maandag, mei 09, 2011

Kiss Me, Stupid (Billy Wilder, 1964) *****


Soms loop je zo eens films (of muziek) tegen het lijf die je zo tegen staan of zo vreemd op je overkomen dat je geen flauw idee hebt wat je er mee moet doen, omdat ze compleet buiten je belevingswereld vallen. Vaak zijn dit echter wel de kunstwerken die zich uiteindelijk ontpoppen als de meest waardevolle in je leven, als je eenmaal de sleutel gevonden hebt waarmee je deze kunstwerken kunt openen. Deze werken vragen je om jezelf buiten je directe belevingswereld te plaatsen en zijn daarmee vaak letterlijk grensverleggende films, in de zin dat ze je eigen grenzen overschrijden en oprekken. Billy Wilder’s ‘Kiss Me, Stupid’ is exact zo’n film. Toen ik de film voor het eerst zag enkele jaren geleden vond ik het niet alleen geen goede film, ik vond hem zelfs actief vervelend en de gedachte om hem nog eens door te moeten zitten, vervulde me al met weerzin. En nu, twee kijkbeurten later, vraag ik me zelfs af waarom ik er destijds zo weinig mee kon en is het zelfs bijna iets waar ik me voor schaam. De grootsheid van ‘Kiss Me, Stupid’ is (zoals altijd) echter veel belangrijker dan een onnozel vastklampen aan mijn ego, dus deze schaamte zet ik graag opzij om daarmee de film volledig te omarmen – er is uiteindelijk geen grotere overwinning op jezelf mogelijk.

Zeer verhelderend om ‘Kiss Me, Stupid’ in een juist kader te plaatsen is de vergelijking met Paul Verhoeven’s ‘Showgirls’ (1995), een film die niet alleen thematisch verbonden is aan die van Wilder, maar ook zo ongeveer exact dezelfde receptie gehad heeft. Onlangs heb ik beide films als double bill laten zien op mijn maandelijkse filmavond onder de titel ‘Tussen kunst en kut’ en toen ik ze naast elkaar zag, bleek dat beide films nog beter bij elkaar pasten dat ik vooraf gedacht zou hebben – het is een match made in heaven. Beide films zijn beschuldigd van vulgariteit, het uitbuiten van seks en ‘slechte smaak’ – dat laatste is altijd een dubieuze term. ‘Slechte smaak’ is een term die door burgerlijke critici en filmkijkers gebruikt wordt als een soort schild, een manier om zich af te sluiten voor de minder verheven aspecten van het leven en het is waarschijnlijk geen toeval dat zowel Verhoeven als Wilder exact deze minder verheven aspecten gebruiken om hun punt te maken. En het is waarschijnlijk juist omdat ze zich zo schuldig maken aan ‘slechte smaak’ dat ik beide films reken tot mijn favoriete films. Het voert iets te ver om daar nu uitgebreid op in te gaan, maar laat ik zeggen dat juist het compleet verlaten van concepten als ‘goede smaak’ bevrijdend kunnen zijn omdat ze uiteindelijk enkel in de weg zitten. ‘The chief enemy of creativity is “good taste”’ zei Pablo Picasso ooit en het is een van mijn meest geciteerde uitspraken, omdat het zo perfect samenvat wat ik zelf voel. De hele essentie van camp is dat je met een camp houding kunt woelen door het afval van de normale ‘burgerlijke’ wereld en schoonheid en bevrediging kunt vinden juist in wat anderen als afval beschouwen. Het lage, platte, schunnige, slechte en amateuristische zijn niet langer negatieve termen, maar kunnen met camp of ‘slechte smaak’ juist een positief iets worden. Dit bekent een complete bevrijding van je esthetische vermogen, omdat je niet enkel de ene (positieve) helft kunt omarmen, maar ook de andere (‘negatieve’) helft en je esthetische arena met 50% wordt uitgebreid. Dat wil overigens niet zeggen dat daarmee alles goed en mooi wordt (exact de angst die de meeste mensen verhindert om camp te omarmen), maar enkel dat alles potentieel mooi wordt. En het zorgt er bovendien voor dat je films die zich bedienen van lage middelen om daarmee een hoog punt te maken open kunt benaderen en niet langer afgeschrikt bent door de lage middelen. Want ik wil hier benadrukken dat er niets slecht is aan zowel ‘Showgirls’ als ‘Kiss Me, Stupid’, enkel dat ze gebruik maken van ‘slechte’ of ‘lage’ elementen om daarmee juist een punt te maken. En het lijkt er sterk op dat de meeste mensen niet in staat zijn om het onderscheid te maken tussen hoe de film oogt en wat het uiteindelijk wilt zeggen, aangezien in vrijwel iedere kritiek op beide films de films zelf beschuldigd worden van datgene wat ze juist aanklagen.

‘Slechte smaak’ is iets waar Billy Wilder zijn hele carrière in meer en mindere mate van beschuldigd is en waar hij ook altijd bewust naar streefde. Hij zocht altijd de grenzen van smaak op en was altijd op zoek naar manieren om die grenzen te verleggen met zijn films. Het boek van ‘Double Indemnity’ werd als onfilmbaar gezien, juist omdat veel studio’s al hadden geprobeerd de film te maken lang voordat Wilder ten tonele verscheen, maar consequent een duidelijke nee te horen kreeg van Joseph Breen, de hoofd van de censuur van Hollywood, de Production Code. Iedere film moest toestemming krijgen van Breen en de Code om überhaupt gemaakt te worden en waar de meeste films het groene licht kregen met hooguit enkele bedenkingen of aanpassingen, daar werd tegen ‘Double Indemnity’ steevast ‘nee’ gezegd omdat het boek vol moord, seks en overspel gezien werd als op de meest basale punten in strijd met de ideologie van de Code. Echter toen Billy Wilder het idee kreeg om het nog eens te proberen (overigens zonder zijn toenmalige vaste schrijfpartner Charles Brackett die het zo’n afschuwelijk boek vond dat hij weigerde mee te werken), kreeg hij ineens wel het groene licht van Breen en mocht hij de film maken, zonder zelfs al te veel beïnvloeding of tegenwerping van de Code. En hier zit hem de crux van Wilder’s complete oeuvre: hij wist overal mee weg te komen. Critici en morele waakhonden hadden bijna altijd wel wat te klagen over een aantal minder smaakvolle aspecten van zijn films, maar zagen dit door de vingers, omdat de rest van zijn films altijd zo smaakvol en kwalitatief hoogstaand waren – het was altijd een kwestie van een aantal ranzige grapjes verpakken in een smaakvol geheel. Daarnaast schuilt Wilder’s genie ook in het feit dat hij vrijwel zonder uitzondering films maakte die waanzinnig populair waren bij het grote publiek, zonder daarbij ooit zijn eigen visie te compromitteren. Sterker nog, zijn films behoren tot de meest bijtende, cynische, scherpe en kritische films uit zijn tijd – over het algemeen geen ingrediënten voor commercieel succes. Hij kreeg het voor elkaar om films te maken die de Amerikaanse samenleving bekritiseerden, terwijl de mensen die bekritiseerd werden juist in groten getale naar de bioscoop bleven komen.

Maar toen kwam ‘Kiss Me, Stupid’ en na deze film zou Wilder’s carrière nooit meer hetzelfde zijn. Waar hij 20 jaar volledig in synch geweest was met het Amerikaanse publiek (op een handjevol uitzonderingen na, vooral ‘Ace in the Hole’, Wilder’s meest bijtende en extreme film voor ‘Kiss Me, Stupid’), daar verloor hij dat contact met deze film om het nooit meer terug te vinden in de rest van zijn loopbaan, die toch nog bijna 20 jaar zou duren. Het is des te opmerkelijker als je bedenkt dat ‘Irma la Douce’ van een jaar eerder commercieel gezien Wilder’s meest succesvolle film van zijn hele oeuvre was geweest. Het punt was dat Wilder nu niet synchroon liep met zijn tijd, maar met ‘Kiss Me, Stupid’ enkele jaren zijn tijd vooruit was – als de film een aantal jaar later was uitgebracht, zou de film zeer waarschijnlijk een compleet andere receptie hadden gehad. Acteur Ray Walston (die in de film de originele keus Peter Sellers verving, nadat die enkele ontmoetingen met de dood gehad had) vroeg Wilder tijdens de opnames of hij dacht overal mee weg te kunnen komen, waarop Wilder antwoordde dat in de toekomst iedere film over seks zou gaan. Daarmee had Wilder natuurlijk een punt, want eind jaren ’60 vond er een seksuele revolutie plaats in Hollywood waarbij de representatie van seks extreem veel liberaler werd, maar in 1964 was het nog niet zover. Immers, in 1953 werd Otto Preminger terug gefloten toen hij in ‘The Moon is Blue’ het woord ‘virgin’ gebruikte, waarmee die film de eerste mainstream film sinds 1934 werd die zonder Code approval uitgebracht werd, in 1960 moest Hitchcock nog hemel en aarde bewegen om Janet Leigh in BH te mogen tonen in ‘Psycho’ en volgens de officiële regeltjes van de Code moesten getrouwde stellen nog altijd in twee aparte bedden slapen of moest iemand altijd tenminste een been op de grond hebben als twee mensen samen op een bed lagen. Nu begon de macht van de Code al sinds eind jaren ’50 steeds meer af te brokkelen, maar dat wil niet zeggen dat mensen niet jarenlang gewend waren aan seksuele preutsheid in films. Grote uitzondering waren natuurlijk de Europese artfilms die steeds meer in Amerika begonnen door te dringen en waarin mensen als Bergman, Fellini en Bunuel seksueel gezien veel verder konden gaan dan hun Amerikaanse tegenhangers. Maar dat was volgens critici natuurlijk allemaal in het kader van ‘kunst’ en Amerikaanse films waren slechts entertainment, dus dat was anders. Wilder zelf zag dit ook en zei grapte ooit dat er vermoedelijk niets aan de hand geweest was als hij ‘Kiss Me, Stupid’ in het Zweeds geschoten zou hebben. Maar de film is nu eenmaal in het Engels en critici verdrongen elkaar om de film het meest de grond in te kunnen schrijven. Aangezien Wilder niet eens meer een poging deed om zijn cynisme en schuine grapjes te verpakken in ‘kwaliteit’ werd zijn film unaniem aan de schandpaal genageld. Subtiliteit is er in ‘Kiss Me, Stupid’ nauwelijks te vinden en is al direct te lezen uit het feit dat de film zich afspeelt in het dorpje Climax, Nevada, de cactussen in de voortuin wel heel duidelijk een fallus symbool zijn en een papegaai omdat hij constant naar Westerns kijkt enkel ‘bang, bang’ kan roepen (‘no coaching from the audience’ wordt er gezegd voordat iemand het bed inkruipt). Het publiek bleef dus ook weg, want in Amerika heeft hij enkel voor lege zalen gespeeld. En toch is ‘Kiss Me, Stupid’ in mijn opinie misschien wel Wilder’s mooiste en eerlijke film.

Het is een sekskomedie. Nu waren sekskomedies niet vreemd natuurlijk, die bestonden al sinds de stomme film, maar de openheid waarmee Wilder zijn film benaderde was wel degelijk nieuw. Dit was iets anders dan de fijnzinnige sekskomedies van Ernst Lubitsch (Wilder’s grote voorbeeld) of zelfs het beruchte ‘The Moon is Blue’; ‘Kiss Me, Stupid’ is meer verwant aan de uitzinnigheid van John Waters dan aan Lubitsch. Nu waren zelfs openlijke sekskomedies niet nieuw, want bijvoorbeeld Doris Wishman en Russ Meyer waren al jaren bezig met hun nudie cuties en in 1964 (hetzelfde jaar als ‘Kiss Me, Stupid’) maakte Meyer al zijn eerste roughie ‘Lorna’, maar dat waren low budget films die buiten de mainstream vielen. Het was wat anders dat een bekend en gevierd regisseur als Billy Wilder zich met dergelijke ‘laag’ materiaal ging bezighouden en dan ook nog eens met grote sterren in plaats van Playboy bunnies (voor de duidelijkheid: de Wilder film kent geen naakt zoals bv. de Meyer films, naakt blijft in Wilder altijd gesuggereerd en de openheid zit hem vooral in de wijze waarop er over seks gepraat wordt en het algehele morele klimaat van de film).

De hele film heeft een aura van verschraald bier, muffe sigarettenrook en opgedroogde spermavlekken. Alles in de film geeft de indruk van een bijna postapocalyptische wereld, een onvruchtbare omgeving waarin alles aan het aftakelen is en alleen nog maar lust, drank en seks te vinden is. Het begint al direct bij de opening als het neonbord van Las Vegas performer Dino al weggehaald wordt op het moment dat hij nog zijn laatste show aan het geven is – de aftakeling van deze wereld in een notendop. Binnen is Dino bezig met zijn laatste optreden in een zaal waar je tussen de dikke mist van de sigarettenrook door moet kijken. Dino is omgeven door schaars geklede dames, is zo dronken dat hij nauwelijks op zijn voeten kan blijven staan en maakt grapjes die zo grappig zijn dat ze pijn doen (en andersom): ‘Last night a girl was banging on my door for 45 minutes…. But I wouldn’t let her out! / My mother doesn’t need glasses anymore… she drinks straight out of the bottle!’ De grapjes worden door Wilder afgewisseld met shots van obers waarvan iedereen op de grond ligt van het lachen om Dino’s grapjes, behalve een die volledig stoïcijns staat te kijken. Dit is de wereld van ‘Kiss Me, Stupid’, waarin seks, drugs, een gebrek aan communicatie en morele apathie centraal staan.

Dino wordt gespeeld door Dean Martin, die in de film feitelijk gewoon zichzelf speelt. Martin begon als helft van het razend populaire komedie duo met Jerry Lewis, ging na de breuk als acteur solo verder en had daarnaast ook een zeer populaire carrière als overmatig charmante zanger van zoetsappige Napolitaanse liederen (een van zijn albums uit 1963 heet ‘Dino Latino’), liederen die hij ook met de regelmaat van de klok als crooner in nachtclubs in Las Vegas ten gehore bracht. In Las Vegas was hij sowieso nog wel meer te vinden als lid van de notoire ‘Rat Pack’, een groep acteurs die toen bestonden uit acteurs als Martin, Frank Sinatra, Sammy Davis Jr. en Peter Lawford. De ‘Rat Pack’ figuren hadden een nationale reputatie als drankzuchtige vrouwenverslinders die dankzij hun geld, macht en roem altijd kregen wat ze wilden. In de woorden van zijn biograaf was Dean Martin ‘the sultan of cool and the holy ghost of tastelessness’, een etiket waar Martin zelf ongetwijfeld trots op geweest zou zijn, zeker gezien het feit dat hij er geen enkele moeite mee had om zichzelf en zijn imago volledig op de hak te nemen.

Dat is ook exact wat er gebeurt in ‘Kiss Me, Stupid’, waarin Martin vermoedelijk een niet eens overmatig aangedikte variant van zichzelf speelt en dat doet met verve. Als je eenmaal op de golflengte van de film zit, is het nauwelijks meer verbazingwekkend dat de hele film draait om het feit dat Dino iedere avond seks moet hebben, omdat hij anders hoofdpijn krijgt. Aanvankelijk schetst de film een vrij eenzijdig portret van Dino: hij is een charmante maar lege beroemdheid die gewend is om iedere vrouw die hij ziet het bed in te krijgen, ongeacht of deze vrouw al bezet is of niet. Wat echter begint als een soort aanval op de donkere en lagere kanten van sterren, wordt door Wilder echter al snel omgedraaid als hij een worstelend liedjesschrijvers duo opvoert uit een gehucht in de woestijn van Nevada: Climax. Dit duo, wat hunkert naar professioneel succes, is zo moreel afgestompt dat ze letterlijk alles proberen om dat succes te krijgen. Als Dino door hun stadje gereden komt en uitkomt bij het benzinestation van een de schrijvers, zien ze hun kans schoon om Dino voor hun karretje te spannen, zodat hij hun liedjes de bekendheid in kan zingen. Om Dino zover te krijgen wordt een uiterst complex netwerk van listen bedacht, waarmee de burgerlijke liedjesschrijvers dus veel naarder en achterbakser blijken te zijn dan Dino – Dino is tenminste volledig eerlijk in wat hij doet, ook al is het moreel verwerpelijk.

Het is typisch voor de hele film dat de morele balans constant zo verschoven wordt dat de film feitelijk eindigt zonder enig moreel centrum – exact het punt waar de meeste critici over vielen, maar wat juist het meest briljante en bevrijdende aan de hele film is. Want net als de film ‘Showgirls’ kent deze Wilder prent de onderliggende thematiek dat je moet zien te overleven in een wereld vol klootzakken. Bijna alle personages zijn vrij onsympathiek, net als in ‘Showgirls’, waardoor het identificeren met de karakters vrij gecompliceerd wordt. Maar in al deze morele ellende en smerigheid weet Wilder uiteindelijk toch nog schoonheid en liefde te vinden, wat dus zeer vergelijkbaar is met de camp houding zoals ik die eerder omschreef. Wilder wroet als een zwijn op zoek naar truffels door de morele afvalbak van Amerika en vindt uiteindelijk toch nog enkele truffels. En als je bereid bent om je eerst door de wrange buitenkant van deze truffels heen te werken, dan wacht je uiteindelijk een uiterst bevredigende en zelfs waanzinnige sensatie.

Het grootste gedeelte van ‘Kiss Me, Stupid’ wordt ingenomen door het dubieuze plan van het liedjes duo: een ervan (Orville) gaat zijn vrouw letterlijk op Dino werpen, zodat deze haar kan neuken en hij daarom toestemt hun liedjes te zingen. Het wordt echter gecompliceerd door het feit dat Orville zo pathologisch jaloers is op zijn vrouw dat hij zelfs zijn veertienjarige pianostudent ervan bedenkt vreemd te gaan met zijn vrouw en er wordt dus besloten dat hij zijn eigen vrouw het huis uitjaagt en een hoertje inhuurt om de plaats van zijn vrouw in te nemen zodat Dino denkt dat hij met Orville’s vrouw neukt, maar het uiteindelijk ‘maar’ een hoertje is. Deze hoer, Polly the Pistol wordt gespeeld door de problematische Kim Novak, een actrice die voor vrijwel iedere film problemen oplevert. Novak is vrij letterlijk uitgevonden door Columbia als antwoord op Rita Hayworth, die steeds meer een reputatie kreeg dat ze lastig was om mee te werken. Kim Novak bleek echter nog veel moeilijker om mee te werken, niet alleen door een gebrek aan talent, als ook doordat ze zelf inzag dat ze weinig acteertalent had en feitelijk enkel een mooi gezichtje was. Ze had hierdoor een chronisch gebrek aan zelfvertrouwen en deze onzekerheid vertaalt zich ook altijd naar het witte doek. De enige films waarvoor ze hierdoor geschikt is, zijn films waarin deze onzekerheid verwerkt worden in haar personage. Het meest briljant is dit gedaan door Alfred Hitchcock, die in Novak’s dubbelrol in ‘Vertigo’ juist precies gebruik maakte van deze twee kanten van Novak zelf: een beeldschone dame die echter vreselijk onzeker is onder dat uiterlijk. Ook Billy Wilder maakt zeer goed gebruik van de beperkingen van Novak, door haar een hoertje te maken dat echter diep van binnen vreselijk onzeker is en eigenlijk wanhopig op zoek is naar liefde en warmte. Novak brengt hiermee een indrukwekkende dimensie naar deze rol, net als Dean Martin dat deed, wat de film een bijna postmoderne dimensie geeft. Uiteindelijk blijkt Polly the Pistol ook een van de meest sympathieke figuren in de hele film te zijn, ondanks dat haar beroep haar (zeker in de ogen van het publiek uit 1964) vrijwel automatisch daarvoor zou moeten diskwalificeren. Want Fellini kan dan wel een sympathiek hoertje centraal stellen in ‘Night of Cabiria’, in de Amerikaanse cinema waren hoeren (openlijk in plaats van gecodeerd in ieder geval) nog ontzettend nieuw en vertolkten ze verre van een voorbeeldfunctie. Sinds de jaren ’70 zijn antihelden schering en inslag, maar voor die tijd was dat zeker niet het geval (wat overigens niet wil zeggen dat ze er niet waren, bv. Ethan in ‘The Searchers’ of het hele film noir genre zijn uiteraard belangrijk uitzonderingen). Er zijn weinig scènes meer schrijnend of hartverscheurend als de momenten waarop Polly zich zo vreselijk thuis blijkt te voelen in haar rol van huisvrouw en duidelijk niets liever wil dan zo de rest van haar leven doorbrengen, maar toch ook weer professioneel genoeg is om haar werk te doen en als vleeslap te dienen voor stier Dino.

Na allerlei kluchtige verwikkelingen eindigt Polly the Pistol uiteindelijk als (tijdelijke) vrouw in bed bij Orville en neemt diens echte vrouw even de taken over van Polly – zodat Dino uiteindelijk toch neukt met Orville’s echte vrouw. Deze scènes behoren tot het mooiste wat Wilder ooit heeft opgenomen, met een vreselijk wrange balans tussen humor en drama en je constant heen en weer geslingerd wordt tussen een lach en een traan, net zoals dat in vrijwel de gehele film gebeurt. De film kent uiteindelijk toch een uiterst duidelijke moraal, alleen is de moraal dat het soms nodig is om buiten de deur te neuken om daarmee een huwelijk te redden vermoedelijk iets te wrang voor de meeste bioscoopbezoekers in 1964 – en is dat wellicht nog steeds het geval voor de meeste mensen. ‘Kiss Me, Stupid’ is uiteindelijk een vurig, wrang en vooral ook ontzettend grappig pleidooi voor seksuele openheid en een niets verhullende ontleding van de zelfkant van de maatschappij. Dat Wilder dit weigert te verpakken in ‘goede smaak’ of ‘kwaliteit’ zegt veel over zijn lef als filmmaker en zorgt ervoor dat hij de juiste taal spreekt voor het bijpassende verhaal.