woensdag, februari 08, 2006

Sauve Qui Peut ***1/2

Regie: Jean-Luc Godard (1979)

Jean-Luc Godard zei met zijn fameuze film ‘Le Week-end’ in 1967 gedag tegen de commerciële filmwereld, middels zijn beruchte eindtitel: ‘fin’…. 'fin de cinema’. Daarna ging hij zich bezig houden met zijn Dziga Vertov groepje en allerlei video-experimenten. In 1979 maakte hij een (kortstondige) comeback in de commerciële cinema met zijn film ‘Sauve Qui Peut’, in het Engels bekend onder de naam ‘Slow Motion’. Dat commerciële cinema in het geval van Godard geen Ron Howard betekent lijkt me vanzelfsprekend; in het geval van Godard betekende deze film een gedeeltelijke terugkeer naar narratieve cinema. Het begint allemaal meteen goed: we horen een sopraan zingen op de soundtrack, zonder dat we de daarbij behorende persoon zien. Goed, dit kan nog iemand zijn die zich buiten beeld bevindt, maar als het volgende shot dan geen huiskamer meer is maar een roltrap in een warenhuis en we nog steeds dezelfde sopraan horen zingen, herkennen we een typisch Godard grapje. Want grappig is deze film zeker wel, ook al is het altijd die rare Godard humor. Een jonge kerel die smeekt om in zijn anus genomen te worden, een griet die met haar kont richting een stel koeien staat en opmerkt hoe geweldig het wel niets is als ze er even flink aan likken, een onbegrijpelijk seksspelletje etc.
Het scenario van vaste Buňuel scenarist Jean-Claude Carrière is zeer scherp en wordt door Godard op perfecte wijze van beelden voorzien. Het geheel heeft hiermee regelmatig ook een gevoel wat Don Luis in herinnering roept, wat je doet beseffen wat een invloed Carrière had op Buñuel. Het is visueel redelijk rustig in deze film, ook al wordt de slow motion uit de Engelse titel met enige regelmaat naar voren in de film, wat hier en daar prachtige resultaten oplevert. Het is niet Godard’s beste werk en het zal hem ook geen nieuwe fans opleveren, maar een fascinerend stukje cinema is dit zonder meer. Een film die alleen Godard had kunnen maken.

Labels: