vrijdag, april 06, 2007

Angel Face ****1/2

Regie: Otto Preminger (1952)

Ik heb sowieso een bijzonder grote bewondering voor Klassiek Hollywood maar voor Otto Preminger heb ik nog een extra warme affectie, ondanks dat ik minder van zijn oeuvre gezien heb als ik zou willen. Niet alleen was hij een onvermoeibaar bevechter van de Hays Code, hij stond een stuk boven de rest dankzij zijn bijzondere visuele stijl en zijn thematische standvastigheid. Hoewel Preminger per film bekeek welke stijl hij geschikt vond voor de film, is hij in veel van zijn films een meester van de lange take en kennen veel van zijn films een ongewoon laag aantal montagemomenten, zeker voor een Hollywoodfilm in deze periode en creëert hij op die manier betekenis. Deze stijl reserveerde hij echter meestal voor zijn films met een iets hoger budget (hoe langer de take, hoe meer er kan misgaan natuurlijk tijdens het filmen) en aangezien deze film een van zijn gepatenteerde snel opgenomen films was, beweegt hij de camera zelf niet zoveel maar weet hij middels beweging van de acteurs binnen het frame toch een prachtige dynamiek te creëren. In de film noirs van Preminger geen Expressionistische toestanden met raar verwrongen hoeken of belichting, maar juist een hele zakelijke en heldere stijl. Aanvankelijk had ik daar wat moeite mee, maar hoe meer noirs ik van Preminger zie, hoe meer ik deze aanpak ga waarderen.


Daarnaast is zijn morele agenda een hoogst opmerkelijk facet van zijn films, want in de wereld van Preminger is er een bijzonder dunne scheidslijn tussen goed en kwaad. Nu is de film noir wereld natuurlijk vergeven van de moreel ambigue figuren, waarmee het genre uitermate geschikt is voor Preminger, die zelden tot nooit zijn karakters veroordeelt. Niet alleen laat hij dit aan de kijker over, maar vaak zal hij zelfs een beetje de kant kiezen van de moreel dubieuze partij, van de underdog, waarmee hij de traditionele zwart-wit verhoudingen tussen goed en kwaad vergrijst. Het kwintessentiële Preminger karakter in deze film is het karakter van Jean Simmnons, een hoogst bijzondere en memorabele femme fatale: ze is op zich door en door slecht, maar Preminger maakt haar toch enigszins sympathiek, een prestatie van formaat. Robert Mitchum is weer ijzersterk in een van zijn typische noir rollen: niemand kon een sigaret zo heerlijk nonchalant roken, niemand kon zichzelf zo laconiek voordoen; het lijkt altijd alsof ie acteert op de automatische piloot, maar dat maakt zijn personages altijd zo opmerkelijk en interessant. Het verhaal is in principe al vaker gezien in klassieke noir films als ‘Double Indemnity’ en ‘The Postman Always Rings Twice’ (een persoonlijke favoriet van me), maar de wijze waarop het door Preminger en zijn acteurs in deze vorm gegoten is, maakt het erg bijzonder. De muziek van maestro Dimitri Tiomkin is ook nog eens ijzersterk en hoogst ondersteunend. Ik heb tot in mijn tenen genoten van deze heerlijke film noir!

Labels: ,