Regie: Rainer Werner Fassbinder (1978)
Jemig, wat een film zeg! Dat Rainer Werner Fassbinder in vrijwel al zijn films elementen uit zijn persoonlijke leven verweeft is bekend, maar slechts zelden wist hij zo’n persoonlijke film te maken. Hij maakte de film vrijwel direct nadat zijn geliefde zelfmoord gepleegd had. Je zou dan een ontzettend depressieve film verwachten. Dat is deels het geval. Deels. Want de film is zo schizofreen als de ergste schizofrene patiënt. De film hopt van stemming naar stemming in een oogwenk. Om maar even schaamteloos van de DVD hoes te lenen: ‘de film is deels melodrama, zwarte komedie, tragedie en bijna klinische karakterstudie’. Het hysterische melodrama van Douglas Sirk gaat een bizar huwelijk aan met het Antitheater van Bertold Brecht en het wazige surrealisme van Samuel Beckett.
Het verhaal bestaat uit enkele los aan elkaar genaaide narratiefjes waarin we te weten komen over het leven van Erwin/Elvira (fantastisch gespeeld door Volker Spengler), een wat zielige persoon die vroeger Erwin was maar in een impulsieve bui een sekseverandering ondergaan heeft en nu als Elvira door het leven moet. Vrijwel iedere scène wordt gedomineerd door geluid: klassieke muziek (onder meer Händel), popmuziek (Roxy Music, Suicide) of ‘gewoon’ geluid (klokken, radio, TV), wat het geheel een bijzondere sfeer geeft. Stilistisch gezien gaat Fassbinder zich op ware Godard wijze te buiten: alles mag en kan. Zo is er bijvoorbeeld een fantastische scène waarin Erwin/Elvira naar het klooster gaat om zich te laten vertellen hoe zijn jeugd daar was. In plaats van een normale dialoogscène, horen we de non haar verhaal doen als een voice-over, terwijl de camera dwaalt langs de drie personen in de scène, die zo eens wat op en neer lopen, het geheel begeleid door wat klassieke muziek.
Een andere scène vond ik de sleutelscène uit de film: Erwin/Elvira ligt in rouwkleding in een verlaten kantoorpand. De belichting bestaat uit rode knipperende lichten. We vermoeden dat het nacht is. Een typiste horen we typen. Een man komt de kamer binnen met een krat en een touw en het wordt snel duidelijk dat hij zichzelf wil gaan ophangen. Meteen denk je aan de zelfmoord van Fassbinder’s vriend, wat de basis was van de hele film. Elvira biedt de man brood, kaas en wijn aan, maar heeft alleen geen flesopener. De man natuurlijk wel, want dat is logisch om bij je te hebben als je zelfmoord gaat plegen. Ze eten en drinken wat en er volgt een hele verhandeling over het leven, zelfmoord, de wil om te leven en andere zwaarmoedige zaken. Uiteindelijk hangt de man zich gewoon op. Het is een ronduit bizarre scène die stilistisch ontzettend bijzonder is, maar ook op emotioneel vlak registreert. Verhaaltechnisch draagt het niets bij aan de film, maar omdat je weet in wat voor situatie de film gemaakt is, voel je mee met Fassbinder. Fassbinder die je laat lachen en huilen op hetzelfde moment. Tegenstrijdige gevoelens is altijd een belangrijk kenmerk geweest in zijn films, want de man zelf was een vat van tegenstrijdige gevoelens. Daarom werkt de tegenstrijdigheid in deze film zo goed. Fassbinder laat je meeleven met Erwin/Elvira, met zijn eigen emoties, maar duwt je net zo vaak een vreemde richting in.
‘In a Year with 13 Moons’ is zonder meer een van de meest experimentele films van Rainer Werner Fassbinder. Het is in ieder geval de beste van hem die ik tot op heden gezien heb, een meesterwerk. Ik zou bijna iedereen op mijn blote knieën willen smeken om deze film te gaan zien.
Labels: RW Fassbinder