woensdag, juni 13, 2007

Death Proof *1/2

Regie: Quentin Tarantino (2007)

Jezus, dit is nu al de grootste teleurstelling van het jaar. Ik had er erg veel van verwacht, maar kreeg een volstrekt wanstaltig adolescent hetero-circus. Waar te beginnen met afkraken? Goed, ik zal het maar toegeven: ik stoorde me mateloos aan de testosteron-pompende houding van de gehele film, iets waar de gemiddelde hetero zich vermoedelijk niet aan stoort. Ik normaal ook niet, maar als het zo zielig is dat Tarantino overkomt als een 18-jarige hormonenbom die zich mag omringen met een paar lekkere wijven, het vermoedelijk ontzettend leuk heeft op de set met al dat lekkere vlees om zich heen en dan bijzonder stupide dialoog blijft schrijven omdat hij zichzelf zo ontzettend leuk vindt, dan begint het me danig de keel uit te hangen. Na het honderdste shot van een vrouwenbeen, tiet of kont had ik het wel gezien zeg maar. Ik heb helemaal niks tegen vrouwen, maar dit was niet eens een ode aan het vrouwenlichaam, het ontsteeg de gemiddelde tienerfantasie nergens. Want echte blote tieten is dan weer teveel gevraagd, het blijft bij fantaseren. En is het juist niet de bedoeling van grindhouse cinema om seks en naakt te tonen? Heeft Quentin dan nooit écht naar Russ Meyer gekeken? Ik ben dol namelijk op die Meyer films, want Meyer ging all the way en toont ons schaamteloos overdadig veel naakt om je aan te vergapen. In de wereld van ‘Death Proof’ lijkt het alsof we nog voor de onschuldige nudie cuties van Doris Wishman leven en het fenomeen van de door Meyer gepopulariseerde roughie nog komen moet. Newsflash, Quentin: dit alles speelde zich zo begin jaren ’60 af!

Nu we het toch over Russ Meyer hebben, die man kon echt filmen: zijn montage en cameravoering was werkelijk subliem. En nu ga ik wellicht veel mensen op de tenen staan, maar Tarantino kan op visueel gebied nog geen deuk in een pakje boter filmen. De man is zo gewend om al zijn shots uit andere films te jatten dat hij geen enkele stijl van zichzelf heeft. Ach, natuurlijk heeft hij hier en daar wat leuke shots en in deze film zelfs de obligate Jean-Luc Godard beeldgrapjes, maar leuke shots en Godard-imitaties maken nog niet een eigen coherente stijl. Misschien dat Quentin eens wat minder in de pen moet kruipen en wat meer tijd moet doorbrengen achter zijn camera. Of misschien moet hij eens opgroeien en het lef krijgen om niet meer te imiteren, maar zijn eigen stijl te ontwikkelen, want je kunt toch niet tot het einde der tijden andere filmmakers blijven imiteren? Of is Quentin content om als een tweede Brian De Palma door het leven te gaan?

Ik had het al even over de dialoog, dit is veruit het grootste mankement van de film. Tarantino wil namelijk niets liever dan zijn grote idool Jack Hill imiteren en overtreffen, maar faalt jammerlijk. Hill schreef namelijk de meest briljante dialoog voor vrouwen (‘what are you gonna do with me? What do you think – I’m gonna rape you! But you can’t rape me, I like sex’) en zijn films zitten vol met sterke vrouwen – het was zijn handelsmerk en Tarantino probeert hier toch overduidelijk in Hill’s voetsporen te treden. Maar de dialoog van Tarantino is inmiddels al lang niet meer grappig omdat het vreselijk platgetreden is. In zijn begintijd was het nog leuk en fris, maar hier komt Quentin over als een aapje dat keer op keer hetzelfde kunstje doet – op een gegeven moment is de rek er uit, lieverd. Maar zelfs nog los van het feit dat de dialoog niet meer grappig is (dit is behoorlijk subjectief, dat besef ik), is er werkelijk veel te veel dialoog in de film. Sterker nog, vrijwel de gehele film is dialoog! Als iemand mij vijf grindhouse titels kan noemen die zoveel dialoog bevatten dan hou ik me aanbevolen. Een grindhouse film praat niet, die doet. 'Geen woorden maar daden' zouden ze in Rotterdam zeggen. Maar omdat Quentin zichzelf zo grappig vindt, plempt hij de gehele film vol met oeverloos geleuter en verliest zo de ware essentie van de grindhouse cinema uit het oog.

De exploitationkenner Tim Lucas omschreef de grindhouse cinema zeer treffend: ‘it’s a movie that makes you want to run, not walk, to the nearest shower, but leaves you unable to decide whether the shower should be hot or cold’. Met andere woorden: films waar je het zowel warm als koud van kunt krijgen; warm door de spanning en seks en koud door de intense gruwelijkheden of naargeestige sfeer. Nou, kan iemand mij drie momenten in ‘Death Proof’ noemen die een dergelijke reactie veroorzaakten? Op het moment dat Russell zijn eerste slachtoffer in de bijrijderstoel maakt, heb je even een authentiek grindhouse gevoel. Maar het is zo’n beetje het enige moment in de hele film, want daarna zakt alles alweer als een plumpudding in elkaar en moeten we wederom noodgedwongen en tandenknarsend luisteren naar de oeverloze theekransjes van Quentin’s meiden. Zelfs Woody Allen zou zich nog schamen voor zoveel (ongeïnspireerde) dialoog in één film.


Was dit nou de liefdevolle ode van een genreverslaafde? Ik wil nog best geloven dat de oorspronkelijke kortere versie uit Grindhouse beter was, want alles korter dan dit gedrocht is beter. Een vriend van me verwoordde het nog ontzettend treffend: ‘Ik heb me best vermaakt. De film had alleen twee uur korter gekund’. Met daarbij de kanttekening dat ik me niet eens vermaakt heb, alleen vreselijk gestoord. Iemand meldde me dat de ‘Planet Terror’ me een stuk beter zou bevallen, laten we dat maar hopen dan. In de tussentijd zet ik ‘Switchblade Sisters’ nog maar eens op.

Labels: