donderdag, januari 12, 2006

Berlin, die Symphonie der Großstadt ****

Regie: Walter Ruttmann (1927)

Mijn leven is niet meer hetzelfde geweest sinds ik Dziga Vertov’s meesterlijke ‘Chelovek S Kinoapparatom’ (AKA ‘Man With a Movie Camera’) gezien heb. Zelden heeft een film zo’n impact op me gemaakt (ik hallucineerde zelfs van een wit konijntje dat gewoon een witte plastic tas bleek te zijn) en daarom is het eigenlijk wat verwonderlijk dat ik nu pas de film gezien heb waardoor Vertov zich hevig liet inspireren voor zijn film (ook al liet Ruttmann zich op zijn beurt hevig inspireren door Vertov’s vroege werken). Het idee is eigenlijk afkomstig van de beroemde scenarist Carl Mayer (onder meer ‘Das Kabinett des Doktor Caligari’ en ‘Der Letzte Mann’) die zich een symfonie van beelden voorstelde, als een puur visuele ervaring. De briljante cameraman Karl Freund (DoP van talloze Weimar klassiekers waaronder ‘Metropolis’, ‘Der Letzte Mann’ en ‘Mikael’) verzamelde drie cameramensen en trok Berlijn in om daar het dagelijkse leven te filmen. Walther Ruttmann monteerde de uren materiaal die uiteindelijk geschoten waren tot een geheel van een uur, verdeeld in vijf aktes, gelijke een symfonie dus. Het gevolg? Een nieuw genre was geboren: de stadssymfonie, een genre waarin een dag in het dagelijkse leven van een grote stad wordt geportretteerd en waarvan ‘Man With a Movie Camera’ waarschijnlijk het bekendste voorbeeld is. Is ‘Berlin, die Symphonie der Großstadt’ net zo goed als ‘Movie Camera’? Nee, in mijn ogen niet. Maar dat zegt meer over ‘Movie Camera’ dan over deze film, want dit is zeker een parel van een film. Bevat het een verhaal? Natuurlijk niet! Rot op met je verhaal! Film is een visuele kunstvorm en dus is er helemaal geen verhaal nodig. Muziek heeft immers ook lang niet altijd een verhaal. En een visuele ervaring levert deze film zonder meer, al direct vanaf de abstracte opening, helemaal tot aan het mooie einde. De film is vele malen minder radicaal dan ‘Movie Camera’, maar bevat talloze zeer vernieuwende shots en technieken, welke Vertov duidelijk allemaal in zijn eigen film geïncorporeerd heeft later. Vooral de shots vanuit de achtbaan en die prachtige ‘vliegende’ shots, gefilmd vanuit -vermoedelijk- een draaimolen zijn om van te smullen. Voeg daar een mooie symfonische soundtrack aan toe en je hebt niet alleen een intrigerend portret van het Berlijn van 1927, maar ook nog eens een mooie visuele kunstervaring. Alleen al vanwege de historische importantie is deze film (zeker voor avant-garde liefhebbers) niet te missen. Dat de kwaliteit van de DVD wat tegenvalt is jammer (hoewel de beeldkwaliteit zeker acceptabel is), maar het bevat wel Ruttmann’s korte abstracte film uit 1922 ‘Opus I’.

Opus I (1922)

Ha, een film met bewegende blokjes! Het was weer lang geleden… En het was weer mooi, dit 10 minuten durende cinema pûr werkje.

Labels: