zaterdag, september 13, 2008

Dressed to Kill (Brian De Palma, 1980) ***

Kan spoilers bevatten!!!

Ik ben nooit een fan van De Palma geweest en ik hoopte dat deze film daar verandering in ging brengen, maar helaas. Het is bijna een cliché om De Palma een Hitchcock imitator te noemen, maar middels deze vergelijking kan ik wel het beste uitleggen waarom Hitchcock voor mij een geniaal filmmaker is en De Palma een gemakkelijke imitator.

Het eerste half uur van ‘Dressed to Kill’ is duidelijk een pastiche van twee Hitchcock films, ‘Vertigo’ en ‘Psycho’. De scène waarin Angie Dickinson in het museum die vent oppikt is een vrijwel rechtstreekse kopie van de achtervolging van Stewart op Novak in ‘Vertigo’, maar in Hitchcock heeft die scène betekenis, bij De Palma niet. Allereerst is er in ‘Vertigo’ een goede opbouw naar de scène: je weet wie het personage van Stewart is, je weet wie Novak is en je weet waarom hij haar volgt; je hebt een duidelijk idee van de situatie en daarom is het niet erg om een lange tijd naar een volledig woordenloze sequentie te kijken, terwijl je bij De Palma niet meer dan een schets hebt van de situatie en je feitelijk naar een volstrekt onbekende vrouw zit te kijken die op zoek is naar seks. Maar ook de functie en stijl van de scène in ‘Vertigo’ zijn logisch en in lijn met de rest van de film: het gebruik van filters en het gebrek aan dialoog geeft de sequentie een bijzonder dromerig karakter, wat verklaard kan worden middels het idee dat de hele film ‘Vertigo’ als droom geïnterpreteerd kan worden. Maar ook de lengte is bij Hitchcock volledig gerechtvaardigd: het weerspiegelt het obsessieve karakter van Stewart (wat later in de film een van de belangrijkste thema’s blijkt te zijn) en bovendien blijkt de hele sequentie een bijzonder uitgebreide valstrik te zijn (het thema van de perfecte moord wat Hitchcock zo vaak gebruikt), iets wat later in de film een van de narratieve twisten blijkt te zijn. Om een lang verhaal kort te maken: de lange scène in Hitchcock is thematisch, verhaaltechnisch en vormtechnisch een organisch onderdeel van de gehele film. Bij De Palma ontbreekt dit volledig.

Dan de vergelijking met ‘Psycho’: het mag duidelijk zijn dat de moord van Dickinson in de lift vergelijkbaar is met de moord in de douche op Janet Leigh in ‘Psycho’, want in beide gevallen wordt het personage wat tot dat punt van de film de hoofdpersoon is en waarmee de kijker zich heeft geïdentificeerd, op brute wijze uit de film geschreven. Zoals echter eerder gezegd heeft de kijker geen enkele binding met Dickinson omdat er nauwelijks een opbouw is geweest van haar personage. Het personage van Leigh in ‘Psycho’ echter is zorgvuldig uitgediept en ze is letterlijk constant het onderwerp van de film geweest. Het is exact daarom dat haar plotselinge moord zo’n schok voor de kijker is, omdat het hele object van identificatie in een klap ontnomen wordt en de film als het ware volledig opnieuw begint, met nieuwe hoofdpersonages. Daarnaast (en dit punt is even belangrijk) herhaalt dit patroon zich in ‘Psycho’ nog eens, waarmee de film een net zo schizofreen karakter krijgt als de moordenaar van die film, Norman Bates; de narratieve structuur van ‘Psycho’ houdt dus direct verband met het overkoepelende thema en is er, net als bij ‘Vertigo’ een organisch verband tussen vorm en inhoud. Bij De Palma ontbreekt dit allemaal, hij komt nergens verder dan louter imitatie, zonder dat hij het omzet in een constructief geheel waar de afzonderlijke aspecten van de film samen een organisch geheel vormen. En daarom denk ik niet dat ik De Palma ooit volledig ga omarmen.

Labels: