelend en het geheel was best stijlvol gefilmd (hoewel ik het vaak mooifilmerij vond in plaats van functioneel), maar het deed me allemaal relatief weinig. Het bleef allemaal wat hangen in net niet of net wel, zonder ergens echt te overtuigen, dan wel teleur te stellen. Ik zal me nu in ieder geval eerder verdiepen in mijn Lucio Fulci achterstand dan meer Soavi te gaan zien.

vrijdag, oktober 13, 2006

Where the Sidewalk Ends ***1/2

Regie: Otto Preminger (1950)

Otto Preminger wordt heden tendage nog maar zelden genoemd als men de grootheden uit Klassiek Hollywood opsomt en dat vind ik maar merkwaardig, want met sublieme meesterwerken als ‘Laura’, ‘Advise and Consent’ en ‘Anatomy of a Murder’ behoort hij zeker tot de allergrootsten. Preminger wist zijn kritische en cynische wereldblik te vertalen in een heerlijk heldere beeldtaal van lange takes en vele kraan- en dollyshots, wat zijn films altijd een genot maken om te kijken. Daarnaast was hij als een van de eerste onafhankelijke regisseur/producenten de nagel aan de doodskist van de restrictieve Hays Code, want Preminger durfde het als een van de eersten aan om zijn films uit te brengen zonder goedkeuring van de Hays Code en vocht als geen ander tegen deze censuur. Ook binnen de film noir wist Preminger enkele interessante films te maken en ‘Where the Sidewalk Ends’ behoort daar zeker toe. Net als in ‘Laura’ ook hier Dana Andrews en Gene Tierney in de hoofdrollen; Andrews doet wat ie altijd goed doet, evenals Tierney, hoewel ik in haar nimmer het heilige vuur gezien heb, maar goed. Verder hanteert Preminger zijn onopdringerige, maar prettige visuele stijl ook hier met veel succes, wat resulteert in een vakkundig verteld, vloeiend verhaal, perfect geschreven door topscenarist Ben Hecht. De film behoort wellicht niet tot de allerbeste van de film noir, daarvoor mist het echte verrassingen en een bite, maar liefhebbers kunnen zich onmogelijk een buil vallen aan dit uiterst plezante stukje cinema.

Labels: ,

donderdag, oktober 12, 2006

The Mansion of Madness *

Regie: Juan López Moctezuma

Tjemig, wat een ellende. De DVD belooft je dan een mix van Fellini, Buñuel, Ken Russell en Monty Python op LSD en dan verwacht je wat zeg maar. Probleem is dat ik nog wel kan zien waar dergelijke claims vandaan komen en waar de film zijn inspiratie vandaan haalt (ik zou Fernando Arrabal nog aan de lijst willen toevoegen), maar dat is het dan ook, het komt werkelijk nergens verder dan stompzinnige imitatie. Het is simpelweg een volslagen stuurloos zooitje dat echt mijn tijd niet waard is. De kapstok van de film (geestelijk gestoorden nemen de macht over in hun 'inrichting') zou uitstekend dienst kunnen doen voor een excessieve fantasmagorie, maar in plaats van de ene verbazingwekkende scène na de andere worden we hier getrakteerd op een volkomen oninteressante schijtzooi. Uniek is de film zeker, maar bloedeloos en oersaai nog veel meer. Tip van de dag: vermijden dit.

Labels: ,

woensdag, oktober 11, 2006

Young at Heart ***

Regie: Gordon Douglas (1954)

Dit typische jaren ’50 vrouwen melodrama is geregisseerd door Gordon Douglas (meest bekend van die fantastische mierenfilm ‘Them!’), heeft in de hoofdrollen Doris Day en Frank Sinatra en bevat songs van Ira & George Gershwin, Cole Porter en Johnny Mercer. Een behoorlijke verzameling talent dus, maar het is al met al niet veel meer dan een gemiddeld melodrama uit deze tijd. Natuurlijk is het allemaal hoogromantisch en mierzoet dus daar moet je sowieso doorheen kijken, maar als je er van houdt is het allemaal niet vervelend. Wat deze film echter voor mij echt duidelijk maakte, was de genialiteit en subversiviteit van de melodrama’s van Douglas Sirk (nog eens benadrukt doordat twee acteurs uit ‘Written on the Wind’ ook hier te zien zijn) en dat vind ik nimmer een onprettige bevestiging.

The Passing ***

Regie: Bill Viola (1991)

‘The Passing’ is het eerste werk wat ik zie van de befaamde videokunstenaar Bill Viola, maar ik kan er nog niet ontzettend warm voor lopen. Zoals de titel al aangeeft is deze uurlange video een soort van meditatie over de dood en geboorte en alles wat er tussen zit. Er zit zonder meer een lyrische kwaliteit aan het zwart-wit geheel van nachtelijke shots, onderwater shots, mensen die slapen en impressies van landschappen (allemaal hoofdzakelijk begeleid door een hevige ademhaling), maar echt raken deed het me niet. Ik vond het allemaal ook wat pompeus overkomen met overdadige pogingen tot spiritualiteit of hoogdravende boodschap. Ach ja…

Labels:

Scanners ***

Regie: David Cronenberg (1980)

Ik had deze film enkel gezien toen ik nog behoorlijk jong was, dus een kleine update mocht best wel eens. De film wordt geplaagd door de typische vroege Cronenberg problemen als matig acteerwerk en een nauwelijks interessant visuele stijl. Dit wordt doorgaans echter ruimschoots gecompenseerd door een overdaad aan ideeën en pure intelligentie. ‘Scanners’ mist dit echter nogal. Het is een van Cronenberg’s meest normale en mainstream films, feitelijk nauwelijks te onderscheiden van de gemiddelde genrefilm. En van Cronenberg verwacht je gewoon meer.

Labels:

dinsdag, oktober 10, 2006

Scum of the Earth *

Regie: Herschell Gordon Lewis (1963)

Feitelijk is het meest interessante aan deze exploitation flick het idee dat het leeuwendeel van de cast van Lewis’s baanbrekende classick ‘Bloodfeast’ ook hier acte de presence geeft. Verder zie ik Herschell toch liever met ingewanden smijten.

Labels: ,

Demon Seed **1/2

Regie: Donald Cammell (1977)

Mijn eerste Donald Cammell film, ‘White of the Eye’ was een zeer interessante, maar niet geheel bevredigende ervaring maar helaas is mijn tweede Cammell nog minder bevredigend. Het gegeven van een computergestuurde wereld waarin de mens teveel afhankelijk raakt van de computer en er allerlei complicaties ontstaan is simpelweg veel beter gedaan dan in deze film het geval is. Dat de special effects wat verouderd zijn kan ik allemaal prima hebben, wat ik minder kon hebben was een zeer onovertuigende Julie Christie. Helaas kon de film visueel geen deuk in een pakje boter maken en bleef ook het scenario steken in oppervlakkigheden. Helaas bleef de gehele film steken bij goede ideeën.

Labels:

Céline et Julie vont en bateau *****

Regie: Jacques Rivette (1974)

Deze film wilde ik letterlijk al jaren zien, maar zoals met de meeste films van Jacques Rivette was ie nog niet op DVD verschenen, maar dankzij BFI is er nu wel die mogelijkheid. En de film leeft zonder meer op naar zijn beroemde status. Net als in het indrukwekkende, vier uur durende ‘La Belle Noiseuse’ (Rivette is vermaard om zijn lange films, ook deze is met zijn 190 minuten niet direct kort te noemen), waarin eigenlijk allemaal maar weinig gebeurt en tegelijkertijd ook erg veel. Zelf zij hij ooit dat zijn verhalen net als het weer zijn: het is er altijd, maar je staat er gewoon niet altijd bij stil. Een wat suffe bibliothecaresse ontmoet een vrijgevochten goochelaarster en raken beiden verstrikt in een merkwaardige wereld van kinderlijke magie. Omdat de film zo lang duurt weet het zo’n opmerkelijk eigen universum te creëren, waarin je letterlijk kunt verdwalen, want de labyrintachtige structuur van het ‘verhaal’ nodigt letterlijk uit tot het nemen van zijpaden. Het geheel is allemaal duidelijk gebaseerd op Alice in Wonderland alleen dan allemaal net iets anders en nog vreemder. Rivette experimenteert lustig met improvisatie en frommelt allerlei genres door elkaar heen en de film springt van de ene sfeer naar de andere. Nog een stukje knotsgekker wordt het als de dames middels een magisch snoepje een film-in-de-film gaan kijken, waarmee de film nog een extra laag krijgt en de reeds versnipperde en elliptische structuur van de film nog eens extra gecompliceerd wordt. De hele film door stelt Rivette het idee van het kijken naar film en de filmervaring op zich al aan de kaak middels allerlei middeltjes, maar deze thema’s worden nog eens extra versterkt door de film-in-de-film. Ik kan zonder overdrijven stellen dat ik inmiddels wel het een en ander gezien heb wat op zijn zachtst gezegd afwijkt van de standaard en het is juist dan erg prettig om te ervaren dat er nog zoveel is wat je nog kan verrassen omdat het wederom anders is dan je al kent. ‘Céline et Julie vont en bateau’ is zo’n werk, een film die tegelijkertijd hoogst experimenteel is als ook uiteindelijk redelijk conventioneel, hoewel ik het hoge kijkplezier dat de film met zich meebrengt het meest opmerkelijk vond. De film vereist (net als bijvoorbeeld ‘Citizen Kane’) meerdere kijkbeurten om alle losse eindjes, onderling samenwerkende elementen en ingenieuze structuur te kunnen bevatten en na een kijkbeurt kan ik alleen zeggen dat ik enkel de oppervlakte van de film gezien heb. Maar dit is zonder meer Unieke Cinema die niemand mag missen.

Labels:

donderdag, oktober 05, 2006

Le Diabolique docteur Z ***1/2

Regie: Jess Franco (1965)

Die Gothische horrorfilms van Jess Franco hebben altijd wat en deze (bekend onder vele namen waaronder ook 'Miss Muerte') zonder meer. Het scenario is door niemand minder dan Buñuel scenarist Jean-Claude Carrière neergepend, ook al merk je daar niets van omdat het gewoon een verkapte remake is van die Dr. Orloff films. Maar een Franco film kijk je niet vanwege het scenario. Sterke punten:

- De Expressionistische belichting, decors, gekantelde camerastandpunten geven het geheel een erg prettige sfeer. Er zijn ook enkele mooie POV shots.
- Een vrouw gaat gekleed in een soort van spinnenpakje, zonder meer een van de meest creatieve kostuums die ik ooit in film gezien heb.
- Er is een catfight
- Een vrouw wordt gelijke een leeuw getemd met een stoel
- Vaste Franco acteur Howard Vernon krijgt topbilling ondanks dat ie maar drie scènes heeft.
- Er is redelijk wat naakt en gore voor een film uit deze periode
- De muziek is van Daniel White en dat is feitelijk voor mij reden genoeg om een film te kijken; hij stelt niet teleur.
- Er is een heuse verwijzing naar Robert Bresson en een echo van een Orson Welles film.

Al met al behoort deze film zonder meer tot de bovenste regionen van het Franco universum. Maar ik bedoel, zo'n pakje:

Labels: ,

woensdag, oktober 04, 2006

De Noorderlingen ****1/2

Regie: Alex van Warmerdam (1992)

Persoonlijk vond ik deze net iets minder dan zijn voorganger ‘Abel’, maar daarmee is het nog steeds een ijzersterke film. Ik miste hier een beetje de visuele pracht van ‘Abel’ (vooral de belichting en decors), hoewel de decors ook hier verre van conventioneel zijn. Verder vond ik de film een stuk zwaarder op de hand, maar de absurde humor is gelukkig nog overal aanwezig, waarbij vooral de markante karakters en vaak ronduit bizarre situaties in het oog springen. Al met al een erg sterke satire en dikke aanrader.

Labels:

Abel ****1/2

Regie: Alex van Warmerdam (1986)

Na de overweldigende ervaring van ‘Zwartboek’ heb ik toch eindelijk maar eens besloten om mijn irrationele aversie jegens de Nederlandse film aan de kant te schuiven en heb ik me eens gestort op Alex van Warmerdam. En zo blijkt het maar weer dat terwijl je in alle hoeken van de wereld goede films probeert te vinden, de juweeltjes ook in je eigen achtertuin liggen. Want wat smaakt ‘Abel’ naar meer! Uiteraard is er de absurde humor waar van Warmerdam om bekend staat (zoveel wist ik nog wel), maar ook visueel blijkt hij een begenadigd artiest, ongetwijfeld zeer geholpen door zijn grafische achtergrond. De decors waren mijns inziens namelijk het absolute hoogtepunt van deze film: de ene keer volledig minimalistisch en bijna abstract, dan weer overdadig geornamenteerd. In combinatie met de werkelijk fantastische belichting levert dit een indrukwekkende sfeer op, wat de absurdistische humor perfect ondersteund. Daarnaast trakteert van Warmerdam ons op allerlei mooie tableaushots en visuele grappen waar Jacques Tati trots op geweest zou zijn. De acteurs zijn allemaal ook nog eens allemaal om door een ringetje te halen en alles samen maakt ‘Abel’ simpelweg een van de meest originele en beste Nederlandse films die ik ooit gezien heb.

Die Alex van Warmerdam box is een geschenk uit de hemel.

Labels:

dinsdag, oktober 03, 2006

Luster **1/2

Regie: Everett Lewis (2002)

Deze gehele film schreeuwt simpelweg ‘Gregg Araki’ en daar vind ik niets mis mee. Waar ik wel wat mis mee vind is dat deze film het gewoon niet haalt bij de gemiddelde Araki. Liefhebbers van gaycinema zullen zich hier vermoedelijk nog wel mee vermaken (al is het enkel vanwege de snoezige hoofdrolspeler), de rest kan het rustig links laten liggen.

Labels:

The Sting ***1/2

Regie: George Roy Hill (1973)

Deze beroemde film eindelijk gezien, maar het viel me eerlijk gezegd enigszins tegen. Het is zonder meer allemaal erg vermakelijk, maar ik miste simpelweg de brille van een meesterwerk. Het verhaal is behoorlijk vermakelijk, de acteurs prima op dreef (ook al was ik nogal verbijsterd door het houterige acteerwerk aan het begin van de film) en de decors en aankleding zijn allemaal van de bovenste plank. Maar ik miste iets.

maandag, oktober 02, 2006

La Chatte à deux têtes ***1/2

Regie: Jacques Nolot (2002)

Acteur/regisseur Jacques Nolot kwam in 2002 op de proppen met deze merkwaardige film. De gehele film speelt zich af tijdens een nacht in een louche pornobioscoop. We zien de vaste gasten wat kijken, zuigen, sjorren (de seks in de film is behoorlijk expliciet, zonder dat het porno wordt overigens) en met de kassadame praten. En dat is gewoon het totale plot, waarmee de film dus zo ongeveer het erotische broertje is van Tsai Ming-Liang’s ‘Goodbye, Dragon Inn’. Het is altijd moeilijk om dit soort plotloze films te beoordelen. Ik heb dan ook eigenlijk geen idee wat Nolot wilde bereiken of zeggen met deze film, maar tegelijkertijd heb ik me geen seconde verveeld: ondanks het totale gebrek aan plot en het feit dat er maar een locatie is, is de film toch erg vermakelijk om te kijken en is de anderhalf uur om voordat je het weet. Hmmm…

Labels:

zondag, oktober 01, 2006

Der Himmel über Berlin *****

Regie: Wim Wenders (1987)

Het was alweer de derde keer dat ik deze film van Wim Wenders zag; de eerste keer was ik volledig uit het veld geslagen door de onnoemlijke schoonheid van de film, de tweede keer was ik enigszins teleurgesteld en had ik het gevoel dat de film toch iets minder was dan ik aanvankelijk dacht. Maar de derde kijkbeurt bracht consolidatie van het meesterwerk dat ik er de eerste keer in zag. Ik ben weer door zoveel elementen in de film geraakt: de gracieuze camerabewegingen langs de mensen en hun gedachten; de wijze waarop Wenders Berlijn omtovert tot een impressionistische stad; de (functionele!) manier waarop Wenders kleur en zwart-wit fotografie gebruikt, waarbij de contrasten tussen het oogverblindend mooie zwart-wit en het foeilelijke videokleur erg mooie resultaten oplevert; de indrukwekkende geluidsband met de mooie muziek en de vele stemmen die dwars door elkaar heen lopen zijn soms van een Altmaniaanse dichtheid; en dan is er uiteraard dat prachtige dromerige, bijna etherische ritme van de film, wat zeer toepasselijk is gezien het onderwerp van de film.

Waar ik echter vooral door geraakt werd dit keer, naast de formele aspecten van de film, is het humanisme wat van de film afdruipt. Een scène zoals in het circus waar de engel Bruno Ganz oprecht blij als een kind zit te genieten tussen al die andere kinderen weet mij iedere keer weer te raken. Het portret wat Peter Falk maakt van de oude vrouw heeft ook zo’n prachtige menselijke en warme inslag, net als de scènes waarin Falk de simpele geneugten van het dagelijks leven beschrijft. De film maakt soms grote gebaren maar verliest zichzelf nergens in overtrokken filosofie van de koude grond, daar zorgen de humoristische momenten waar de film toch wel mee doorspekt is wel voor. De film kent elementen van sprookjes (zoals het harnas), maar is tegelijkertijd ook ontzettend realistisch en down to earth. Het zijn juist deze innerlijke tegenstrijdigheden die de film zo bijzonder maken.

Twee van Wenders’s stokpaardjes komen ook in deze film weer terug: uiteraard zijn voorliefde voor de Amerikaanse cultuur, hier vertolkt door wat verwijzingen naar een typisch Amerikaanse figuur als Philip Marlowe, maar bovenal natuurlijk door de casting van Peter Falk die zichzelf speelt. Ik heb Falk sinds het zien van Cassavetes’s ‘A Woman under the Influence’ definitief onder mijn favoriete acteurs geschaard en ook hier is hij weer onnavolgbaar: ingetogen, grappig en fascinerend tegelijk. Het andere stokpaardje van Wenders is uiteraard de popmuziek die hier een prominente plaats krijgt dankzij twee optredens van popgroepen. Dat Wenders de emotionele climax van de film laat plaatsvinden tijdens een concert (van Nick Cave, altijd goed) is niet eens verwonderlijk: de hele film lang zoeken zielen naar liefde en genegenheid en wat is een mooiere plaats om deze zoektocht te laten eindigen dan een popconcert, dat met zijn gevoel van saamhorigheid vrijwel altijd gelijkgestemde zielen laat samenkomen?

Wenders draagt de film op aan alle gevallen engelen, maar in het bijzonder Yasujiro, Andrei en François, wie in mijn ogen niemand anders kunnen zijn dan Ozu, Tarkovsky en Truffaut. Dat Wenders een enorme Ozu adept is heeft hij nimmer onder stoelen en banken gestoken en net als zijn fameuze Japanse leermeester onderzoekt Wenders in deze film het bijna ongrijpbare fenomeen van relaties tussen mensen; de formele eigenschap van wisseling tussen zwart-wit en kleur is iets wat Tarkovsky ook met groot succes in zijn films placht te doen. En de melancholie die de films van Truffaut doorgaans kenmerkt is hier ook in overvloed aanwezig. ‘Der Himmel über Berlin’ is duidelijk terug te leiden tot allerlei invloeden, maar het is juist die prachtige amalgaam van invloeden die het werk Wenders zo mooi kenmerken en zelden heeft hij dat beter geuit dan in dit terecht gelauwerde meesterwerk.

Labels: