dinsdag, januari 06, 2009

Jezebel (William Wyler, 1938) ****1/2

Dit broeierige melodrama zou een mijlpaal betekenen voor zowel de carrière van Bette Davis als de Warner Bros. studio. Want hoewel Davis een opkomende ster was en ze zelfs al een Oscar gewonnen had, werden haar talenten door Warner Bros. maar verspild aan routinematige rolletjes. Davis was het hier allemaal niet mee eens en bleef zeuren om een rol waar ze haar tanden in kon zetten, een rol die ze met ‘Jezebel’ uiteindelijk kreeg. Voor de regie werd William Wyler van buiten de studio gehaald en dat zou een sterke zet blijken van Warner Bros. omdat er direct een chemie was tussen Davis en Wyler, een chemie die overigens razendsnel uitmondde in een openlijke affaire tussen beide figuren, een affaire die het huwelijk van Davis deed stranden. Wyler trok bovendien een beginnend scenarist met de naam John Huston aan die mee zou helpen met het scenario – Huston zou hier ook zijn eerste scène regisseren, enkele jaren voor zijn officiële debuut ‘The Maltese Falcon’. Het scheen zo goed te klikken tussen Wyler, Davis en Huston dat ze gedrieën het grootste gedeelte van het scenario zouden herschrijven in de nachtelijke uurtjes, niet bepaald een reguliere werkwijze maar door de studio oogluikend toegestaan. Ook was de studio niet geheel blij met de trage werkwijze van de enorm precieze Wyler, omdat dit in strijd was met de economische pragmatiek die de huisstijl van Warner Bros. was (en die bijvoorbeeld in hun beroemde gangsterfilms zeer duidelijk naar voor komt). Wyler’s voorliefde voor berekende composities, veel camerabewegingen en een complexe mise-en-scène was significant anders dan men gewend was bij Warner Bros. maar de gok om Wyler zijn gang te laten gaan pakte enorm goed uit, want Wyler’s stijl past perfect bij de stijve normen en waarden van het New Orleans van 1850 waar de film zich afspeelt. Wyler kent een prachtige beeldtaal, een die duidelijk zichtbaar is zonder overdadig aanwezig te zijn en die kunstzinnig is zonder gekunsteld te zijn. Meest legendarisch is de scène waarin Davis een rode jurk aantrekt naar een bal waar ongetrouwde vrouwen in het wit horen te verschijnen – op zijn zachtst gezegd een gewaagde zet voor een zwart-wit film. De zorgvuldige visuele orkestratie van Wyler maakt van de scène echter een klassieker waarin de schaamte en de afkeer op puur visuele wijze tot stand gebracht wordt.

Qua casting is ‘Jezebel’ een meesterwerk, want het was een briljante zet om Bette Davis tegenover de eveneens opkomende ster Henry Fonda te zetten, omdat hun filmpersoonlijkheden zo prachtig contrasteren en naadloos aansluiten bij de rollen die ze hier moeten spelen: Davis, het agressieve secreet dat bijna letterlijk als een roofdier het scherm overneemt op het moment dat ze in beeld komt tegenover het rustige, common man personage dat zo typisch zou worden voor Henry Fonda, waarbij Fonda exemplarisch is voor wat ik nu maar even het existeer-acteren zal noemen: een vorm van acteren waarbij de acteur niet zozeer acteert, maar meer gewoon charismatisch aanwezig is, een acteervorm die ook zichtbaar is bij mensen als Alain Delon en Bill Murray. Deze twee verschillende acteerstijlen vullen elkaar hier prachtig aan en het zou dan ook de definitieve doorbraak betekenen voor Davis, die haar tweede Oscar in de wacht sleepte voor deze film, een film die bovendien een van de meest prestigieuze films voor Warner Bros. zou blijken. De rol van Davis binnen de studio zou na deze film dan ook definitief veranderen, waarmee Davis als eerste vrouw veel invloed zou krijgen binnen het vreselijk mannengerichte Warner Bros.; ‘Jezebel’ zou dan ook enkel een opmaat blijken voor een hele serie glorieuze melodrama’s met Bette Davis, in variaties van haar rol in deze film.

Labels: