Paris Nous Appartient ****
Jacques Rivette is van de grote vijf Nouvelle Vague filmers (Godard, Truffaut, Rohmer en Chabrol) de meest mysterieuze, ongrijpbare en minst geziene regisseur. Dit ligt deels aan het feit dat erg weinig van zijn (relatief kleine) oeuvre op DVD gezet is, wat weer gelegen is in het feit dat Rivette de neiging heeft om akelig lange films te maken; 3 tot 4 uur is bijna standaard voor Rivette en zijn ‘Out 1’ duurt maar liefst 13 uur, een film die tegenwoordig enkel te zien lijkt in plaatsen als Museum of Modern Art, alwaar screenings van dit werk zen-achtige toestanden op schijnen te leveren. Deels is het ontbreken van zijn films op DVD ook te wijten aan het feit dat hij de meest extreme en minst toegankelijke filmmaker van de Nouvelle Vague was en in combinatie met de extreme lengtes hebben maar weinig DVD maatschappijen zin om hun vingers aan zijn werk te branden. Voor deze film had ik enkel de geweldige film ‘La Belle noiseuse’ en het ongelooflijk intrigerende ‘Celine and Julie vont en bateau’ gezien, films met een duidelijke visie, een visie die ook al direct zichtbaar is in ‘Paris Nous Appartient’, de debuutfilm van Rivette.
Met zijn 142 minuten is dit een relatief korte film, ook al had hij er meer dan drie jaar voor nodig om het af te krijgen, een moeizaam proces zonder producent met geleend materiaal en acteurs die niets betaald kregen. Het resultaat mag er echter wezen. Voor radicale visuele experimenten a la Godard, melancholie a la Truffaut, Hitchcock imitaties a la Chabrol of karakterschetsen a la Rohmer hoef je niet bij Rivette te zijn. Hij experimenteert in veel zijn films met lengte en narratief, het zijn typisch labyrinth-achtige verhalen die nergens naar een duidelijk doel leiden maar alle kanten op schieten en ook eindeloos door lijken te blijven gaan, waarbij improvisatie van de acteurs een vitaal aspect is. Zelf vergeleek Rivette treffend zijn verhalen met het weer: het is er altijd, maar niet noodzakelijkerwijs opvallend. Ook in deze film word je als kijker in een meanderend verhaal gestort met allerlei plotjes die soms met elkaar te maken hebben, soms ook totaal niet, maar geen van allen ergens echt uitgewerkt worden. Dit kan zeer frusterend zijn voor bepaalde kijkers die gewend zijn aan duidelijk uitgewerkte verhalen met een duidelijke reden, maar juist die enigmatische kwaliteit die Rivette zijn verhalen altijd weet te geven is zo fascinerend. Want wat Rivette op de een of andere wijze altijd weet klaar te spelen is een bijna hypnotiserend kijkgevoel, hij weet vrijwel altijd de aandacht vast te houden met middelen waar ik mijn vinger niet eens op kan leggen. In deze film weet Rivette op ingenieuze wijze de paranoia van de Koude Oorlog in zijn plot te verweven, want een groep vrienden/acteurs begint langzamerhand steeds paranoïder te worden, het gevoel te krijgen slachtoffer te zijn van een samenzwering en daardoor langzaam uit elkaar te vallen – een prachtige showcase voor de pluriformiteit van zijn scenario’s omdat het versnipperde karakter ervan de wijze waarop alle karakters zich steeds meer afgezonderd beginnen te voelen benadrukt. Het is een mysteriefilm zonder echt mysterie en een film over mysterie, een soort van merkwaardige kruising tussen Antonioni’s ‘L’Avventura’ en Resnais’s ‘L’Année Dernière à Marienbad’.
Mensen die hapklaar eten prefereren, dienen weg te blijven van Rivette, maar mensen die bereid zijn om zelf hun vlees te snijden, kunnen in Jacques Rivette een uiterst interessant cineast ontdekken. En ‘Paris Nous Appartient’ is dan net zo’n goede introductie als welke andere film dan ook.
Met zijn 142 minuten is dit een relatief korte film, ook al had hij er meer dan drie jaar voor nodig om het af te krijgen, een moeizaam proces zonder producent met geleend materiaal en acteurs die niets betaald kregen. Het resultaat mag er echter wezen. Voor radicale visuele experimenten a la Godard, melancholie a la Truffaut, Hitchcock imitaties a la Chabrol of karakterschetsen a la Rohmer hoef je niet bij Rivette te zijn. Hij experimenteert in veel zijn films met lengte en narratief, het zijn typisch labyrinth-achtige verhalen die nergens naar een duidelijk doel leiden maar alle kanten op schieten en ook eindeloos door lijken te blijven gaan, waarbij improvisatie van de acteurs een vitaal aspect is. Zelf vergeleek Rivette treffend zijn verhalen met het weer: het is er altijd, maar niet noodzakelijkerwijs opvallend. Ook in deze film word je als kijker in een meanderend verhaal gestort met allerlei plotjes die soms met elkaar te maken hebben, soms ook totaal niet, maar geen van allen ergens echt uitgewerkt worden. Dit kan zeer frusterend zijn voor bepaalde kijkers die gewend zijn aan duidelijk uitgewerkte verhalen met een duidelijke reden, maar juist die enigmatische kwaliteit die Rivette zijn verhalen altijd weet te geven is zo fascinerend. Want wat Rivette op de een of andere wijze altijd weet klaar te spelen is een bijna hypnotiserend kijkgevoel, hij weet vrijwel altijd de aandacht vast te houden met middelen waar ik mijn vinger niet eens op kan leggen. In deze film weet Rivette op ingenieuze wijze de paranoia van de Koude Oorlog in zijn plot te verweven, want een groep vrienden/acteurs begint langzamerhand steeds paranoïder te worden, het gevoel te krijgen slachtoffer te zijn van een samenzwering en daardoor langzaam uit elkaar te vallen – een prachtige showcase voor de pluriformiteit van zijn scenario’s omdat het versnipperde karakter ervan de wijze waarop alle karakters zich steeds meer afgezonderd beginnen te voelen benadrukt. Het is een mysteriefilm zonder echt mysterie en een film over mysterie, een soort van merkwaardige kruising tussen Antonioni’s ‘L’Avventura’ en Resnais’s ‘L’Année Dernière à Marienbad’.
Mensen die hapklaar eten prefereren, dienen weg te blijven van Rivette, maar mensen die bereid zijn om zelf hun vlees te snijden, kunnen in Jacques Rivette een uiterst interessant cineast ontdekken. En ‘Paris Nous Appartient’ is dan net zo’n goede introductie als welke andere film dan ook.
Labels: Jacques Rivette, Nouvelle Vague
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home