vrijdag, februari 16, 2007

Party Girl ****

Regie: Nicholas Ray (1958)

‘There was theatre (Griffith), poetry (Murnau), painting (Rossellini), dance (Eisenstein), music (Renoir). Henceforth there is the cinema. And the cinema is Nicholas Ray.’ Deze woorden sprak niemand minder dan Jean-Luc Godard ooit over Nicholas Ray, bij de meeste mensen niet meer dan de man die ‘Rebel without a Cause’ maakte maar in werkelijkheid een van de meest interessante en eigenzinnige figuren werkzaam in het Hollywood van de jaren ’50, een man wiens levensstijl tevens zo mogelijk nog interessanter is dan zijn films. ‘Party Girl’ is geen uitzondering op de Nicholas Ray regel: dwarse, onnavolgbare cinema met een bite. Jonathan Rosenbaum zei over Ray dat diens hoogst gestileerde mise-en-scène er uitzag alsof het ieder moment kon uitbarsten in de choreografie van een musical en hier is dat soms bijna het geval in enkele prachtig vormgegeven shownummers die bijna camp worden in hun overdadige decors en kleurgebruik. Ray was een van de meesters om het weidse CinemaScope formaat juist in kleine ruimtes zeer effectief te gebruiken, zo ook hier, waarbij zijn scholing als architect onder Frank Lloyd Wright duidelijk zichtbaar is in de prachtige composities. Genres waren ook al nooit veilig bij Ray en hier wringt hij het gangstergenre binnenstebuiten want weinig mensen zouden met deze merkwaardige combinatie van geweld, romantiek, dans en melodrama op de proppen komen. Het is daarmee als genrefilm vlees noch vis, maar als Ray film weer typisch. ‘Party Girl’ is er een van het type volledig onevenwichtige film: een film met een geheel eigen logica en universum, een welhaast onbevattelijk tempo, een film die zich van conventies totaal niets aantrekt. Niets voor de gemiddelde kijker dus, maar liefhebbers van creatieve en eigenzinnige cinema kunnen hiermee volledig aan hun trekken komen. Ik heb er erg van genoten in ieder geval.

Labels: