donderdag, januari 01, 2009

Victor/Victoria (Blake Edwards, 1982) ****1/2

Sinds vorig jaar hebben we besloten om er een gewoonte van te maken om 'Victor/Victoria' de eerste film van het nieuwe jaar te laten zijn en van gewoontes moet je een gebruik maken, dus vandaar. Het blijft een onwaarschijnlijk leuke film, die bovendien ook de uitzondering op mijn regel is dat hetero's geen goede homofilms kunnen maken. Want hoewel Blake Edwards natuurlijk al jarenlang gelukkig getrouwd is met de hoofdrolspeelster van deze film, Julie Andrews, is zijn scenario duidelijk vanuit een homo perspectief geschreven wat de prestatie van de film enkel nog indrukwekkender maakt. Het begint al direct fantastisch: we zien een shot door een raam van een besneeuwde dag ergens in een lang vervlogen tijd, vervolgens beweegt de camera naar binnen, langs een foto van Marlene Dietrich (gay icoon bij uitstek), waar we een man alleen in bed zien liggen slapen, als dan na een korte poos er ineens een andere man naast hem blijkt te liggen. Het is een nogal gewaagd begin van een nogal gewaagde film die in het verder nogal conservatieve Hollywood zelfs allerlei Oscarnominaties in de wacht sleepte - wellicht het feit dat het hier een homokomedie betreft en geen drama zal het moeilijke onderwerp verzachten. Hoe het ook zij, de film is een showcase voor de typische humor en visuele stijl van Edwards, zoals hij die al jaren in bijvoorbeeld de Pink Panther films tentoongesteld heeft. Veel visuele humor dus, waarbij de invloed van Tati duidelijk doormschemert (met het statische long shot van de restaurantruzie als meest duidelijke hommage). De slapstickhumor van Edwards is vaak heerlijk subtiel, zoals bijvoorbeeld dat prachtige moment waarin Julie Andrews uitgehongerd buiten door een raam staat te kijken hoe iemand eten naar binnen werkt en ze in een volgend shot ineens verdwenen is; je vermoedt eerst nog dat ze plots weggelopen is, maar als je de mensen op straat ineens bezorgd richting het raam ziet lopen besef je pas dat ze spontaan flauwgevallen is en vooral het feit dat Edwards dat stukje informatie niet geeft maakt zijn humor zo bijzonder. Een ander glorieus moment is het moment dat Victor/Victoria de kamer inloopt en je in een glimp kunt opvangen dat Toddy naast Squash in bed zit, terwijl pas iets later echt duidelijk wordt dat dit het geval is ; de oplettende kijker zal in iedere Edwards film zo in de hoeken van het scherm constant humor vinden. Ook de met een Oscar bekroonde muziek van Henry Mancini is van het allerhoogste niveau, waarmee het Parijs van de jaren '30 een heerlijk nostalgische sfeer krijgt. En dan zijn er nog de geweldige vertolkingen, welke uniform subliem zijn met uiteraard Robert Preston als onbetwiste hoogtepunt als de oude nicht Toddy. Net zoals hij dat in 'S.O.B.' deed, steelt hij ook in deze film iedere scene waar hij in zit - hij scheen hetero te zijn en als dat waar was dan is dit de beste acteerprestatie ooit, want ik heb nooit een meer overtuigende nicht gezien dan hij in deze film. De volledige anarchie van 'S.O.B.' bevalt me nog een tikkeltje beter dan deze film, maar dat is slechts een kwestie van persoonlijke voorkeur, want deze mix van humor, muziek en nostalgisch drama is eveneens winnend.

Labels: