woensdag, februari 15, 2006

Daughter of Dr. Jekyll ****

Regie: Edgar G. Ulmer (1957)

Edgar G. Ulmer is een van de meest legendarische B-filmers van de filmgeschiedenis, een man die bewust gedag zei tegen A Hollywood films om gebruik te kunnen maken van de creatieve vrijheden die de B-film bood. En boy, wat een film is dit geworden zeg! Dit is namelijk een voortreffelijke horrorfilm die nauwelijks beter gekund had. Het mooiste aan de hele film was de kadrering en de shotcompositie: de shots leken vaak bijna wiskundig berekend en de manieren waarop de acteurs in het beeld geconfigureerd waren, was verbluffend. Constant wist Ulmer zijn acteurs in het exacte midden van het shot te manoeuvreren, wat je normaal gesproken enkel in de films van een Peter Greenaway of Wes Anderson ziet en wat prachtige resultaten opleverde. Ook het gebruik van close-ups was heerlijk (net als de andere shots doorgaans volledig gecentreerd in beeld gebracht), zeker in combinatie met de montage. Dialogen werden in de handen van Ulmer kleine meesterwerkjes, want slechts zelden gebruikte Ulmer hier het klassieke shot/countershot, maar een intrigerende montage van medium-, longshots en close-ups. De film bevat enkele droomsequenties (sowieso altijd een heerlijk excuus voor filmische waanzin) en de Expressionistische beelden vloeiden rijkelijk over het scherm, resulterend in mooie, geloofwaardige dromen. Ook de soundtrack bleef niet achter: zeer effectief en sfeerverhogend, met zelfs hier en daar een beetje theremin! Ulmer gebruikte een maquette op een uitstekende manier om de illusie van een groot landhuis te wekken, iets waar natuurlijk geen geld voor was en een uitstekend middel om het beste van het beperkte budget te maken. Ik kan het niet helpen, maar ik ben helemaal verliefd geworden op deze film, want het is een van de meest creatieve films die ik in een maand of twee gezien heb. Ik zou iedereen dan ook op mijn blote knieƫn willen smeken om dit volstrekt onbekende juweeltje te gaan zien.

Labels: