woensdag, april 18, 2007

Fallen Angel ****1/2

Regie: Otto Preminger (1945)

Een werkelijk fantastische studie naar dubbelzinnigheid van de onnavolgbare Otto Preminger. Preminger wordt vaak synoniem gezet aan lange takes en hoewel hij dit vaak doet is dat zeker niet altijd het geval, want de statische aard van ‘Where the Sidewalk Ends’ ga ik ook steeds meer waarderen. Toch is dit een van zijn kenmerkende lange take films en de film kent dan ook opvallend weinig takes voor een Hollywoodfilm uit deze periode. Maar in tegenstelling tot de barokke en wollige lange take stijl van iemand als Max Ophüls, zijn de lange takes van Preminger juist altijd ontzettend economisch van aard: het is geen mooifilmerij maar een manier om betekenis te creëren en een zeer prettige compactheid en vloeiendheid aan zijn films te geven. Kijk hiervoor enkel naar de scène in het begin in Pop’s café, waarin zijn montagemomenten constant narratief gegrond zijn en hij een prachtig ruimtelijk gevoel aan de scène weet te geven. Zoals altijd weigert Preminger om zijn karakters te veroordelen (hij laat in deze film zelfs een van de personages uitroepen ‘who are we to judge?’, het ultieme Preminger statement) en legt wederom een welhaast sardonisch genoegen aan de dag om zijn sympathie bij de minst sympathieke karakters te leggen – als Preminger moet kiezen, kiest hij liever voor de underdog. Als film noir is ‘Fallen Angel’ misschien niet subliem, maar als Preminger film wel degelijk, een meesterwerkje zelfs.

Labels: ,