zondag, februari 04, 2007

Strangers on a Train *****

Regie: Alfred Hitchcock (1951)


Ik had deze veel gelauwerde Hitchcock film om een of andere reden nog nooit gezien en ik ben bijna extatisch nu ik hem eindelijk wel gezien heb. Het is simpelweg direct een van mijn favoriete Hitchcock films geworden. Er zijn uiteraard vele bijzondere aspecten aan deze film, zoals met iedere grote Hitchcock film. Het meest treffende vond ik hier het bewijs van zijn gave tot suspense, een term die volgens mij door velen verkeerd geïnterpreteerd wordt. Want suspense is absoluut niet enkel spanning in de traditionele thriller zin van het woord, maar juist ook het vermogen tot anticipatie, iets waar Hitchcock een meester in was: constant wil je weten wat er komen gaat, constant wacht je af hoe dingen zich gaan ontspinnen, het is ook exact de reden dat zijn films zo’n hoge kijkbaarheidsfactor hebben. En zijn beste films roepen deze anticipatie op zowel verhaaltechnisch als puur visueel, met ‘Vertigo’ als onbetwiste hoogtepunt. Het begin van ‘Strangers on a Train’ is daar meteen een perfect voorbeeld van met het tonen van enkel de schoenen: het is een simpel, maar zeer effectief trucje want door het onthouden van informatie ben je direct als kijker geïnteresseerd en wil je weten wie er in die schoenen steken. Suspense dus. Het is ook een schoolvoorbeeld van Hitchcock’s ongeëvenaarde gebruik van close-ups of het benadrukken van elementen in het frame, want als geen ander wist hij die in te zetten voor strikt narratieve functies en het maakt hem de briljante visuele verhalenverteller die hij is - weinig mensen kennen zo’n vloeiende en economische beeldtaal als Hitchcock. D.W. Griffith mag de close-up hebben uitgevonden, maar Hitchcock heeft hem geperfectioneerd, hoewel het ook erg leuk is om te kijken op welke andere manieren figuren als Sergio Leone en John Cassavetes close-ups gebruiken. Maar ook bijvoorbeeld de scène waarin Miriam vermoord wordt (de scène deed me ook sterken denken aan de befaamde openingsscène uit ‘M’ en sowieso aan Fritz Lang): het gezicht van Miriam met op de voorgrond de aansteker die een belangrijke functie vertolkt, vervolgens de handen om de nek en het Expressionistische shot via het brillenglas: een stukje bijna ridicuul creatief film maken waar ik helemaal wild van kan worden, exact het soort scènes waarom ik zo verliefd ben op het medium film. De sequentie waarin Bruno de moord opbiecht aan Guy is ook zo’n sterke: niet alleen wordt de scène gedomineerd door verticale lijnen welke gevangenisspijlen reflecteren en het geheel een symbolische lading geven, ook worden Bruno en Guy aanvankelijk nog gescheiden door het hek, maar op het moment dat de politie aankomt gaat Guy aan dezelfde kant van het hek staan waarmee op puur visuele wijze de ‘verbintenis’ tussen beide heren benadrukt wordt. Alleen Max Ophüls kent een nog subtieler gebruik van commentaar leveren op het verhaal middels mise-en-scène. Tevens kent de film een heerlijke dosis zwarte humor, niets vreemds voor Hitchcock natuurlijk, maar hier vermoedelijk deels te danken aan coscenarist Raymond Chandler, de beroemde film noir auteur. De film zou ook een geweldige double bill opleveren samen met een andere persoonlijke favoriet van me, ‘Rope’. Niet alleen bevatten beide films de beeldschone Farley Granger, maar beide films concentreren zich op het idee van de perfecte moord en beiden kennen ook een duidelijke homoseksuele subtext, want het personage van Bruno in ‘Strangers on a Train’ bezit vele coderingen.

Alfred Hitchcock, misschien wel de enige persoon ooit die commercie en kunst écht kon laten samen gaan.

Labels: