dinsdag, september 05, 2006

Louis Malle

Le Souffle au Coeur (1971) ****1/2

‘Murmur of the Heart’ was mijn eerste Louis Malle film en mijn god, wat een kennismaking! De film vertelt het verhaal van de 14-jarige Laurent (perfect gespeeld door Benoit Ferreux) die zijn ontwakende seksualiteit ontdekt. Het scenario en de dialogen van Malle stelen hier zonder meer de show, want Malle blijkt een uitgekiend oog te hebben voor de problemen en belevingswereld van opgroeiende tieners en hij creëert een wereld vol met interessante en innemende karakters. De film vermijdt alle platitudes en biedt een heerlijke frisse en herkenbare kijk op een wereld die voor volwassenen doorgaans maar moeilijk te begrijpen valt. Het mooiste is dat Malle zich nergens inhoudt en gewoon all the way gaat: hij sleurt zijn 14-jarige knulletje vrolijk een bordeel in, er is een swordfight tussen de broers, de pastoor krult zijn handen iets te gretig rondom de dijen van de knaap en het ventje doet dingen met zijn stiefmoeder die ik niet snel met een vrouw zal doen. Maar het knappe is dat dit nergens provocerend of geforceerd overkomt: Malle weet het zeer geloofwaardig en logisch te brengen zonder enige opsmuk en combineert zeer subtiele hints (zoals de onschuldige verliefdheid van het blonde knulletje op Laurent) met minder subtiele momenten, wat de film een prachtige balans geeft. De oogverblindende Lea Massari (wier bekendheid ik aanvankelijk niet precies kon thuisbrengen – later bleek dat ik ze uit ‘L’Avventura’ kende) verdient ook een speciale vermelding, evenals de heerlijke jazzsoundtrack van Charlie Parker en Dizzie Gillespie. ‘Le Souffle au Coeur’ is een heerlijk warme en fantastische film en voor een keer kan ik Criterion (die de film weer een prachtige behandeling gegeven hebben) gelijk geven: dit is inderdaad een van de beste coming-of-age films ooit gemaakt. Als de andere twee films uit de box ook maar een beetje zo goed als deze zijn, dan is het nu al een van de beste releases van het jaar.

Lacombe, Lucien (1974) ***1/2

Na de overweldigende ervaring van mijn eerste Louis Malle film (‘Murmur of the Heart’) viel ‘Lacombe Lucien’ enigszins tegen. Niet dat het een slechte film is, het is zelfs een meer dan goede film, maar het raakte mij gewoon niet zo als zijn voorganger. Ik denk wel dat meerdere kijkbeurten deze film enkel beter kunnen maken.


Au Revoirs les Enfants (1987) *****

Na het lichtelijk teleurstellende ‘Lacombe Lucien’ was deze film weer een schot in de roos, sterker nog de beste film uit de Criterion Malle box. Zoals alle films uit de box moet Malle het in deze film niet hebben van technische of visuele virtuositeit, maar ligt de kracht in zijn beangstigende vermogen om zich in te leven in de wereld van opgroeiende kinderen. Goed, het verhaal van twee knulletjes die tijdens de oorlog een vriendschap ontwikkelen was dan wel gebaseerd op zijn eigen jeugdherinneringen, Malle is als geen ander in staat om die gevoelens en beleving jaren later nog naar het scherm te transformeren. Het hoofdpersoontje heeft een even memorabele uitstraling als de jonge Jean-Pierre Leaud in Truffaut’s ‘Les 400 Coups’, waardoor een inleving zeer vergemakkelijkt wordt. Maar de algehele sfeer in deze film, het gebrek aan romantisering of overdadige dramatisering maken dit een van de beste coming-of-age films ooit gemaakt. En het verwoestende einde zal gegarandeerd iedereen met een beetje gevoel in zijn lijf naar de tissues doen grijpen. Die Louis Malle box van Criterion is met twee meesterwerkjes en een sterke film zonder meer een van de beste releases van het jaar. Niet te versmaden.


Ascenseur pour l'échafaud (1958) ****1/2

Er is al veel geschreven over deze heerlijke debuutfilm van Louis Malle en daarin worden alle sterke punten altijd al genoemd, dus ik doe dat niet nog een keer. Hoewel, de wijze waarop Jeanne Moreau onder de sfeervolle muziek van Miles Davis door de nachtelijke straten van Parijs schrijdt, moet ik even vermelden.

Ik begin Malle wel meer en meer te ontdekken als een regisseur naar mijn hart.


Atlantic City (1980) ****

En hoppa, weer een juweeltje van Louis Malle, ‘Atlantic City’, een film die zelfs de Gouden Leeuw in Venetië won wat op zich opmerkelijk is omdat het feitelijk een vrij mainstream komedie is maar wel een zeer sterke binnen het genre. Ik heb normaal gesproken helemaal niets met Burt Lancaster, maar hier vond ik hem zeer innemend en de altijd solide Susan Sarandon en Michel Piccoli behoren ook tot de uitstekende cast, welke allemaal zeer bijzondere karakters neerzetten. Daarnaast is de film typisch zo’n halve thriller die zichzelf nergens serieus neemt en allerlei genreconventies op de hak neemt en bevat het allerlei erg goede grappen. Een dikke aanrader als je op zoek bent naar een heerlijke komedie die net ietsje anders is dan gebruikelijk.

Labels: