woensdag, januari 31, 2007

Dreams That Money Can Buy **1/2

Concept: Hans Richter (1947)

De termen ‘avant-garde’ en ‘een groot publiek’ zullen vermoedelijk wel altijd een contradictio in terminis blijven. Als je het puur semantisch bekijkt is dat het ook, want avant-garde houdt immers op avant-garde te zijn als zij door het grote publiek geaccepteerd wordt. Toch wil de avant-garde wereld en zijn aanhangers (ik dus ook) altijd proberen om avant-garde kunst aan zoveel mogelijk mensen te slijten en het verschil tussen vermaak en ‘serieuze’ kunst te verkleinen. De bekende Dada schilder/filmmaker Hans Richter deed in 1947 de poging om de Europese avant-garde kunst toegankelijker te maken voor een groot publiek in de vorm van ‘Dreams That Money Can Buy’. Dapper en prijzenswaardig is dit zeker, de uitvoering laat echter op zijn zachtst gezegd nogal te wensen over.

Allereerst is er het overkoepelende verhaal van een vent die er achter komt dat hij dromen kan maken en kan verkopen (goh, een satire op de Droomfabriek Hollywood?), op zich geen verkeerd idee. Het is allemaal echter zo knullig en saai uitgewerkt dat het snel danig de keel begint uit te hangen. Richter verzamelde de crème de la crème van de Europese avant-garde (o.a. Max Ernst, Fernand Léger, Marcel Duchamp, John Cage, Edgar Varèse, Man Ray en Richter zelf) voor de ‘dromen’ uit de film maar zoals dat wel vaker gaat met sterrenteams is de innerlijke saamhorigheid ver te zoeken. Nu is een omnibusfilm vrijwel per definitie wisselvallig of versplinterd, maar zolang de afzonderlijke delen maar kwalitatief heel goed zijn, maakt dat niet uit. Helaas zijn maar weinig van de segmenten om aan te zien, de meeste zijn gewoon pretentieus of gemakzuchtig – zo borduurt Duchamp vrolijk verder op de spiraalvormen waar hij in ‘Anémic cinéma’ (1926) al mee bezig was of is de hoogst creatieve Léger van het sublieme ‘Ballet mécanique’ (1924) hier ook in geen velden of wegen te bekennen.

De intentie van ‘Dreams That Money Can Buy’ is goed, het resultaat is helaas echter een waardeloze drol. Voor een film als deze lopen enkel mensen als David Lynch –een uitgesproken liefhebber van deze film– warm. Maar laat Lynch nu juist al de ultieme hybride van mainstream en avant-garde zijn…

Labels: