Stage and Spectacle - Three Films by Jean Renoir
The Golden Coach (1953) ***
Jean Renoir is nog zo’n grootmeester wiens werk ik nog nauwelijks ken, dus hoog tijd voor verandering. Deze eerste film uit die zogeheten Spektakel Trilogie van hem vond ik een behoorlijk aangename verrassing. De bijna clichématige aspecten van humanisme en realisme die vrijwel steevast aan zijn werk verbonden worden zijn hier nergens te vinden, want kunstmatigheid is wat hier de klok slaat. Het is een luchtige, farcische komedie gemetseld rondom de mooie actrice Anna Magnani en Renoir’s liefde voor het theater. Renoir noemde Antonioni Vivaldi de meest belangrijke invloed voor deze film en het geheel ademt dezelfde lichtvoetigheid en levendigheid die de muziek van Vivaldi ook in zich draagt. Voor realisme, briljant acteerwerk (zoals Andrew Sarris terecht opmerkt is het soms gewoon slecht of ronduit ongeïnteresseerd) of een zorgvuldig uitgewerkt scenario dien je niet bij deze film te zijn, maar voor een zeer kleurrijke kostuums, een chaotische mise-en-scène en levensvreugde kun je hier gerust terecht. De luchtigheid verhindert dat dit een echt groots meesterwerk is, maar dat leek ook nergens de opzet van Renoir. Ik ben zeker benieuwd geworden naar de andere twee films.
French Cancan (1955) ****
Dit is het tweede deel uit die zogenaamde Spektakel Trilogie van Jean Renoir en hij is nog een stuk beter dan ‘The Golden Coach’. Nu heb ik sowieso een zwak voor die periode van La Belle Époque, getuige mijn liefde voor films als ‘Moulin Rouge!’ en George Cukor’s heerlijke ‘Camille’, maar deze eerste Franse film van Jean Renoir sinds ‘La Règle du Jeu (1939)’ is ook fantastisch genietbaar. Het verhaalt de opening van de beroemde Moulin Rouge nachtclub door Zizi Danglard, gespeeld door de Franse superster Jean Gabin die zijn natuurlijke charme en charisma naar het scherm brengt. Zoals Peter Bogdanovich in zijn videointroductie al aangaf heeft deze film een prachtige balans tussen artificialiteit en realisme, waarbij ik ook de vergelijking met de klassieke MGM musical zeer treffend en inzichtelijk vond. De uiterst kleurrijke decors zijn allemaal studiosets en hoewel dat soms natuurlijk overduidelijk is, geeft het andere keren weer de illusie van realisme. Illusie is het sleutelwoord in deze film: het is niet alleen wat de Moulin Rouge zijn gasten bood, het is ook wat Renoir zijn kijkers biedt. ‘French Cancan’ is heerlijk licht entertainment, maar toch met die humanistische touch van Renoir. Het is een bijna vermoeiend cliché om de term humanisme aan Renoir te plakken, ik weet het, maar ik begin meer en meer te beseffen dat dit ook gewoon zo is: Renoir voelt echt voor zijn personages en brengt dat tot uiting met een liefdevol observerend oog van de camera. Ik heb sterk het gevoel dat deze Trilogie mijn sleutel tot het oeuvre van Renoir is, omdat ik tot op heden zijn status als een van de giganten van de cinema nooit zo heb kunnen bevatten. Deze wonderlijke film barst in ieder geval van de levensvreugde, de humor, muziek en menselijke emoties. Wonderlijk, dat is nog het beste woord wat ik aan deze film kan plakken, wonderlijk.
Elena et les Hommes (1956) ***1/2
Dit is het laatste deel van de officieuze Theater & Spektakel Trilogie van Jean Renoir en het is wederom een lichtvoetige en kleurrijke komedie. Renoir geeft in zijn videointroductie zelf al meteen de sterke en minder sterke punten van deze film aan: hij maakte de film enkel om superster Ingrid Bergman voor zijn camera’s te krijgen, zonder zich druk te maken om de film als geheel en was genoodzaakt zeer veel te improviseren. Dit is ook direct terug te zien omdat veel scènes vaak kort kort en rommelig overkomen, hoewel anderzijds dit het farcische karakter van de film weer versterkt en het ook een bepaalde charme in zich draagt. Charme is uiteraard volop aanwezig in Bergman, het stralende middelpunt van de film en haar natuurlijke uitstraling maakt begrijpelijk waarom ze jarenlang een Hollywood superster is geweest en Renoir een ode aan haar wilde brengen. De parallellen met zijn immer geprezen meesterwerk “La Regle du Jeu’ zijn duidelijk aanwezig, maar ik moet die film nodig eens herbekijken om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen. ‘Elena et les Hommes’ is in ieder geval een uiterst vermakelijke en prettige kijkervaring.
Geen van de drie films in deze trilogie, uitgegeven door Criterion in hun ‘Stage and Spectacle box’, zijn gigantische meesterwerken, maar het is zeker wel een kwestie van de som is meer dan de afzonderlijke delen (ook al heeft Renoir het nooit als een ‘echte’ trilogie bedoeld). De films sprankelen met levensvreugde, kleurrijke decors en karakters en dragen allen een heerlijk gevoel van luchtigheid in zich. Het is voor mij in ieder geval de sleutel tot Jean Renoir geweest, want nu voel ik eindelijk de behoefte om het werk van deze gevierde cineast nader te gaan bekijken.
Labels: Jean Renoir
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home