Der Himmel über Berlin *****
Regie: Wim Wenders (1987)
Het was alweer de derde keer dat ik deze film van Wim Wenders zag; de eerste keer was ik volledig uit het veld geslagen door de onnoemlijke schoonheid van de film, de tweede keer was ik enigszins teleurgesteld en had ik het gevoel dat de film toch iets minder was dan ik aanvankelijk dacht. Maar de derde kijkbeurt bracht consolidatie van het meesterwerk dat ik er de eerste keer in zag. Ik ben weer door zoveel elementen in de film geraakt: de gracieuze camerabewegingen langs de mensen en hun gedachten; de wijze waarop Wenders Berlijn omtovert tot een impressionistische stad; de (functionele!) manier waarop Wenders kleur en zwart-wit fotografie gebruikt, waarbij de contrasten tussen het oogverblindend mooie zwart-wit en het foeilelijke videokleur erg mooie resultaten oplevert; de indrukwekkende geluidsband met de mooie muziek en de vele stemmen die dwars door elkaar heen lopen zijn soms van een Altmaniaanse dichtheid; en dan is er uiteraard dat prachtige dromerige, bijna etherische ritme van de film, wat zeer toepasselijk is gezien het onderwerp van de film.
Waar ik echter vooral door geraakt werd dit keer, naast de formele aspecten van de film, is het humanisme wat van de film afdruipt. Een scène zoals in het circus waar de engel Bruno Ganz oprecht blij als een kind zit te genieten tussen al die andere kinderen weet mij iedere keer weer te raken. Het portret wat Peter Falk maakt van de oude vrouw heeft ook zo’n prachtige menselijke en warme inslag, net als de scènes waarin Falk de simpele geneugten van het dagelijks leven beschrijft. De film maakt soms grote gebaren maar verliest zichzelf nergens in overtrokken filosofie van de koude grond, daar zorgen de humoristische momenten waar de film toch wel mee doorspekt is wel voor. De film kent elementen van sprookjes (zoals het harnas), maar is tegelijkertijd ook ontzettend realistisch en down to earth. Het zijn juist deze innerlijke tegenstrijdigheden die de film zo bijzonder maken.
Twee van Wenders’s stokpaardjes komen ook in deze film weer terug: uiteraard zijn voorliefde voor de Amerikaanse cultuur, hier vertolkt door wat verwijzingen naar een typisch Amerikaanse figuur als Philip Marlowe, maar bovenal natuurlijk door de casting van Peter Falk die zichzelf speelt. Ik heb Falk sinds het zien van Cassavetes’s ‘A Woman under the Influence’ definitief onder mijn favoriete acteurs geschaard en ook hier is hij weer onnavolgbaar: ingetogen, grappig en fascinerend tegelijk. Het andere stokpaardje van Wenders is uiteraard de popmuziek die hier een prominente plaats krijgt dankzij twee optredens van popgroepen. Dat Wenders de emotionele climax van de film laat plaatsvinden tijdens een concert (van Nick Cave, altijd goed) is niet eens verwonderlijk: de hele film lang zoeken zielen naar liefde en genegenheid en wat is een mooiere plaats om deze zoektocht te laten eindigen dan een popconcert, dat met zijn gevoel van saamhorigheid vrijwel altijd gelijkgestemde zielen laat samenkomen?
Wenders draagt de film op aan alle gevallen engelen, maar in het bijzonder Yasujiro, Andrei en François, wie in mijn ogen niemand anders kunnen zijn dan Ozu, Tarkovsky en Truffaut. Dat Wenders een enorme Ozu adept is heeft hij nimmer onder stoelen en banken gestoken en net als zijn fameuze Japanse leermeester onderzoekt Wenders in deze film het bijna ongrijpbare fenomeen van relaties tussen mensen; de formele eigenschap van wisseling tussen zwart-wit en kleur is iets wat Tarkovsky ook met groot succes in zijn films placht te doen. En de melancholie die de films van Truffaut doorgaans kenmerkt is hier ook in overvloed aanwezig. ‘Der Himmel über Berlin’ is duidelijk terug te leiden tot allerlei invloeden, maar het is juist die prachtige amalgaam van invloeden die het werk Wenders zo mooi kenmerken en zelden heeft hij dat beter geuit dan in dit terecht gelauwerde meesterwerk.
Labels: Wim Wenders
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home