zondag, maart 07, 2010

Showgirls (Paul Verhoeven, 1995) *****


‘Showgirls’ is zonder twijfel een van de meest onbegrepen films van de afgelopen 20 jaar. Direct na release werd de film unaniem neergesabeld en sindsdien heeft het universeel het predikaat van een ‘foute’ of ‘slechte’ film meegekregen, zonder overigens dat iemand ooit aan mij heeft kunnen uitleggen waarom de film dat predikaat verdient. Het lijkt me een archetypisch geval van een reputatie die iedereen klakkeloos aangenomen heeft en wat vervolgens verhinderd heeft dat iemand ook echt nog eens naar de film gekeken heeft – iedereen weet tenslotte toch dat het een slechte film is, nietwaar? Een van de aspecten die zonder ophouden aangehaald wordt is het zogenaamde ‘slechte’ acteerwerk. Ik heb al vaker geageerd tegen noties van ‘slecht’ acteerwerk, zoals bijvoorbeeld in mijn stukje over Fassbinder’s Querelle en voor het gemak citeer ik dat stukje hier maar even:

“Net als ‘Morocco’ is ‘Querelle’ ook een ontzettend statische film, die er heel duidelijk naar streeft om datzelfde gevoel van een vroege talkie te bereiken, waarin vrijwel iedereen ontzettend monotoon praat, zonder emotie of expressie. Tijdens de introductie van de bioscoopvoorstelling waar ik de film zag, waarschuwde de beste man ons voor het soms tenenkrommend slechte acteerwerk in ‘Querelle’, wat ik toen een vreemde opmerking vond en nu nog steeds. Ik heb namelijk geen tenenkrommend slecht acteerwerk gezien en volgens mij bevat de film dat ook helemaal niet. Ik ben dan ook van mening dat iedere serieuze filmliefhebber minstens een stuk of 50 extreem lowbudget exploitation films gezien moet hebben om die merkwaardige obsessie met ‘goed acteerwerk’ te verbrijzelen, het zit namelijk louter in de weg. Wat ik erg vaak merk is dat mensen die enkel gewend zijn aan mainstream films (bij gebrek aan een beter woord) is dat als ze ‘slecht acteerwerk’ zien in een film er allerlei toeters en bellen afgaan en ze niet meer in staat zijn om van de film te genieten, het slechte acteerwerk zit ze constant dwars. Ik wil zeker niet zeggen dat goed acteerwerk niet ontzettend veel kan bijdragen aan een film, maar dat is altijd een bonus, geen absolute noodzaak. Als je film op deze manier beschouwt, ben je bevrijd in je kijkhouding en kun je slecht acteerwerk in een film veel makkelijker accepteren, waardoor je niet verblind wordt door dat ene aspect. Dit werpt helemaal zijn vruchten af als het slechte acteerwerk overduidelijk een stilistische keuze is en geen onkunde, zoals in ‘Querelle’ het geval is, waarin Fassbinder niets meer doet dan Sternberg imiteren en waarin het expressieloze en houterige acteerwerk simpelweg een onderdeel is van de gehele textuur van de film (ik moet direct erkennen dat ook ik slachtoffer was van het niet kunnen inzien dat het houterige acteerwerk in ‘Morocco’ een stilistische keuze was toen ik die film voor het eerst zag).”

Of neem bv. de films van John Cassavetes. Vrijwel iedereen zal het acteerwerk in zijn films (terecht) bestempelen als geniaal of fantastisch, hij wist als geen ander hoe hij het onderste uit een acteur moest halen. Maar toch is niet al het acteerwerk in zijn films, over de gehele linie, goed - in vrijwel al zijn films komt ook slecht acteerwerk voor. Maar dat deed Cassavetes vrijwel altijd met opzet. Kijk bv. naar het personage van Mr. Jenkins in 'A Woman under the Influence', de acteur die dat speelt doet dat ontzettend houterig en knullig; slecht dus. Maar het was voor Cassavetes een manier om de bekrompenheid van dat personage weer te geven, Mr. Jenkins is er in de film om de kortzichtigheid en de verkramptheid van sommige mensen weer te geven en het houterige en verkrampte acteerwerk benadrukt dat.

Beide voorbeelden gebruiken bewust ‘slecht’ acteerwerk als esthetische keuze, een manier om iets te communiceren met de kijker. Toevallig kozen zowel Fassbinder als Cassavetes in bovenstaande voorbeelden voor juist heel houterig en expressieloos acteerwerk en Verhoeven toont in ‘Showgirls’ hoe je ook exact het tegenovergestelde kunt gebruiken: over de top acteerwerk als esthetische keuze. Want het is niet zozeer dat iedereen in ‘Showgirls’ slecht acteert, het is dat iedereen constant duidelijk aan het acteren is, het ligt er duidelijk bovenop dat de acteurs een rol aan het spelen zijn. Maar dit is verre van een gebrek, het is juist een hele gedurfde maar zeer gepaste esthetische keuze: door zijn acteurs zo duidelijk te laten acteren, legt Verhoeven zijn eigen thematische parallel bloot, namelijk het feit dat niemand in Las Vegas zichzelf kan zijn, maar ten alle tijden een pose of een rol moet aannemen. Er is in Vegas geen plaats voor oprechtheid of persoonlijkheid, alles draait om uiterlijk vertoon; van de schreeuwerige neonlichten en protserige architectuur tot het gegeven dat mensen er niet gewaardeerd worden om wie ze zijn, maar om hoe ze er uitzien – alles in Vegas/’Showgirls’ draait om deze extreme nadruk op de mensonterende commodificatie (en waar een film als ‘The Hangover’ geen seconde over rept). Door zijn acteurs duidelijk te laten acteren benadrukt Verhoeven dit aspect en in plaats van een minpunt is het vrij duidelijk een subliem geval van een perfecte samensmelting van vorm en inhoud.

Want laten we vooral niet vergeten wat Las Vegas precies is: midden in de woestijn, waar in principe niets kan groeien, is een compleet artificiële stad uit de grond gestampt waar niets natuurlijks te vinden is. Alle natuur die er groeit is fake, net als alle mensen die er komen en werken. Dit is de plaats waar mensen als Cher, Celine Dion en Bette Midler iedere dag meermalen dezelfde show zingen voor mensen die niet eens voor de muziek gekomen zijn maar voor het eten en drinken en de ‘show’. Met enige vorm van creatieve inspiratie heeft het allemaal niets te maken, anders kun je niet voor zo’n lange periode meermalen per dag exact dezelfde show opvoeren. Het is bijna hetzelfde als een stekker in het stopcontact steken, maar dan voor heel veel geld en als je zoveel geld betaald krijgt is al het andere irrelevant natuurlijk. In principe fungeren dat soort artiesten die in Vegas optreden exact hetzelfde als een CD, aangezien hun muziek volledig als achtergrondmuziek beleefd wordt door het rumoerige en ongeïnteresseerde publiek, met het enige verschil dat er in Vegas echte mensen op het podium staan in plaats van de gebruikelijke CD, waarmee de McLuhanistische samensmelting van mens en technologie vrijwel compleet is: in Vegas wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen mens en commercieel product en alles draait om de almachtige dollar; het is exact dit punt waar Verhoeven en scriptschrijver Joe Eszterhas zo sterk tegen ageren en waar waarschijnlijk vooral de Amerikanen maar moeilijk tegen kunnen.

In Nomi Malone hebben ze wel de perfecte verpersoonlijking gevonden voor deze blinde zoektocht naar geld en narcistische beroemdheid. Nomi is niet zozeer onsympathiek als vooral heel blind, of misschien vooral verblind - verblind door de lokroep van geld en aandacht. Hoewel ze in eerste instantie vooral naïef en kinderlijk overkomt (wat ze deels ook zeker is), blijkt ze uiteindelijk vooral heel meedogenloos en zonder enige scrupule te zijn. Dat Nomi ontzettend verblind is komt al direct in de eerste scene in Vegas heel duidelijk naar voor: ze laat haar koffer met alles wat ze bezit achter bij een vreemde in zijn auto (sowieso niet zo’n bijster slim plan), om vervolgens met zijn geld achter de glimmende fruitautomaten te gaan staan.

Ze raakt echter zo in de ban van het spelletje en het geld dat ze aan het winnen is, dat ze volledig de tijd en die kerel vergeet, dus op het moment dat ze terugkomt bij de auto is die vent er allang vandoor natuurlijk. Het is de eerste en zeker niet laatste keer dat ze dusdanig in de ban raakt van een bepaald doel dat ze volledig blind wordt voor alles wat er om haar heen gebeurt en op deze manier weet de film zijn hoofdpersonage in enkele minuten direct economisch te typeren. Nomi staat symbool voor alle succeshongerige jonge grietjes die er niet voor terugdeinzen om in een soort Faustiaans pact hun ziel te verkopen en hun lichaam aanbieden als commercieel product.

Hoe Nomi in elkaar steekt komt ook prachtig naar voor in de eerste scene in de Stardust als ze voor het eerst de show ziet vanaf het balkon. Als een kind in een snoepwinkel zo blij en gefascineerd is ze door het protserige vertoon van licht, muziek en lichamelijk spektakel op het podium en vooral de close-up als de grote ster van de show Crystal Connor opkomt spreekt boekdelen: dit is wat ze uiteindelijk gaat bereiken. De kinderlijke fascinatie en ijskoude berekendheid (de twee factoren die Nomi uiteindelijk typeren) zijn vreselijk goed van haar gezicht af te lezen.

[IMG]http://img710.imageshack.us/img710/5113/vlcsnap120872.jpg[/IMG]

Even later vindt de eerste ontmoeting plaats tussen Nomi en Crystal, twee figuren die gedurende de hele film op dezelfde lijn gezet worden. Dit wordt expliciet gemaakt door Crystal in de scene waar de twee samen champagne zitten te drinken (‘you know darling, you and me – we’re exactly alike’), maar wordt ook in de rest van de film constant benadrukt. In hun eerste ontmoeting benadrukt Verhoeven hun gelijkenis direct: zowel Nomi als Crystal zijn te zien in een reflectie van dezelfde spiegel, terwijl Molly (Nomi’s vriendin en haar vrouwelijke geweten – James Smith fungeert als haar mannelijke geweten) in een andere spiegel te zien is. Hiermee wijst Verhoeven niet alleen op het feit dat iedereen in Vegas slechts een weerspiegeling is van datgene wat ze daadwerkelijk zijn (niemand is zichzelf), als ook dat Nomi en Crystal elkaars spiegelbeelden zijn.

[IMG]http://img97.imageshack.us/img97/1935/vlcsnap118705.jpg[/IMG]

Gedurende de film wordt dit natuurlijk helemaal duidelijk gemaakt als Nomi uiteindelijk volledig Crystal’s plaats gaat innemen door haar van de trap af te duwen, exact dezelfde manier, zo leren we later, als waarop Crystal haar toppositie bereikt had. En niet alleen neemt Nomi de plaats van Crystal als ster van de ‘Goddess’ show in, ze neemt zelfs Crystal’s kerel, Zack over. Verhoeven geeft dit prachtig weer door twee vrijwel identieke scènes: de eerste keer wordt Crystal gepresenteerd als ster van de show met Zack aan haar zijde, terwijl op het einde van de film deze scene herhaald wordt maar dan met Nomi met Zack aan haar zijde. Persoonlijkheid heeft geen waarde in de wereld van ‘Showgirls’ en mensen zijn net zo inwisselbaar als machines of apparaten en Verhoeven gebruikt meermalen dit soort herhalende scènes om de inwisselbaarheid van mensen in Las Vegas te benadrukken.

Niet alleen benadrukt Verhoeven de gelijkenis tussen Nomi en Crystal, hij doet hetzelfde ook met de cruciale verschillen tussen beiden: waar Crystal duidelijk door de wol van Vegas geverfd is en het klappen van de zweep kent, daar komt Nomi constant over als haar naïeve en kinderlijke zusje. Ook dit wordt expliciet gemaakt in de dialoog tijdens de champagne (Crystal: ‘You’re a whore darling’; Nomi: ‘No, I’m not’; Crystal: ‘Of course you are, we all are’), het komt ook tot uitdrukking in een heerlijk detail waar praktisch iedereen overheen lijkt te kijken: in het begin van de film is Nomi te zien met een soort lollyring waar ze als een kind op zuigt, terwijl Crystal ergens halverwege de film een ring heeft met daarin cocaïne – het naïeve kind en de wereldwijze vrouw worden hier middels twee vergelijkbare accessoires getypeerd en gecontrasteerd. Maar het is kenmerkend voor ‘Showgirls’ dat het kinderlijke van Nomi uiteindelijk toch vooral een façade blijkt te zijn waarachter een meedogenloze vrouw schuilgaat die voor niets terugdeinst om te bereiken wat ze wil, zelfs als dat het gebruiken van andere mensen betekent.

Gedurende de hele film wordt dans en seks op een lijn gesteld, waarmee het aloude gezegde dat dans verticale seks is vrij letterlijk genomen wordt. Er is allereerst natuurlijk het contrast (en de gelijkenis) tussen de stripclub Cheeta waar Nomi/Heather eerst werkt en de ‘respectabelere’ hotelshow van ‘Goddess’. Nomi ziet haar gang van Cheetah naar Goddess duidelijk als een promotie, maar zoals James Smith haar duidelijk maakt is het beiden hetzelfde en is het strippen in zekere zin eerlijker: in Goddess ‘you fuck ‘em without fucking ‘em’ – beiden hebben in ieder geval niets te maken met dans van enige artistieke waarde. Ook hier gebruikt Verhoeven weer herhalende scènes die de gelijkenis benadrukt. Nomi heeft in het begin een lapdance met Zack in de Cheetah waar ze met haar ‘dansen’ hem ‘klaardanst’. Haar bewegingen zijn vrij duidelijk van seksuele aard en het is een duidelijke vorm van droogneuken – het enige wat mist is penetratie. Later in de film heeft Nomi echte seks met Zack in zijn zwembad in exact hetzelfde standje en maakt Nomi exact dezelfde spastische bewegingen, wat dus zoveel wil zeggen als dat ‘Showgirls’ geen onderscheid maakt tussen seks en dans – allebei gebeurt het met je lichaam en beiden fungeren voor Nomi als een manier om hogerop te komen. Dans is dus ook prostitutie in Las Vegas.

Een van de weinige positieve dingen die je regelmatig hoort over de film is de indrukwekkende choreografie, maar je kunt volgens mij niet verder de plank mis slaan dan dat. De choreografie in de film is helemaal niet bedoeld om mooi of indrukwekkend te zijn, integendeel, het wordt juist gepresenteerd als volledig mechanisch en ontdaan van iedere vorm van menselijke emotie. Er zijn drie plaatsen waar dans te zien is in de film: de Cheetah, Goddess en de show van James Smith. Los van het feit dat zowel Cheetah als Goddess onlosmakelijk met het commercieel verkopen van het menselijk lichaam verbonden zijn, heeft de Cheetah nog een voordeel ten opzichte van Goddess en dat is dat er nog enige vorm van persoonlijke expressie mogelijk is. Het strippen in Cheetah presenteert de dans ten minste niet als een goed geoliede machine, waar mensen op volledig mechanisme wijze ten alle tijden synchroon dansen. Synchronisatie is zeker niet volledig onbelangrijk in artistieke dans, maar tegelijkertijd ook verre van het belangrijkste. Een van de punten die de film wil maken is nu juist dat de absurd synchrone dans van Goddess mensonterend is en mensen berooft van iedere vorm van persoonlijke expressie – net als al het andere in Las Vegas. Het zijn geen individuen meer, maar een collectieve machine, puur en alleen bedoeld om geld binnen te halen zonder enige mogelijkheid tot creativiteit. James Smith is het symbool voor de artistieke dans in ‘Showgirls’: hij heeft bij Alvin Ailey gestudeerd en Ailey is natuurlijk een van de grootheden van de moderne artistieke dans in Amerika, samen met mensen als Merce Cunningham en Martha Graham. Het is dan ook veelzeggend dat de artistieke show die hij opvoert letterlijk van het podium afgejoeld wordt door het publiek: in Las Vegas is geen plaats voor persoonlijke expressie, althans niet als die persoonlijke expressie niet volledig in dienst staat van seks, zoals het strippen in de Cheetah. Als het menselijk lichaam niet volledig gecommodificeerd is heeft het geen plaats in Las Vegas.

Als wijze van afsluiting zal ik twee aspecten van de film behandelen die doorgaans het meest bekritiseerd worden: de ‘cheesy’ dialoog en de verkrachtingsscene van Molly. De dialoog van de film is slecht en amateuristisch als ik iedereen altijd moet geloven. Ik snap dat nooit goed, want ik ken weinig films met briljantere dialoog dan ‘Showgirls’. De dialoog is mensonterend en beledigend, maar dat is natuurlijk de bedoeling want het is volledig in lijn met de boodschap van de film: Las Vegas is mensonterend. Hoewel de film gedurende de hele film belachelijk grappig is, kan denk ik de dialoog van Tony Moss tijdens de auditie voor exemplarisch doorgaan. Zijn intens beledigende opmerkingen (‘I’m erect, why aren’t you erect?’; ‘Thank you ladies, you wasted my time and yours’; ‘Sell your bodies!’) zullen waarschijnlijk voorbeelden zijn van dialoog waar mensen problemen mee hebben. Het enige wat ik kan bedenken wat er mis zou zijn met deze dialoog is dat het over de top, trashy of onrealistisch is. Dat het over de top en trashy is, is uiteraard de essentie, want net als al het andere in de film wordt de trash gebruikt om het trashy karakter van Las Vegas te benadrukken. En het verwijt dat het onrealistisch is, houdt ook al geen steek, aangezien ‘Showgirls’ duidelijk niet binnen het realistische stramien valt. Net zoals in veel van zijn andere films werkt Verhoeven in deze film in de traditie van satire en parodie en is overdrijving en dikke aanzetting dus juist de essentie van het geheel. Parodie zonder overdrijving is welhaast een contradictio in terminis; want wat is parodie behalve dat je een fenomeen neemt en bepaalde eigenschappen van dat fenomeen overdrijft om daarmee je punt duidelijk te maken? Het lijkt er heel sterk op dat mensen het satirische aspect van ‘Showgirls’ gewoon niet zien en denken dat de film een realistisch portret is, terwijl de satire in ‘Showgirls’ net zo duidelijk is als in films als ‘Total Recall’ en ‘Starship Troopers’. Het is dus totaal niet belangrijk of de beledigende auditie in de film realistisch is, maar het gaat er om dat vrouwen bereid zijn om zich in principe zo te laten beledigen en misbruiken door mannen puur en alleen om geld te verdienen en aandacht te krijgen. Door dat aspect zodanig te benadrukken maken Verhoeven en Eszterhas duidelijk hoe mensonterend Las Vegas is, zelfs in ‘realistische’, afgezwakte vorm – ze gebruiken enkel overdrijving om hun punt duidelijk te maken en deze overdrijving wordt op vrijwel ieder front van de film doorgevoerd. Als een Stanley Kubrick of Billy Wilder dat mag, waarom zou Paul Verhoeven dat dan niet mogen? Verscheelt een film als ‘Dr. Strangelove’ of ‘Ace in the Hole’ in essentie dan zoveel van ‘Showgirls’? Het lijkt me dat daar enkel een hartgrondig ‘nee’ op geantwoord kan worden.

Een van de scènes waar de film de meeste kritiek op gekregen heeft is de verkrachtingsscene van Molly, een scene die door veel mensen, net als het ‘overdadige’ naakt als ‘overbodig’ is omschreven. De scene is niet alleen niet overbodig, het is zelfs de ultieme climax van de film, het moment waar de hele American Dream van binnenuit opgeblazen wordt. Want natuurlijk is het Molly die verkracht wordt, de Molly die zo ongeveer het enige sympathieke en oprechte karakter van de film is (James Smith is het enige andere personage dat als oprecht omschreven kan worden, hoewel zelfs hij zijn artistieke aspiraties gebruikt om seks te krijgen en in zekere zin zou je Crystal als ontzettend oprecht kunnen beschouwen, zij weet tenminste precies wat ze is en waarom ze doet wat ze doet). Molly is een enorme fan van popster Andrew Carver, wat direct duidelijk wordt in de eerste scene in haar trailer waar op iedere mogelijke plaats foto’s of posters van Carver hangen. Als haar droom dan uiteindelijk uitkomt en ze haar grote idool ontmoet gaat alles gruwelijk mis, ze wordt op brute wijze verkracht door haar grote idool Carver, die Molly niet ziet als mens maar als stuk vlees, volledig in lijn met de rest van de film. Ook Andrew Carver blijkt dus onder zijn vriendelijke (en ietwat smerige) façade iets heel anders te zijn, waarmee de film zijn systematische ontmanteling van beroemdheid gewoon doorzet. De film toont constant dat onder alle glitter en glamour van beroemdheden vooral ontzettend veel smerigheid en morele leegheid schuilgaat, waarmee ‘Showgirls’ een interessante metgezel wordt van bijvoorbeeld Lynch’s ‘Blue Velvet’. Nomi wil het liefst niets anders zijn dan beroemd, maar de film maakt duidelijk dat beroemd zijn uiteindelijk ook helemaal niets voorstelt en het is typisch dat juist de onschuldige Molly dit aan den lijve moet ondervinden. Molly wordt hiermee dus een ontzettend ironische variant op de starfucker en het contrast met Nomi is duidelijk: waar Nomi zich letterlijk een weg naar boven neukt (eerst door haar lichaam te verkopen en later door de baas te neuken), daar wordt Molly als het ware naar beneden geneukt, de afgrond in. De implicatie is duidelijk: in de wereld van ‘Showgirls’ is geen plaats voor moreel iemand als Molly, enkel nietsontziende en lege wezens als Nomi kunnen daar overleven.

Het is vreselijk jammer dat door de idiote receptie van de film Verhoeven en Eszterhas niet meer in staat waren om hun geplande vervolg over Hollywood te maken, ‘Bimbos’. Dat een vervolg de bedoeling was kan afgelezen worden aan de cyclische structuur van de film: Nomi staat op het einde van de film op exact dezelfde weg als aan het begin en waar aan het begin een bord met Las Vegas te zien was, is in het laatste shot een bord met Los Angeles te zien, Hollywood dus. Door voor deze structuur te kiezen krijgt de cyclische aard van Las Vegas weer extra nadruk (zoals al eerder duidelijk was gemaakt in de herhaling van scènes rondom Crystal als ster/Nomi als ster: Nomi was even een onderdeel van de machine die Vegas heet, maar ook zonder haar blijft die machine zonder problemen doordraaien. Er komt vast wel weer een volgende Nomi die zich laat misbruiken als entertainment. ‘The world is a stage, the stage is a world of entertainment’!

Labels: