zondag, maart 18, 2007

My Little Chickadee ****1/2

Regie: Edward Cline (1940)

Na het leuke maar niet geheel overtuigende ‘She Done Him Wrong’ is dit voorlopig mijn kers op de taart die Mae West heet. Voor deze geweldige dijenkletser kreeg West hulp van niemand minder dan W. C. Fields, van wie ik enkel het hilarische ‘The Bank Dick’ gezien had maar wiens werk ik nu toch echt verder moet gaan uitdiepen. Het is onmogelijk om een film als deze voor te stellen als stomme film, want zowel Fields als West waren gezegend met twee van de meest distinctieve vormen van stemgeluid ooit: Fields met die heerlijk stomme, nasale zingende stem en West maar haar hese erotische stemgeluid en enkel het luisteren naar beide figuren is een constante vorm van plezier. Daarnaast is de grove en botte humor van Fields ook een perfecte metgezel van het cynische onaantastbare filmpersona van West en het feit dat beiden samen het scenario schreven is direct terug te horen in de werkelijk sublieme dialogen; dat het verhaaltje slechts als kapstok voor de oneliners dient kan dan ook nooit als kritiek worden uitgeoefend. ‘My Little Chickadee’ is een komisch meesterwerkje dat iedereen met gevoel voor humor tenminste een keer gezien moet hebben.

Labels: