maandag, juli 31, 2006

Vampyres ***1/2

Regie: Jose Ramon Larraz (1974)


Prettige lesbische vampierenfilm van de Spaanse cultheld Jose Ramon Larraz. De film bevat feitelijk alles wat het genre zo leuk maakt: Sapfische seks, zo goed als geen plot, een dromerige sfeer, leuke locaties en hier en daar wat bloedvergieten. De film schijnt traditioneel mikpunt geweest te zijn van fikse censuur, wat ik maar moeilijk kan begrijpen omdat de film in mijn ogen niet bijzonder veel verder gaat dan vergelijkbare films uit deze tijd. Desalniettemin leuk kijkvoer.

Labels:

Death in Venice ****

Regie: Luchino Visconti (1971)


Op ‘Il Gattopardo’ na was ik nog een totale Visconti leek. Dat kan natuurlijk allemaal niet, maar zo gaan die dingen nu eenmaal. Deze vermaarde film zal me echter niet direct tot Visconti adept bekeren. Natuurlijk is dit een goede film, maar Visconti’s stijl past gewoon niet zo in mijn straatje. Zijn langgerekte schilderachtige stijl is direct zowel een pluspunt als een minpunt van de film; net als in ‘Il Gattopardo’ veel vloeiende camerabewegingen die de personages observeren als een soort van mozaïek en een voorkeur voor een evocatieve sfeer boven een lineair verhaal. Nu heb ik geen enkele moeite met een gebrek aan lineair verhaal, maar net als ‘Il Gattopardo’ vond ik deze film bij vlagen behoorlijk stil vallen. Aan de andere kant heb ik me tijdens de 132 minuten zo goed als geen minuut verveeld, maar de echte bewondering bleef ook een beetje uit, ook al kon Visconti uiteraard mooie plaatjes schieten en bevat de film enkele erg mooie scènes. De rol van Dirk Bogarde is veel bewonderd, maar ik sluit me bij Parker Tyler aan als die zegt dat Bogarde uiteindelijk iets tekort schiet hier en te gestileerd en nichterig te werk gaat, waardoor een echte binding met het personage uitblijft. Een bijzondere en mooie film, maar er zal nog heel wat moeten gebeuren voordat ik mezelf een Visconti liefhebber kan noemen.

Labels:

Night Moves ****

Regie: Arthur Penn (1975)


Deze film van Arthur Penn is het meest bekend dankzij die ene quote van Gene Hackman over de films van Eric Rohmer: ‘it’s kinda like watching paint dry’. De film verdient echter meer bekendheid want het is een puike film. Penn en scenarist Alan Sharp nemen de traditionele ‘whodunnit’ film aan de hand en zetten het genre op zijn kop, zoals het uiteraard de mode was in de jaren ’70. Gene Hackman speelt een met zichzelf worstelende en behoorlijk incompetente private eye die verstrikt raakt in een web van list en bedrog. Het is typisch een film die bewust allerlei zaken onverklaard en onduidelijk laat en zich hoofdzakelijk als een psychologische thriller manifesteert, met een visueel werkelijk indrukwekkende climax. Liefhebbers van een film als ‘The Conversation’ doen er goed aan om deze film eens te kijken.

Labels:

vrijdag, juli 28, 2006

George Bataille’s Story of the Eye ****1/2


Regie: Andrew Respasky McElhinney (2004)

Deze derde film van Andrew Repasky McElhinney is me toch weer een feestje, niet normaal zeg. Het begint allemaal met documentaire footage van een heuse geboorte; daarna zien we twee vrouwen dansen met een enorme hoed op, waarbij ogen op hun tieten geschilderd zijn en een kerel met een joystick op zijn schoot de meisjes lijkt te besturen. Het begint meteen leuk te worden als de kerel zijn joystick inruilt voor zijn eigen joystick en zichzelf een handje begint te geven, allemaal pontificaal in beeld gebracht. Daarna volgen nog eens twee hardcore porno scènes van ieder ongeveer een kwartier: een tussen twee mannen (waarbij de matroos op een soort van jonge Sting lijkt en de ander een soort van Wesley Snipes in het leer is) en een tussen twee vrouwen (waarbij de een net geopereerd lijkt en de ander uit een kleine kooi bevrijd wordt). Daarna volgen tien minuten waarbij we een wat ongezond uitziende vrouw (de geopereerde van net) telkens dezelfde trap zien betreden, maar dan iedere keer gefilmd vanuit hetzelfde standpunt. Dit lijkt een directe ode aan/parodie op de befaamde scène uit Leger’s ‘Ballet Mecanique’ (1924) te zijn, waarbij een oude vrouw telkens dezelfde trap op loopt. Het is echter tegelijkertijd ook een soort van variant op Resnais’s meesterlijke avant-garde puzzel ‘Last Year at Marienbad’, als ook een soort van opschorting van filmische tijd zoals bijvoorbeeld een Andrei Tarkovsky of Andy Warhol dat plachten te doen. Ik kan je in ieder geval verzekeren dat tien minuten lang naar dezelfde actie kijken op zijn minst ‘anders’ te noemen is.



Daarna volgt nog wat expliciete seks en andersoortige onbegrijpelijke taferelen, als de film uiteindelijk eindigt met de kerel uit het begin die op de camera ejaculeert. Althans eindigt, we krijgen eerst nog acht minuten een zwart beeld en daarna testbeeld en dan is de koek echt op. Er is geen enkele vorm van dialoog, de soundtrack bestaat uit diegetische geluiden, piano en orgelmuziek en hier en daar wat klanken van meeuwen en een schreeuwende vrouw. De film is gebaseerd op de erotische schandaalroman ‘Story of the Eye’ van George Bataille en volgt dezelfde dromerige ‘structuur’. De DVD cover wist het voor een keer treffend te verwoorden: de film is deels surrealisme, deels porno en deels gewoon onzin.



Bill Krohn (jazeker, dezelfde Bill Krohn die al sinds jaar en dag voor ‘Cahiers du Cinema’ schrijft) haalt in zijn liner notes terecht Jacques Rivette aan die ooit zei dat iedere film twee keer gezien moet worden: een keer voor verrassing en een keer voor verrukking. En zo is het maar net ‘George Bataille’s Story of the Eye’ is zonder meer een van de meest spraakmakende en authentieke stukjes cinema van de laatste jaren. Of het enkel provocatie is of de toekomst van de underground film zou ik niet durven te zeggen, maar ik zet mijn geld in op het laatste. Iedere avontuurlijke filmliefhebber moet dit echt gezien hebben.

donderdag, juli 27, 2006

Sunday Bloody Sunday ***

Regie: John Schlesinger (1971)


De films van John Schlesinger zijn feitelijk altijd interessant en deze is daar geen uitzondering op, ook al kon de film me minder boeien dan andere Schlesingers. Aan het verhaal ligt het in principe niet, want een situatie waarin een man en een vrouw een relatie hebben met dezelfde man is natuurlijk altijd interessant. Daarnaast is de film prettig onsentimenteel en vooral de acteerprestaties van Peter Finch en Glenda Jackson prima, terwijl Schlesinger de film enkele prettige stilistische touches meegeeft. Toch wist de film me maar moeilijk te raken om redenen die ik niet kan benoemen.

Labels:

Four Shorts Films *****

De L’origine du XXIe Siècle (Godard, 2000). Een werkelijk verbluffend begin: we zien het zwaar bewerkte digitale video wat we ook al in ‘Eloge de L’amour’ zagen; een man bespeelt op straat een viool, mensen lopen langs, een fietser schiet voorbij. Op de soundtrack horen we een prachtige aria. En dan volledige stilte. Een bus vol vluchtelingen rijdt langs in het donker. Kippenvel komt opzetten, want je beseft dat je weer in de wondere wereld van Jean-Luc Godard terecht gekomen bent. Een verhaal heeft Godard natuurlijk al lang niet meer nodig en deze vier korte essayfilms zijn ook in de trant van wat zijn magnum opus schijnt te zijn ‘Histoire du Cinema’ (nog steeds niet verkrijgbaar op DVD): een amalgaam van filmbeelden, geschreven woord, poëzie, beeldhouwkunst, schilderingen, filosofie en muziek. Herkenbare clips uit Kubrick’s ‘The Shining’,’Buñuel’s ‘Los Olvidados’ en Bergman’s ‘The Silence’ worden afgewisseld met clips uit films die je niet kent, een stukje uit een pornofilm waarin een man een vrouw volledig onderpist wordt afgewisseld met beklemmende documentaire beelden en nieuw zelf geschoten materiaal wordt afgewisseld met materiaal waarvan de herkomst niet eens meer te herleiden valt. Godard haalt zijn quotes overal vandaan, want Godard kent de hele kunstwereld op zijn duimpje. Het is een overzicht van de complete filmgeschiedenis, maar toch ook weer helemaal niet. Godard is in staat om het befaamde eindshot van Jean Seberg uit zijn eigen ‘A Bout de Souffle’ erin te verwerken, want Godard is zelf natuurlijk een enorm belangrijke bouwsteen van de cinema. Hij geeft commentaar op de cinema die hij zelf mede geschapen heeft. Godard is cinema en maakt cinema. Hij recyclet cinema en maakt daarmee en passant nieuwe cinema. Dit is film in zijn meest pure en tegelijkertijd meest uitgedijde vorm. Peter Greenaway klaagde ooit dat hij vond dat de meeste filmmakers hun films maakten met een oog dicht en twee handen achter hun rug gebonden, waarmee hij bedoelde dat maar weinig filmmakers alle mogelijkheden die film biedt ook daadwerkelijk gebruikten. Godard maakt van de cinema een gesamtkunstwerk waar Wagner trots op zou zijn. Film als het ultieme hypermedium, waarin Godard de relatie tussen kunst, vrijheid, de maatschappij, herinnering, geweld en passie onderzoekt.

The Old Place (Godard & Miéville, 1998). Dit is het langste werk op de DVD met 46 minuten en werd gemaakt in opdracht van het Museum of Modern Art. Godard en zijn vaste samenwerkster Anne-Marie Miéville praten op de soundtrack over kunst in zijn algemeenheid en de relatie tussen verschillende kunsten, uiteraard onder een overweldigende en hallucinerende beeldenstroom en begeleid door zeer uiteenlopende muziek.

Liberté et Patrie (Godard en Miéville, 2002). Zoals de titel al aangeeft zijn vooral vrijheid en vaderland hier belangrijke thema’s, maar de film kon me minder boeien dan de twee voorgaande, maar die waren dan ook van een superieur niveau.

Je Vous Salue, Sarajevo (Godard, 1993). De titel is een duidelijke verwijzing naar Godard’s ‘Je Vous Salue, Mary’, maar verder is dit een compleet andere film. Slechts twee minuten lang, maar in die twee minuten weet Godard een angstig sterk portret te schetsen van de oorlog in Sarajevo. Zoals met alle andere films wil Godard ons vooral met ons neus op de feiten drukken en zorgen dat we belangrijke dingen niet vergeten. Kan en mag kunst nog wel bestaan in een wereld waarin zoveel oorlog en ellende heerst?

Deze DVD representeert een zeer belangrijke en artistiek zeer interessante fase uit het oeuvre van misschien wel de meest belangrijke filmmaker sinds WOII. Het is dus zeer mooi dat deze films nu eindelijk op DVD verschenen zijn, ook al doet het je tegelijkertijd je haren uit je hoofd rukken dat er zoveel sleutelwerken van zo’n belangrijk figuur nog steeds nergens op DVD verschenen zijn. Deze DVD is in ieder geval weer een stap in de goede richting.

Labels:

Oskar Fischinger – Ten Films *****

Regie: Oskar Fischinger (1921-1947)

Oskar Fischinger was een van de grote pioniers in het veld van de abstracte animatie, het terrein van de geanimeerde geometrische figuren: draaiende blokjes, balkjes en rondjes dus. Fischinger ging verder waar andere pioniers als Hans Richter en Viktor Eggeling begonnen waren.

Spirals (1926). Meteen een werkelijk fantastische binnenkomer die veel weg heeft van Marcel Duchamp’s ‘Anemic Cinema’ (1926) maar dat is al snel als je enkel spiralen en cirkels gebruikt. Fischinger gaat echter voor de hallucinerende werking en slaagt hier glorieus in. Film als drug.

Studie nr. 6 & 7 (1930/1931). Deze films deden mij sterk denken aan het werk van Mary Ellen Bute, hoewel dit ook overduidelijk een inspiratie is geweest voor Disney’s ‘Fantasia’ uit 1940.

Kreise (1933). Een kleurenspel wat vooral gebaseerd is op cirkels, zoals de titel al doet vermoeden. Enkele zeer mooie kleurencombinaties en visuele ritmes worden hier gecreëerd.

Allegretto, late version (1936-43). Zonder meer een van de absolute hoogtepunten, dit werk. In de andere werken wist Fischinger ook al een zeer bijzondere en nauwe relatie te bereiken tussen beeld en muziek, maar in ‘Allegretto’ bereikt hij zijn hoogtepunt. De animatie is werkelijk perfect afgestemd op de begeleidende jazzmuziek en Fischinger bereikt een prachtig muzikaal ritme met zijn beelden, waardoor dit met recht visuele muziek genoemd kan worden.

Radio Dynamics (1942). Dit werk is het dichtst wat Fischinger in deze films komt tot de abstracte schilderijen van Wassily Kandinsky of Karel Appel, want het is zo ongeveer een schilderij wat tot leven komt. Fischinger noemde het een ‘color-music-composition’ en laat ironisch genoeg de muziek volledig achterwege waardoor hij in staat is om puur visuele ritmes te creëren. Een voorloper van veel werken van Stan Brakhage lijkt het ook te zijn, terwijl het gebruik van blokjes een rechtstreeks voorloper lijkt van veel van de hedendaagse videokunst, waarmee Fischinger de grootvader van de digitale kunsten wordt.

Motion Painting no. 1 (1947). Dit langste werk vond ik grappig genoeg de minst interessante. Het is een soort van olieschilderij dat zichzelf lijkt te schilderen. Denk dus: Bob Ross die avant-garde gegaan is en later zelf met photoshop weggebrushed is.

Wax Experiments (1921-1926). Dankzij de titel zou je verwachten dat dit werk gemaakt is met was, maar het maakt mij allemaal bitter weinig uit hoe het in elkaar gezet is, want het resultaat is adembenemend. Het verbluffende spel met licht en schaduw levert een prachtige fantasmagorie op, die me meermalen deed denken aan Ralph Steiner’s klassieke waterballet ‘H2O’ (1929).

Spiritual Constructions (1927). Fischinger begeeft zich hier richting de figuratieve kunst, ook al wordt het al redelijk snel weer abstract, dit silhouettenspel waarin twee figuren tegenover elkaar zitten te drinken, alvorens in vreemde constructies te veranderen.
Walking from Munich to Berlin (1927). Je zou het een charmante stadssymfonie kunnen noemen en het is de enige live-action film op de DVD.

Labels: ,

woensdag, juli 26, 2006

Cabin in the Sky ***

Regie: Vincente Minnelli (1943)

Vincente Minnelli is zonder twijfel een van mijn favoriete Hollywood regisseurs ooit en daarom alleen al is het kijken van zijn debuutfilm de moeite waard. Maar de musical ‘Cabin in the Sky’ is om meer redenen de moeite waard. Zo is het bijvoorbeeld een van de eerste Hollywoodfilms met een volledig Afro-Amerikaanse cast, met bekende namen als Ehtel Waters, Eddie ‘Rochester’ Anderson, Rex Ingram en muzikanten als Louis Armstrong en Duke Ellington. De film is in zwart-wit waardoor Minnelli’s uitbundige kleurenschema’s afwezig zijn en sowieso de gehele aankleding is wat sober voor een Minnelli musical, maar het was dan ook zijn eerste film. Het verhaal is dan weer erg innemend, evenals de vertolkingen en muziek, waardoor het al met al een uiterst plezante kijkervaring is.

Labels: ,

Hard Candy **1/2

Regie: David Slade (2006)

Tja, wat ik moet ik hier nu weer van zeggen, behalve dat ik de algehele euforie zo goed als totaal niet kan delen? ‘Hard Candy’ is een film die op papier wellicht interessant is, maar de uitwerking laat vreselijk veel te wensen over. Allereerst is er de casting, een redelijk belangrijk aspect voor een film met zo weinig personages. Want als je net als ik dat wijf al na vijf seconden totaal niet kan uitstaan, dan wordt het bijzonder lastig om je nog in te leven in het geheel. Maar ik vond het grietje buiten irritant ook enorm ongeloofwaardig, echt zo’n iets te schrander tienermeisje dat iets teveel kennis van de wereld heeft, terwijl ook nergens duidelijk wordt wat haar motivatie nu precies is. Die vent is ook niet bedoeld als sympathiek, dus dan hebben we twee nare hoofdpersonen en een film duurt dan al snel te lang. Het had een interessante film geweest als korte film, maar voor een speelfilm mist dit gewoon de materie om de volledige lengte te blijven boeien, zeker vanwege het repetitieve karakter van de film. Maar het ergste vond ik nog de visuele uitwerking: de digitale kleurennabewerking vond ik ronduit lelijk en geen enkele functie dienen, terwijl de paar actie/vechtscènes zo lelijk gefilmd en gemonteerd waren dat ik me er echt aan zat te ergeren. De vele close-ups, zwarte fade-outs, time-lapse fotografie en slow-motions maakten het geheel er ook niet beter op, het was een soort van mislukte Wong Kar-wai MTV videoclip. Die ene scène was dan wel lekker naargeestig. Maar een scène kan een film niet redden. Geen idee waar alle ophef nu over gaat.

dinsdag, juli 25, 2006

I bambini ci guardano ***1/2

Regie: Vittorio De Sica (1944)

Deze film is een van de meest beroemde voorlopers van het Italiaanse Neorealisme, want de film verschilt nog danig van die stroming, maar hangt er al wel duidelijk tegenaan. Het was ook tevens de eerste samenwerking tussen regisseur Vittorio De Sica en scenarist Cesare Zavattini, een samenwerking die tot enkele wereldberoemde meesterwerken zou leiden. Zoals de titel al aangeeft wordt het verhaal verteld vanuit het gezichtspunt van een kind, waarmee het dus ook nog eens een voorloper is van allerlei films waarin kinderen een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld de films van Satyajit Ray en François Truffaut. Filmhistorisch gezien is de film dus al meer dan interessant genoeg, maar gelukkig is de film zelf ook meer dan interessant. Het wil soms gevaarlijk balanceren op het randje van sentimentaliteit, maar dat is iets waar De Sica altijd door geplaagd zou worden. Aan de andere kant kan het me geen donder schelen dat bijvoorbeeld ‘Umberto D.’ te sentimenteel voor woorden is, want als ik zo af en toe een potje lekker openhartig kan janken vind ik het al lang best. De film kent wat zwaktes, maar is over de gehele lengte uitstekend te verteren, terwijl het prachtige einde (en eindshot!) niet anders kan dan tot tranen brengen.

Labels:

The Old Dark House ***

Regie: James Whale (1932)

Een zeer markante zwarte komedie van horrorspecialist James Whale (‘Frankenstein’, ‘The Invisible Man’) met een topcast met onder meer Boris Karloff, Melvyn Douglas, Charles Laughton en Gloria Stuart. Bizar filmpje.

Whity ****1/2

Regie: Rainer Werner Fassbiner (1971)

Rainer Werner Fassbinder maakte tijdens zijn ultrakorte carrière iets meer dan 40 films en in dat gezelschap bevindt zich ook een heuse Western, het relatief onbekende ‘Whity’. Deze uiterst merkwaardige film behoort echter veel meer bekendheid te genieten, want het behoort zonder meer tot Fassbinder’s beste films. De film is gefilmd in Cinemascope op de Spaanse sets waar Sergio Leone zijn Westerns schoot en het was tevens de eerste van de 14 samenwerkingen tussen Fassbinder en DoP Michael Ballhaus (die ook gewerkt heeft met bijvoorbeeld Martin Scorsese en Francis Ford Coppola) en de film doet met zijn lange takes en vele gracieus glijdende camerabewegingen sterk denken aan Max Ophüls, hoewel Fassbinder eigenzinnig genoeg was om ook talloze scènes te schieten vanuit één statisch camerastandpunt. De muziek van vaste Fassbinder componist Peer Raben (ook verantwoordelijk bv. voor Wong’s ‘2046’) is behoorlijk Morriconeesque en geeft het geheel een bijzondere sfeer, zeer versterkt door de aankleding van Kurt Raab. De acteurs bestaan uit de vaste Fassbinder groep, met figuren als Hanna Schygulla, Günther Kaufmann en Ulli Lommel (die de film ook produceerde), terwijl de doorgewinterde B acteur Ron Randell een hoogst opmerkelijke rol neerzet. Het acteerwerk is zeer geïnspireerd door Bertold Brecht en Fassbinder’s eigen Antitheater, met zeer gestileerde en houterige performances, wat de algehele merkwaardigheid van de film enkel versterkt. Het verhaal is een complex melodrama waarin de invloed van Douglas Sirk al langzaam begint door te sijpelen, hoewel de campfactor ook flink is opgeschroefd. Waarom vrijwel iedereen met wit geschminkte gezichten rondwandelt, waarom iemand ineens met een KKK kap rondloopt, waarom twee mannen ineens beginnen te zoenen, waarom scènes zo lang doorgaan zonder dat er iets gebeurt, waarom de hele film is zoals ie is, ik heb allemaal geen idee. Maar ‘Whity’ is gewoon een klein meesterwerk, een visueel bijzonder sterke film met een sterke inhoud en een essentiële Fassbinder film.

Labels: ,

Stalag 17 ****1/2

Regie: Billy Wilder (1957)

Een bijzonder indrukwekkend WOII drama van Billy Wilder die op zijn kenmerkende manier een prettige combinatie van humor en drama weet te bereiken. William Holden zet een puike rol neer, Sig Ruman gaat op herhaling met zijn rol uit Lubitsch’s ‘To be or not to Be’ en het is altijd leuk om meesterregisseur Otto Preminger te zien acteren. De film mist misschien net een beetje ‘body’ om tot Wilder’s allergrootste films te behoren, maar is verder gewoon een must see uiteraard.

Labels:

The Curse of the Werewolf ***

Regie: Terrence Fisher (1961)

Typische horrorfilm uit de Britse Hammer studio’s, met ditmaal een variatie op het bekende weerwolven thema. Niet vernieuwend of wereldschokkend, maar wel degelijk en prima verteerbaar.

Labels:

maandag, juli 24, 2006

Killer Klowns from Outer Space ***

Regie: Chiodo Brothers (1988)

Moordlustige aliens verkleed als clown die schieten met popcorn en mensen in gigantische suikerspinnen veranderen, dat kan enkel een volstrekt onzinnige toestand opleveren en dat klopt in dit geval dan ook. Maar het is wel een erg vermakelijke stompzinnige toestand, dus dan mag het van mij allemaal. Vooral de decors waren zeer inventief en maken het geheel meer dan de moeite waard.

Labels:

vrijdag, juli 21, 2006

United 93 **

Regie: Paul Greengrass (2006)

Ik kende Paul Greengrass enkel van het visueel interessante, maar niet geheel geslaagde ‘The Bourne Supremacy’ en de stijl uit die film is letterlijk naar deze film overgeheveld: de fletse kleuren, de heftige montage en een veelvuldig gebruik van handcamera. Het is echter een stijl die mij gewoon niet zo kan bekoren: in de hectische scènes is het allemaal nog wel gepast, maar in de actiescènes weet Greengrass wederom niet van de schaar af te blijven zodat je geen idee hebt wat er zich allemaal afspeelt. Daarnaast is de afstandelijke stijl ervoor verantwoordelijk dat je maar nauwelijks met de personages kunt meeleven, omdat je ze letterlijk niet leert kennen. Maar afgezien van alle stilistische problemen van de film ontgaat mij vooral de reden waarom deze film gemaakt is. Wat wil men in hemelsnaam zeggen met deze film? Wat is de boodschap? Iedereen weet wat er gebeurd is en iedereen weet hoe het afloopt, waarom dan deze Peter R. de Vries reconstructie? Met afstand de meest overbodige film van het jaar.

donderdag, juli 20, 2006

BTK Killer ***1/2

Regie: Ulli Lommel (2005)

Die merkwaardige Ulli Lommel blijft met zijn Shadow Factory toch merkwaardig interessante seriemoordenaar films afleveren, want ook ‘BTK Killer’ is weer een bijzonder werkje. Al direct vanaf het begin is het duidelijk dat deze film een stuk explicieter is dan zijn voorgangers ‘Green River Killer’ en ‘Zodiac Killer’, maar verder is dit eenzelfde oefening in reality horror. En dat is precies waar voor de meeste mensen de schoen wringt, want Lommel is nergens geïnteresseerd in het maken van een conventionele film, waarbij ook het feit dat het geheel op digitaal video geschoten is, het er vermoedelijk niet beter op maakt. Je kunt je uiteraard wel afvragen waarom mensen reality TV als de normaalste zaak ter wereld beschouwen, maar op het moment dat dat stramien naar film wordt overgezet beginnen te gooien met termen als ‘amateuristisch’ en ‘slecht’. Maar goed dat is altijd het lot dat avant-garde film beschoren is. De moordscènes zijn uiteraard de scènes waar het om draait en die worden zeer sterk middels intieme close-ups in beeld gebracht waardoor je echt het gevoel krijgt er letterlijk bij te zijn en de spanning en naargeestigheid wordt op die manier tot intense hoogten gestuwd. Lommel monteert het geheel weer op kunstzinnige wijze aan elkaar, waarbij ik vooral de kruismontage tussen een moord en documentaire beelden van een slachthuis erg Eisensteiniaans vond overkomen. Ook het audiocommentaar van Ulli Lommel is erg leuk, helemaal als hij links begint te leggen tussen een film als ‘Hostel’ en de perikelen in de Abu Ghraib gevangenis. ‘BTK Killer’ is veel te experimenteel en onconventioneel voor de gemiddelde filmkijker, maar het zou best eens de toekomst van de (horror)film kunnen zijn.

Labels:

Equinox ****

Regie: Jack Woods (1970)

Gelijk bij de avant-garde muziek onder de begingeneriek werd in enigszins verliefd op dit werkje, een verliefdheid die zich 80 minuten wist vol te houden. De oorsprong van deze film is dermate complex dat het onmogelijk is om een bepaalde persoon tot grote brein achter de film te bestempelen, maar dat hoeft uiteraard niet: het is een geweldig staaltje collectieve inspanning, met een verhaal dat rechtstreeks gejat is uit Jacques Tourneur’s (nog veel subliemere) ‘Night of the Demon’. Het is een prachtige, extreem low-budget ode aan de jaren ’50 monster flicks, gemaakt door op dat moment piepjonge fans, fans die later zouden uitgroeien tot hoogst toonaangevende figuren in de business zoals bijvoorbeeld special effects goeroe Dennis Muren die verantwoordelijk zou worden voor de baanbrekende speciale effecten in films als ‘Star Wars’, ‘The Abyss’ en ‘Terminator II’. Het lage budget is overal in de film zichtbaar en draagt dan ook alle kenmerken in zich: pover acteerwerk, quasi-pientere observaties door de personages, matige lipsynch en steeds dezelfde locaties. Maar dat is uiteraard allemaal juist onderdeel van het kijkplezier. Want kijkplezier biedt deze film in overvloed, niet alleen dankzij de leuke monsters en het rappe verhaal, maar vooral ook dankzij de inventieve regie die vakkundig het lage budget weet de vermijden, iets wat ik in mijn beoordeling van B-films altijd zeer zwaar laat wegen. Het is een zeer sterk staaltje onafhankelijk film maken en het feit dat er een befaamde quote van opper avant-gardist Stan Brakhage in het bijbehorende boekje staat is helemaal niet vergezocht.

De hoogst liefdevolle en informatieve Criterion dubbel DVD is zonder meer een van hun beste releases van het jaar; releases als deze doen mij zo van Criterion houden. Dit is een must voor iedere liefhebber van B-films en voor liefhebbers van persoonlijke cinema.

woensdag, juli 12, 2006

She's the Man **

Regie: Andy Fickman (2006)

Deze flauwe tienerkomedie over een meisje dat pretendeert dat ze een jongetje is, is niet aan mij besteed maar ik als 25 jarige zeikhomo ben dan vermoedelijk ook niet de doelgroep. Desalniettemin kan ik maar moeilijk begrijpen wat iemand überhaupt leuk aan deze film zou kunnen vinden, het is gewoon een inferieure jeugdversie van een film als ‘Tootsie’ of het nog betere ‘Victor/Victoria’. Ik ben altijd groot voorstander van een film die speelt met de grenzen tussen geslachten, maar het treurige aan deze film is dat de traditionele verhoudingen tussen mannelijk en vrouwelijk gedrag hier eerder versterkt dan vervaagd worden. Vinnie Jones die als een olifant in de porseleinkast tussen alle lieve karaktertjes doordendert is dan wel weer leuk om te zien; hij had er zelf duidelijk schik in. En de temperatuur was in de bioscoop aanzienlijk aangenamer dan buiten, dat was nog het grootste pluspunt.

maandag, juli 10, 2006

Nighthakws ***1/2

Regie: Ron Peck & Paul Hallam (1978)

Deze controversiële film was een van de eerste Britse films die op realistische wijze homoseksualiteit wist te portretteren. Cinematografisch valt er niet bijzonder veel te genieten, hoewel het gebruik van lange takes en non-professionele acteurs het geheel een opmerkelijk realisme geeft, nog eens extra versterkt door het scenario en gebrek aan dramatisering. De elliptische structuur van de film ging hier en daar wat vervelen, maar enkele ijzersterke scènes maken dit een belangrijke en interessante film, die ook nog eens een goed beeld schetst van het deprimerende Londen van eind jaren ’70.

Labels:

woensdag, juli 05, 2006

Slither ***

Regie: James Gunn (2006)

Precies wat ik er van verwacht had: heerlijk pretentieloos, dom vermaak dat zichzelf nergens serieus neemt. Er zitten enkele erg sterke grappen in in ieder geval en de film is soms absurd smerig, erg leuk. Ik heb me er prima mee geamuseerd.

dinsdag, juli 04, 2006

Mondo Topless **1/2

Regie: Russ Meyer (1966)

Het word ‘mondo’ uit de titel had me eigenlijk al op het spoor moeten zetten, maar toch had ik niet verwacht wat ik te zien kreeg: een uur lang enkel beelden van vrouwen met dikke tieten die wat dansen of door de modder kronkelen, begeleid door wat fake interviews op de soundtrack. Het is dan ook geen narratieve speelfilm, maar een documentaire die een bepaalde tijd en plaats vastlegt. Goed kun je dit onmogelijk noemen, aan de andere kant heb ik me niet verveeld. Opmerkelijk.

Labels: ,

House of Wax ***

Regie: Andre de Toth (1953)

Ik vond die remake van een poos terug eigenlijk best vermakelijke Calvin Klein horror, dus dan toch ook het origineel maar eens kijken. En die bevalt ook meer dan prima, hoewel beide films eigenlijk enkel de basispremisse delen en verder niets gemeen hebben. Vincent Price schittert in een van zijn eerste horrorrollen en zou hiermee de weg voor de rest van carrière bezegelen. Het is allemaal geen meesterwerk en je mist uiteraard het oorspronkelijke 3D effect, maar het is zonder meer een vermakelijk horrorfilmpje, dat liefhebbers best eens gezien mogen hebben.

maandag, juli 03, 2006

The Clearing ***1/2


Regie: Pieter Jan Brugge (2004)

Een meer dan prima film van de Nederlander Pieter Jan Brugge, die ruim boven de middelmaat wordt uitgetild door de sterke acteurs, een prima verhaal en een prettig non-conformisme. Robert Redford, Helen Mirren en vooral Willem Dafoe waren een genot om naar te kijken, hoewel ik Dafoe een opvallend hoog William H. Macy gehalte vond hebben. Weinig mis mee.

Mean Creek **

Regie: Jacob Aaron Estes (2004)

Een vrij behoorlijk, maar nergens echt opzienbarend coming of age drama. De acteurs doen het op zich allemaal prima, maar het deed me gewoon allemaal niet veel. De quasi poëtische shots zo hier en daar hadden van mij ook niet zo gehoeven.

Ladder 49 *1/2

Regie: Jay Russell (2004)

Overdreven heroïsch en verzuipend in clichés en sentimentaliteit, waarbij zeker het einde een speciale vermelding verdient vanwege het extreem hoge marsepeingehalte. Niet voor mij weggelegd dit. Helemaal niet toen bleek dat de aanwezigheid van snoepje Jay Hernandez van bijzonder korte duur bleek, de enige reden dat ik de film überhaupt in mijn speler gestopt had...

zaterdag, juli 01, 2006

Maria Beatty's Fetish Films

The Elegant Spanking (Beatty & Delain, 1995) ***1/2

Mijn eerste kennismaking met de wondere wereld van Maria Beatty was een zeer aangename. Ze maakt een soort van kunstzinnige lesbische S/M bondage porno. Het is verre van de standaard rechttoe rechtaan porno, het is eerder erotica met wat pornografische elementen. Gefilmd in aangenaam mooi zwart-wit zien we Maria zelf hevig vernederd worden, compleet met urine en schoenlikken. Er is geen dialoog of diegetisch geluid, enkel de prachtige muziek van John Zorn die ik al kende, maar het wordt uiteraard pas echt compleet als je de beelden erbij ziet. Zijn kamercompositie voor harp, cello, viool en slagwerk is de perfecte begeleiding voor de fascinerende, dromerige en hypnotiserende erotica van Beatty. De Nederlandse vertaling van de titel als ‘Een gedistingeerd pak voor de broek’ zorgde bijkans voor een rolberoerte.



The Black Glove (Beatty, 1996) ****

Deze eveneens half uur durende film is nog mooier dan zijn zeer intieme voorganger. Wederom gefilmd in zwart-wit, ditmaal een soort van film noir-achtig zwart-wit, gaat de film nog wat stapjes verder in het sadomasochisme dan ‘Elegant Spanking’. Hier worden tepelklemmen uit de kast gehaald, wordt lustig met messen gespeeld, wordt druipend kaarsvet op de vagina gesmeerd en wordt er gewerkt met allerhande maskers. De muziek van John Zorn bestaat ditmaal vrijwel volledig uit geluiden van vuur, water en wind, met een kleine vocale ondersteuning en het zorgde meteen voor een hele andere sfeer dan in ‘Elegant Spanking’. Ik heb werkelijk ademloos zitten kijken naar het fascinerende schouwspel wat ik voorgeschoteld kreeg en ik werd in een klap verliefd op Maria Beatty, die zoals Zorn het ooit treffend omschreef, een kont heeft ‘that was made to be smacked.’ Ik ga snel wat meer werk van Maria Beatty opsnorren.

Deze DVD is onder meer verkrijgbaar bij Xploited Cinema http://www.xploitedcinema.com/dvds/dvds.asp?title=3551

Labels: