Sedmikrasky ****
Labels: Tsjechische New Wave
De dagelijkse beslommeringen van een anti-filmsnob
Labels: Tsjechische New Wave
Labels: film noir
Labels: film noir, Michael Curtiz
Regie: George Stevens (1936)
Mijn hart lag altijd bij die kleurrijke MGM musicals, maar die zwart-witte RKO musicals met Fred Astaire en Ginger Rogers beginnen ook steeds meer mijn hart te stelen. Latere Oscarlieveling George Stevens weet enkele fraaie settings te gebruiken en geeft zowel Astaire als Rogers alle kans om te schitteren en dat doen ze dan ook. Tevens is er net als in ‘Top Hat’ een heerlijke rol weggelegd voor Helen Broderick als cynisch wijf. Net niet zo goed als het onverwoestbare ‘Top Hat’, maar het scheelt niet heel veel.
Labels: Astaire/Rogers, musical
Regie: Amando de Ossorio (1971)
‘Tombs of the Blind Dead’ wordt vaak gezien als het Spaanse antwoord op ‘Night of the Living Dead’ en zou onder bezielende leiding van Amando de Ossorio zelfs uitgroeien tot een heus kwartet films rondom de ‘Blind Dead’. Nu is het wellicht logisch dat een zombiefilm uit deze tijd automatisch met die Romero film vergeleken wordt, maar ik vond de verschillen dermate groot dat het meer een marketingtruc is dan iets anders. Ik vond het een mooie mengeling van sfeer en gore en vooral die sfeer is bij vlagen uitstekend. Het is typisch zo’n geval van een problematische film waarin de horrorscènes en de normale scènes schril tegen elkaar afsteken: deze laatste worden geplaagd door het typische belabberde acteerwerk, clichématige dialogen en voelen vaak zo plichtmatig aan. Maar het gaat in dit soort films uiteraard om de enge scènes en die zijn eigenlijk meer dan uitstekend met sfeervolle belichting en een prettige sfeer. Vooral de eerste scène waarin de ridderzombies uit hun graf opstaan en de paardenachtervolging in slowmotion maakte grote indruk op me met de uitgesponnen, dromerige sfeer. Er zijn meer memorabele scènes, maar ze zijn uiteindelijk iets te dun gezaaid om het een fantastische film te noemen. Het is een film vol fouten waarvan de positieve punten echter dermate interessant zijn dat het uitermate geschikt latenight entertainment is en voor horrorliefhebbers meer dan de moeite waard.
Labels: Amando de Ossorio
Regie: Norman J. Warren (1977)
Tweede film die ik zie van Britse horrorspecialist Norman J. Warren en ‘Prey’ is een soort van science fiction horror, waarbij een shapeshifting alien terecht komt bij twee lesbo’s. Het geheel is in tien dagen opgenomen en het scenario ter plekke bij elkaar geïmproviseerd, maar dat is nooit echt overduidelijk. De film kiest terecht voor een minimalistische aanpak, waardoor het geheel toch nog effectief wordt. Het idee dat praktisch de gehele film leunt op slechts drie acteurs en de film nergens oninteressant wordt, is an sich al leuk. Toch werkte de overacting van de twee grietjes een beetje op mijn zenuwen, ook al was de Sapfische liefdesscène erg prettig om te zien. Daarnaast komt de film pas in de tweede helft lekker op gang, met een indrukwekkende verdrinkingsscène in slowmotion en een goede bloederige climax. Ik vond deze film net ietsje minder dan zijn voorganger ‘Satan’s Slave’, maar het is best een fijn filmpje.
Labels: Norman J. Warren
Regie: Roger Corman (1963)
Roger Corman had voor zijn Edgar Allen Poe films doorgaans een wat groter budget dan gebruikelijk, dus ook voor deze film. Het is de eerste keer dat Boris Karloff, Vincent Price en Peter Lorre samen te zien waren (een jaar later wederom in Tourneur’s ‘Comedy of Terrors’) en het resultaat is vrij innemend. De toon van de film is overduidelijk parodiërend, ook al vond ik de film nergens echt grappig, het was vooral een kleine glimlach waard. De acteurs (waaronder ook een jonge Jack Nicholson) zijn allemaal prima op dreef, de muziek van Les Baxter prettig uiteenlopend en het scenario bevat voldoende kwinkslagen om het interessant te houden. Ik vond het allemaal geen hoogvlieger, maar wel een voldoende. De sets herkende ik nog van ‘The Terror’, een film die Corman later samen met Karloff en Nicholson in twee dagen zou opnemen, omdat Corman het maar zonde vond om de sets die er toch stonden maar een keer te gebruiken.
Labels: Roger Corman
Regie: Norman J. Warren (1976)
Mijn eerste kennismaking met het werk van Norman J. Warren was behoorlijk positief. ‘Satan’s Slave’ is een fijne Satanistische horrorfilm met enkele pakkende scènes, een sterke soundtrack en een behoorlijke dosis grafische gore voor een Britse film uit deze tijd. Het heeft me zeker benieuwd gemaakt naar het andere werk van Warren.
Labels: Norman J. Warren
Regie: John Schlesinger (1965)
Labels: British New Wave, John Schlesinger
Regie: Terrence Malick (2005)
Inleiding
Er is veel gemaakt van het feit dat Terrence Malick zichzelf meer als filosoof dan als regisseur ziet. Dit is op zich niet zo verwonderlijk, want zijn vertalingen van het werk van Edmund Husserl en Martin Heidegger verraden een grote interesse in filosofie, iets wat zijn terugslag vond in zijn eerste drie films: ‘Badlands’ (1973) is een existentiële roadmovie die een nieuwe dimensie bracht naar het genre, ‘Days of Heaven’ (1978) weet een standaard liefdesverhaal om te buigen naar een poëtische reflectie van de liefde en in de oorlogsfilm ‘The Thin Red Line’ (1998) is Malick helemaal niet geïnteresseerd in de geromantiseerde elementen van oorlog, maar enkel in de gevolgen die het heeft op de persoonlijkheid van een mens. Eenieder die bekend is met deze drie werken, weet dus exact wat hij kan verwachten van Malick’s nieuwste spruit, ‘The New World’. De film wordt echter geplaagd door de slechtste reclamecampagne sinds de uitvinding van het buskruit: hij draaide in alle commerciële bioscopen en de trailer en filmposters doen een wegzwijmelend romantisch epos vermoeden. Dit alles zorgde ervoor dat nietsvermoedende bioscoopgangers die niet bekend zijn met Malick zich ineens geconfronteerd zagen met uiterst trage, visuele poëzie in de lijn van Andrei Tarkovsky in plaats van de verwachte romantiek en de film verdween wegens teleurstellende bezoekcijfers na enkele weken weer uit de bioscoop. De reclamecampagne van deze film verdient echter een paper op zich, dus ik zal daar niet verder op ingaan. In plaats daarvan zal ik hier betogen dat ‘The New World’ niet alleen Malick’s beste film tot op heden is, maar zelfs een film die zich kan meten met iedere film ooit gemaakt. Van de openingsklanken van Wagner’s ‘Vorspiel’ uit ‘Das Rheingold’ tot het kwetteren van de ivoorsnavel specht aan het einde: alles wat er tussenin gebeurt vormt een onvergetelijke en bijna ongeëvenaarde filmervaring.
Verhaal
Het verhaal is even simpel als misleidend, want het is in wezen gewoon het verhaal van de Amerikaanse legende van Pocahontas, door Disney bijvoorbeeld al eerder verfilmd onder de naam ‘Pocahontas’ (1995). In ‘The New World’ wordt kapitein John Smith (Colin Farrell) ontvoerd door de inboorlingen van een eiland en gered van de dood door de beeldschone Pocahontas (Q’Orianka Kilcher). Er bloeit een romance op tussen deze twee, totdat Smith moet vertrekken en hij Pocahontas noodgedwongen moet achterlaten. Op dat moment verschijnt er een tweede man ten tonele, John Rolfe (Christian Bale) die verliefd word op Pocahontas en haar, tegen haar zin in, trouwt. In een notendop is dit het verhaal van ‘The New World’, maar het feit dat Malick maar liefst 135 uittrok om dit simpele verhaaltje te vertellen, doet je aan je water voelen dat er iets aan de hand moet zijn. En dat is er dus ook.
Visuele stijl
Laten we allereerst kijken naar Malick’s gebruik van natuurbeelden. Ik vind het altijd nogal merkwaardig als mensen een film zien met wat mooi geschoten natuurbeelden, ze de film daarmee direct bestempelen als ‘cinematografisch briljant’ of ‘prachtig geschoten’. Een beeld van een mooi landschap is namelijk nog geen mooi geschoten beeld van een mooi landschap. Natuurlijk kan ook ik genieten van een bepaald landschap als ik het zie - ik ontken niet dat de natuur een hoge esthetische waarde kent. Maar die esthetiek kan ik ook zien als ik daadwerkelijk in die natuur sta en op dat moment komt er echt geen camera aan te pas. Het is dan ook mijn overtuiging dat veel mensen mooie plaatjes verwarren met mooi geschoten plaatjes. Of liever gezegd: functionele mooie plaatjes. De meeste films gebruiken namelijk mooie plaatjes voor een strikt ornamentele functie en daarmee gaat in mijn ogen derhalve veel kracht verloren. Pas op het moment dat mooie plaatjes functioneel worden, hebben we te maken met echt superieure cinema. Het is ook exact dit punt dat de echte grootmeesters onderscheidt van de goede regisseurs: bij de echte grootmeesters heeft ieder shot een functie, is het onderdeel van een groter organisch geheel. Douglas Sirk en Max Ophüls gebruikten hun mise-en-scène om commentaar te leveren op hun karakters of op het verhaal. Sergei Eisenstein en Nicolas Roeg maakten montage tot de essentie van hun films. Robert Bresson en Robert Altman maakten geluid welhaast belangrijker dan de beelden. En Terrence Malick maakt van mooie plaatjes de kern van zijn cinema.
Labels: Terrence Malick