donderdag, februari 01, 2007

IFFR 2007: Syndromes and a Century ***1/2

Regie: Apichatpong Weerasethakul (2006)


Toen ik een jaar of twee geleden de films van Apichatpong ‘Friends call me Joe’ Weerasethakul wilde zien was ik aangewezen op dubieuze Thaise internetshopjes die zeer slechte DVD’s (0f zelfs VCD’s) van zijn films verkochten. Nu zat ik in de enorme zaal van Pathé 1 op een gigantisch scherm naar zijn laatste film te kijken omdat hij reeds toegetreden was tot de ‘Kings & Aces’ groep van het festival – in mijn ogen ook enkel omdat er dit jaar zeer weinig echte grote namen waren, maar dit terzijde. Het kan snel gaan. Weerasethakul maakt steevast films die niet bijzonder veel kijkplezier herbergen, maar die na afloop constant door je hoofd blijven spoken en deze is geen uitzondering. Experimenteerzucht en een ongelooflijke fantasie is iets wat hij ook altijd tentoonspreidt, een experimenteerzucht die ook steevast op het narratieve vlak terug te zien is. Als een moderne Michelangelo Antonioni speelt Weerasethakul constant met een dedramatisering van het verhaal en is niets hem te dol. In ‘Blissfully Yours’ verschijnen pas halverwege de film de openingscredits op het scherm en is er een duidelijk verschil tussen het eerste en tweede deel van de film. De fascinerende opvolger ‘Tropical Malady’ kent exact eenzelfde omklappunt halverwege de film: het eerste deel is nog een relatief straightforward verhaal over de liefde tussen twee soldaten; halverwege echter loopt een van de twee knullen doodleuk de nacht in en het tweede deel is hij ineens een sjamaan-achtig iets dat in een tijger kan veranderen en nu jacht maakt op zijn voormalig geliefde ergens in de jungle waarin ook nog een verlichte boom een rol speelt.

‘Syndromes and a Century’ begint met Weerasethakul’s typische stijl: een zeer statische camera die met afstandelijke long takes de karakters observeert. Er komen zo eens wat sequenties voorbij waartussen soms een relatie lijkt te zijn, wat soms gewoon wat minder het geval is. Halverwege de film (!) worden we getrakteerd op een ‘Mulholland Drive’-achtige omslag waarin we vele van de scènes uit het eerste deel vrolijk opnieuw zien, maar dan met steeds kleine verschillen. Later vernam ik dat Weerasethakul in deze film de ervaringen van zijn ouders in kaart gebracht heeft, waarbij dus het ene deel de ervaringen van zijn moeder betrof en het andere deel die van zijn vader. Het blijft een notoir moeilijk filmmaker, die Weerasethakul. Hij wist me hier wellicht niet zo te overtuigen als bij ‘Blissfully Yours’ of ‘Tropical Malady’, maar zoals altijd weet hij wel ongelooflijk te intrigeren en bewijst hij waarom hij een van de meest gevierde opkomende talenten van het moment is.

Labels: ,