vrijdag, december 12, 2008

Police (Maurice Pialat, 1985) ****


Dit was pas de tweede Pialat film die ik zag en hoewel ik het een intrigerende film vond, zag ik er niet direct een meesterwerk in. Een van de oorzaken hiervoor zou kunnen liggen in de manier waarop Pialat zijn films maakt, een manier waardoor hij meermaal de Franse versie van John Cassavetes genoemd is. Nu kan ik enkel over de twee films oordelen die ik gezien heb natuurlijk, maar die twee vallen inderdaad duidelijk binnen de manier van filmen die Cassavetes gepionierd heeft, een manier van film maken ook die een stuk weerbarstiger is dan de ‘normale’ wijze. Cassavetes kenner Ray Carney heeft het verschil tussen de Cassavetes/Pialat manier en het leeuwendeel van alle andere films eens treffend omschreven als het verschil tussen perceptuele films en conceptuele films, waarbij zo ongeveer iedere film die gemaakt wordt binnen de conceptuele categorie valt.

In de conceptuele categorie (ook wel symbolische genoemd) is het altijd duidelijk wat een filmmaker met een scène wil zeggen. De boodschap van de scène wordt als het ware teruggebracht tot een soort essentieel iets, tot een bijna abstracte kern. Deze kern (dit concept) wordt middels iedere stilistische mogelijkheid gecommuniceerd met de kijker; de uitdrukking of positie van acteurs, muziek, belichting, kadrering, montage, camerapositie etc. etc. – ze staan allemaal in hetzelfde teken: de boodschap van de scène overbrengen. Dus spannende muziek signaleert voor de kijker dat er iets gaat gebeuren of de veelzeggende uitdrukking op het gezicht van een acteur maakt de kijker duidelijk wat dat personage ‘voelt’, vaak nog eens extra benadrukt door b.v. belichting (dus de chiaroscuro belichting in de film noir in combinatie met een bedrukt gezicht signaleert voor de kijker duidelijk dat deze persoon in problemen verkeert). Of als Hitchcock in ‘Vertigo’ Madeleine en Scotty laat zoenen en op de achtergrond beukende golven laat zien en horen dan staan die golven voor de passie in beide figuren. Het kan natuurlijk goed zijn dat een dergelijke subtiele hint bepaalde kijkers ontgaat, maar niettemin is in de hele conceptuele manier van film maken alles er op gericht om een bepaalde essentiële boodschap van de scène aan de kijker duidelijk te maken en ook al mis je de golven=passie hint dan zal iedereen begrijpen wat Hitchcock met die scène wil zeggen. De kijker hoeft daarmee dus niet zo hard te werken, aangezien alles in kant en klare brokjes gevoerd wordt. De interpretatie van de kijker wordt met alle mogelijke middelen richting een bepaalde, door de maker bedoelde, interpretatie geduwd.

De perceptuele variant weigert een dergelijke unanieme of duidelijke betekenis te geven. In plaats van kant en klare hapjes overspoelen deze films de kijker met een stortvloed aan rauwe data, waaruit de kijker zelf maar een betekenis moet vissen – als die betekenis er al is. Er is vaak niet een duidelijke betekenis van een scène, er wordt hier niet gewerkt met bepaalde abstracte essenties. Waar personages in de conceptuele variant nooit iets doen waarmee ze ‘uit karakter’ stappen, daar doen personages in de perceptuele variant dat constant. Ze kunnen niet aan de oppervlakte gelezen worden en de interpretatie van deze personages moet gebeuren middels perceptie, letterlijk de manier waarop ze zich gedragen, waarop ze kijken, waarop ze lopen, waarop ze hun lichaam gebruiken. Omdat er geen abstracte essentie (een ‘diepe’ betekenis) met de kijker gecommuniceerd wordt, gaat het in de perceptuele film altijd over het proces en nooit over het doel, zoals dat bij conceptuele films het geval is. Enkel door te kijken naar de interactie tussen de personages kan er begrepen worden waarom deze personages doen wat ze doen. Alle ‘ruis’ (dus alles wat niet direct relevant is om de personages te begrijpen) wordt in de conceptuele film verwijderd, in de perceptuele film juist niet – de grootste gedeelten van die films bestaan juist uit ‘ruis’. En het is hard werken voor de kijker om uit al deze ‘ruis’ een betekenis te filteren.

‘Police’ werkt duidelijk binnen het perceptuele paradigma: het is vaak onduidelijk waarom personages doen wat ze doen, belangrijke gebeurtenissen worden nauwelijks uitgelegd en je voelt je als kijker vaak hulpeloos zwemmen, omdat iedere houvast je ontnomen is. Het is hard werken dus bij Pialat, maar daarin schuilt natuurlijk ook weer de charme en de kracht. Het is daarom denk ik het gevoel heb dat ik deze film pas echt kan ‘voelen’ bij herhaaldelijke kijkbeurten, omdat ik dan pas de personages leer begrijpen en aanvoelen. De tijd zal het leren.

Labels: ,