woensdag, januari 24, 2007

Monsters and Madmen ****

Monsters and Madmen: Four Thrilling Tales of Inner Torments and Outer Space!

De broers Alex en Richard Gordon waren twee filmfanaten die besloten om hun passie voor de Amerikaanse genrefilm om te zetten in iets constructiefs en gedurende jaren ’50 maakten zij als producent een hele reeks horror- en science fictionfilms, ondanks dat hun naam niet altijd op de credits verscheen. Vier van deze films zijn nu samengebracht in de Criterion boxset ‘Monsters and Madmen: Four Thrilling Tales of Inner Torments and Outer Space!’. Ik heb nog steeds geen idee waarom een maatschappij als Criterion zich aan dit soort films waagt, maar mij hoor je als liefhebber niet klagen!

The Haunted Strangler ***

Regie: Robert Day (1958)

Er is zo’n cliché in de horrorwereld dat je of fan bent van Bela Lugosi of van Boris Karloff. Dat is natuurlijk dikke onzin, ik mag graag naar beiden kijken, maar toch gaat mijn hart iets meer uit naar Boris Karloff, wat ik een wellicht beperkt maar toch echt goed en charismatisch acteur vind, iemand die een middelmatige film naar een hoger plan kan tillen met zijn aanwezigheid. Dit uiterst charmante filmpje is een goed voorbeeld daarvan. Het is een typisch geval van een redelijk lowbudget film die het lage budget prima weet te camoufleren en er iets zeer sfeervols van weet te maken. De film is daarbij duidelijk geënt op die geweldige films die producent Val Lewton in de jaren ’40 voor RKO maakte, waarbij psychologische spanning en sfeer een centrale rol spelen. Het is allemaal niets meesterlijks of vernieuwends, maar het is zeker wel een hoogst kijkbaar filmpje.

Corridors of Blood ***

Regie: Robert Day (1959)

Boris Karloff werkte na ‘The Haunted Strangler’ opnieuw samen met regisseur Robert Day voor het vergelijkbare ‘Corridors of Blood’ en wederom met uitstekend genietbare resultaten. De film heeft achteraf bekeken een leuke extra dimensie gekregen omdat in deze film de bejaarde horrorlegende Karloff gekoppeld wordt aan wat een nieuwe horrorlegende zou worden, Christopher Lee (ook al is zijn rol eigenlijk piepklein), waarmee de film dus een mooie overdracht van de horrorfakkel wordt, een overgang van de ene generatie op de andere.

First Man into Space ***

Regie: Robert Day (1959)

Er valt weinig over deze film te zeggen, behalve dan dat het gewoon een erg vermakelijke film is. Een wat overmoedige testpiloot besluit om zichzelf de ruimte in de katapulteren met alle gevolgen van dien. Het resultaat is een heerlijke combinatie van science fiction angst en een monsterflick. De speciale effecten zijn uiteraard niet heel bijzonder, maar als je dan leest dat de film met hoogst minimale middelen gemaakt is, wordt het ineens een prestatie van formaat. De hoofdrolspeler leek trouwens verdomd veel op een kruising tussen Tim Robbins en Sterling Hayden, maar dit terzijde.

The Atomic Submarine ***1/2

Regie: Spencer Gordon Bennet (1959)

De laatste uit de set is wederom absoluut geen tegenvaller, integendeel, het is vermoedelijk mijn favoriete van de vier. Het is ditmaal een film die zich onder water afspeelt en hoewel dit natuurlijk mijlenver verwijderd is van bijzondere technieken als in een film als ‘The Abyss’ weet de film zich met zijn bescheiden middelen prima te redden en benadrukt het vaak zelfs het lage budget wat in de context van deze film uitstekend werkt. Ik heb in deze hele box al een link gelegd met Val Lewton en hier wordt de cirkel nog eens leuk compleet gemaakt door de aanwezigheid van Lewton regular en karakteracteur Tom Conway (overigens de broer van George Sanders), terwijl de rest van de cast bestaat uit oude B-sterren aangevuld met wat jong bloed. De ‘electro-sonic music’ van Alexander Laszlo maakt het geheel af en is een van de absolute hoogtepunten van dit erg fijne filmpje.

In de ‘Monsters and Madmen: Four Thrilling Tales of Inner Torments and Outer Space!’ krijg je dus twee Val Lewton-achtige chillers met Boris Karloff en twee typische jaren ’50 sci-fi quickies. Geen van deze films kunnen beschouwd worden als essentiële films uit het genre, maar allen staan garant voor zo’n 80 minuten puur amusement. Criterion koos in deze box dus een keer voor kwantiteit boven kwaliteit zonder die kwaliteit echter helemaal te verwaarlozen, want alle vier de films weten zeer goed boven hun relatief lage budget uit te stijgen en het kijkplezier spat er van af. Nieuwkomers in beide genres zouden beter de ‘Val Lewton Horror Collection’ (met daarin de beste horrorfilm aller tijden, ‘Cat People’) of een 50’s sci-fi als ‘This Island Earth’ kunnen aanschaffen, maar de wat meer doorgewinterde liefhebbers kan ik deze box van harte aanraden.

Labels: