dinsdag, november 07, 2006

Hush…Hush, Sweet Charlotte ****

Regie: Robert Aldrich (1964)

Na het ontzettend fascinerende ‘Whatever Happended to Baby Jane?’ keerden regisseur Robert Aldrich en zijn ster Bette Davis weer terug naar hetzelfde Grand Dame Guignol terrein, ditmaal echter zonder Joan Croawford die op het laatste moment moest afhaken. Het resultaat is net zo’n eigenzinnige en bijzondere film als zijn directe voorganger, direct mogelijk gemaakt overigens door het succes van Hitchcock’s ‘Psycho’ wat het horrorgenre naar een nieuw artistiek niveau getild had. Davis speelt weer een oude gek, ditmaal een wier huis gesloopt moet worden, maar waar ze uit weigert te vertrekken. Ze roept de hulp in van enkele vrienden en bekenden maar die blijken allemaal een vuil spelletje te spelen en proberen Davis definitief volledig gek te maken. Parallellen met Clouzot’s ‘Diabolique’ zijn snel getrokken, terwijl het enge gebruik van een kinderliedje weer van invloed geweest is op een film als ‘A Nightmare on Elm Street’. Vaste Aldrich cameraman Joseph Biroc weet middels chiaroscuro belichting weer eenzelfde prachtig schaduwspel te creëren als in ‘Baby Jane’ en in combinatie met de weelderige decors scoort deze film weer alle punten in het visuele sfeergebied, waarbij ook de voor Aldrich kenmerkende hoge en extreme camerahoeken een heerlijk ontwrichte wereld scheppen, waarin Davis naar hartelust kan rondtieren. Acteerprestaties zijn over de gehele linie lekker dik aangezet, met Bette Davis weer in haar groteske maar net niet overgeacteerde modus, Joseph Cotten betrouwbaar als altijd, Olivia de Havilland opvallend ingetogen en Agnes Moorehead als beste schmierend van het geheel. Dat de film in rap veranderende tijden werd gemaakt, is duidelijk te zien als we helemaal aan het begin een expliciet afgehakte hand in beeld krijgen – het is geen toeval dat H.G. Lewis’s gorefest ‘Bloodfeast’ uit hetzelfde jaar komt. De film duurt met zijn 133 minuten behoorlijk lang, zeker voor een horrorfilm, maar op enkele dode momenten na wordt de lange speelduur en het trage tempo gerechtvaardigd omdat hiermee de geestelijke ondergang van Davis geloofwaardig wordt. De film is net niet zo goed als ‘Baby Jane’, maar het zou een perfecte double bill zijn en mensen met een interesse in onconventionele Hollywoodfilms mogen deze film niet missen.

Labels: