INLAND EMPIRE *****
Regie: David Lynch (2006)
Toen ik ‘Mulholland Drive’ in de bioscoop zag destijds wist ik nog weinig af van David Lynch en van film in het algemeen. Ik liep toen de bioscoop uit, had geen idee wat ik zojuist gezien had, maar wist wel dat ik een van de mooiste ervaringen van mijn leven beleefd had. In veel opzichten is mijn passie voor film begonnen met deze film en nu, vele jaren later waren mijn verwachtingen dan ook zeer hooggespannen voor de laatste spruit van Lynch. Welnu, alle verwachtingen zijn volledig ingelost en ik kreeg zelfs nóg meer dan ik verwachtte. Het is simpelweg een van de beste en meest creatieve films van de laatste jaren.
Een van de grootste kritiekpunten is altijd op het verhaal. Mensen roepen dan ‘ach ja, het is gewoon zoveel mogelijk wazigheid en onzin bij elkaar stoppen opdat de zogenaamde elite er weer lekker interessant over kan gaan doen’. Deze kritiek is enigszins van toepassing op de Lynch van begin jaren ’90, toen met dingen als ‘Wild at Heart’, het tweede seizoen van ‘Twin Peaks’ en ‘Twin Peaks: Fire Walk with me’ de balans naar de verkeerde kant doorsloeg. Het was vreemd doen om het vreemd doen, het was inspelen op de term ‘Lynchiaans’ die in zwang geraakt was. Zijn laatste werken echter gaan veel dieper dan dat, zijn veel substantiëler. De mensen die klagen dat films als ‘Mulholland Drive’ of ‘INLAND EMPIRE’ niet te volgen zijn, maken een cruciale denkfout: zij gaan er namelijk van uit dat film een logisch, lineair verhaal moet hebben. Dat kan voor sommige mensen wel zo zijn, maar het wil niet zeggen dat het voor iedereen zo is. Want voor Lynch is het verhaal, of beter gezegd zijn deconstructie van het verhaal, niets meer en minder dan één aspect van de totale film, slecht één van de vele radars in het mechanisme. Voor Lynch lijkt het verhaal niets belangrijker dan andere onderdelen als de belichting, de mise-en-scène, de montage of het sounddesign. Alle elementen staan in dienst van het grotere geheel, de Ervaring. Voor mij is Lynch dan ook primair een abstract filmmaker en geen narratief filmmaker. Zijn films roepen boven alles een bepaald gevoel op, een emotie. Dat hij zich daarbij deels bedient van dezelfde middelen als narratieve filmmakers neemt niet weg dat het uiteindelijke resultaat meer gemeen heeft met een abstracte film van Stan Brakhage dan met een narratieve film. Film kan meer doen dan simpel verhaaltjes vertellen en het is schrijnend dat nog steeds zo’n klein percentage van alle gemaakte films dat ook daadwerkelijk doet. Een uitspraak van Robert Altman is zeer van toepassing en hoewel ik de uitspraak allang in gedachten had, maakte ik nu pas de connectie met David Lynch.
“I don’t think we’ve found a format for movies yet. I think we’re still imitating literature and theater. Film can be more abstract, impressionistic, less lineair. Music changes form all the time. I think if you just establish a mood with a film, it might have more impact than anything we’ve done, just a mood.”
Deze uitspraak is bijna de definitie van ‘INLAND EMPIRE’. Sight & Sound omschreef de film als drie uur lang puur sfeer, een film die je drie uur lang aan het scherm gekluisterd hield puur dankzij mise-en-scène en na het zien kan ik dat enkel beamen. Dit streven naar de bevrijding van de film van het theatrale stempel, naar een pure vorm van cinema is al jaren een hot item vooral binnen de avant-garde film. Het is natuurlijk maar zeer de vraag of er wel zoiets bestaat als ‘pure cinema’, maar dat is ook niet zo belangrijk. Belangrijker is dat we cinema bevrijden uit het stramien waarbinnen iedereen verwacht dat een film altijd een verhaal vertelt. Dit kán een film doen, maar het hoeft niet. Zoals altijd zijn er vele wegen naar Rome en dit is er gewoon een van. Een van de meest duidelijke inspiratiebronnen voor deze film of deze vorm van film maken is natuurlijk Maya Deren en dan vooral haar eerste twee films ‘Meshes in the Afternoon’ en ‘At Land’. Ook die films omzeilen de logica, verbrijzelen de temporele en spatiale verhoudingen en streven een intuïtieve cinema na. Het is dus niets nieuws wat Lynch doet, maar het is wel een van de eerste keren dat een groter publiek ermee geconfronteerd wordt en als Lynch een ding in zijn carrière goed gedaan heeft, dan is het wel het zeer vakkundig bewandelen van de dunne scheidslijn tussen avant-garde en commercie. We kunnen enkel hopen dat zijn experimenten deze vorm van cinema meer acceptatie brengt bij het grote publiek – ook al is dat vermoedelijk ijdele hoop.


Helemaal ironisch is natuurlijk dat Lynch op het idee kwam om op DV te gaan filmen tijdens een festival voor cinematografie in Polen, waarmee de reeds zelfbewuste houding van de film nog eens een extra zelfreflexief randje krijgt. In de film wordt er melding gemaakt van Hollywood de Droomfabriek en dat is natuurlijk exact waar Lynch mee speelt: enerzijds zijn zijn films een directe kritiek op de klassieke lineaire opbouw van Hollywood en de eenduidige dromen die zij voorschotelen (waarbij de dromen vooral schuilen in de perfecte wereld die geschapen wordt, een wereld waarin iedereen zichzelf graag ziet) en anderzijds zijn zijn films letterlijk droomfilms. In zijn kritiek op de Droomfabriek is Lynch zelf grappig genoeg de ultieme Droomfabriek. Hoe het ook zij, je kunt gewoon in ieder frame merken dat Lynch zich met DV bevrijd voelt van het strakke keurslijf van de klassieke cinematografie en hij heeft dan ook verklaard liever te willen sterven dan ooit nog op celluloid te gaan filmen. Welnu, als deze vrijheid hem dergelijke creativiteit verschaft dan kan ik als filmliefhebber enkel deze ontwikkeling toejuichen, want het zijn slechts de eerste stapjes op een nog relatief onontgonnen gebied en het zijn zeer spannende nieuwe ontwikkelingen.
Labels: David Lynch
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home