dinsdag, december 05, 2006

Alexander Nevsky ****

Regie: Sergei Eisenstein (1938)

Ik heb die Criterion box al bijna drie jaar in de kast staan, dus het zou nu wel eens tijd worden. ‘Alexander Nevsky’ is alvast een zeer fascinerende film. Eisenstein is altijd een meester geweest in het bedenken van hoogst memorabele composities en iconische shots; iedereen kent natuurlijk de trappenscène in ‘Potemkin’ met de smekende moeder, maar ook bijvoorbeeld dat ronduit indrukwekkende shot van het paard dat aan een openstaande brug hangt in ‘October’ is zo’n shot dat je ziet en vervolgens nimmer meer van je netvlies afkrijgt. ‘Alexander Nevsky’ bevat ook weer enkele van dat soort shots: de bisschop die er uit ziet als Magere Hein, de Duitsers die kleine kinderen in het vuur gooien, de composities met de kruizen, het zijn beklemmende beelden die beklijven.

Uiteraard doet Eisenstein weer veel bijzondere dingen met zijn montage en is de wijze waarop hij op puur visuele wijze thematische en narratieve elementen verbeeldt, bij vlagen ronduit indrukwekkend. Het is ook duidelijk te merken dat Eisenstein een regisseur uit het stomme filmtijdperk is, want hij gebruikt dialoog op een totaal andere wijze dan gebruikelijk was of is (dit was zijn eerste geluidsfilm): omdat hij van mening was dat emoties en gebeurtenissen hoofdzakelijk door beelden verteld moeten worden en dat dialoog daarin slechts een bijrol speelt, voelt de film soms aan als een stomme film met dialoog, ook zeker in de wijze waarop Eisenstein de muziek van Prokofiev gebruikt. Het is natuurlijk maar goed dat dialoog een kleine rol speelt, want dit is uiteraard ronduit propaganda, gemaakt onder supervisie van Stalin. Het is ook geen film met driedimensionale karakters of karakterontwikkelingen: de vijanden zijn de meest eendimensionale die je kunt voorstellen en feitelijk alles is gestileerd in deze film, van de personages tot de decors en van de thema’s tot de aankleding. Toch vond ik de grote gestileerdheid van de film enigszins een nadeel, ondanks dat dit een geïntendeerd effect is, omdat het hiermee vaak gereduceerd wordt tot een eendimensionaal werk, iets waar Eisenstein niet aan kon ontsnappen danzij Stalin, maar waardoor het ook verwordt tot een film die vrijwel enkel aan het verstand appelleert en niet aan het hart.

En dan is er uiteraard nog die befaamde 30 minuten durende scène ‘The Battle on Ice’, die te boek staat als een van de meest gewaagde audio-visuele experimenten in de filmgeschiedenis. Net als in de rest van de film doet Eisenstein geen enkele poging tot realisme en dit is ook geen gevecht zoals je in huidige films als ‘Braveheart’ ziet, maar een vertoon van de kracht van montage en de relatie die beelden en geluid kunnen hebben. Het is hoogst gestileerd en vaak zelfs ronduit cartoonesk, maar desalniettemin een van de meest geïmiteerde vechtsequenties ooit en enkel dit is een reden om de film te gaan zien.

Dankzij alle beperkingen kan ‘Alexander Nevsky’ in mijn ogen nooit een compleet meesterwerk zijn, maar als je bekijkt wat Eisenstein weet te presteren binnen de gestelde grenzen, dan zou dit best wel eens het beste kunnen zijn wat er bereikt kon worden.