vrijdag, mei 12, 2006

Blake Edwards Special

Breakfast at Tiffany's (1961) ****1/2

Wat een pareltje van Blake Edwards met een overheerlijke Audrey Hepburn, prachtige cinematografie van Franz Planer en natuurlijk die weergaloze muziek van Henry Mancini. Tijdloos en voelt aan als een frisgewassen trui. Zelfs George Peppard (Hannibal uit The A-Team) zet hier een compleet andere rol weg dan je van hem gewend bent.


Days of Wine and Roses (1962) *****

Met deze film had ik onmiddellijk een sterke binding, maar dat vond ik niet vreemd: een van mijn favoriete regisseurs (Blake Edwards), een van mijn favoriete componisten (Henry Mancini), een van mijn favoriete acteurs (Jack Lemmon) en een nieuwe instant favoriet (Lee Remick). Plus nog een onderwerp wat mij zeer nauw aan het hart gaat, alcoholisme. Lemmon en Remick spelen een echtpaar dat zwaar verslaafd raakt aan de drank met alle gevolgen van dien. Het scenario van JP Miller is zeer sterk en geloofwaardig, maar het is vooral de uitwerking die deze film naar ongekende hoogten doet stijgen, waarschijnlijk zeer geholpen door het feit dat zowel Jack Lemmon als Blake Edwards ten tijde van opnamen beiden de kegel behoorlijk wisten te raken. Edwards was echter niet alleen vanwege zijn persoonlijke ‘expertise’ bij de film gehaald, hij moest er ook zijn gevoel voor humor aan toevoegen en dat werkt wonderwel, want het is vooral het contrast tussen het luchtige en frivole begin en het loodzware einde dat deze film zo bijzonder maakt. De film bevat talloze zeer gedenkwaardige scènes die ik niet licht zal vergeten en waarbij ik menig traantje heb weggepinkt en ook het feit dat dit een van de meest realistische Hollywoodfilms uit de periode is (zonder geforceerd happy end), deed mijn bewondering enkel stijgen. Billy Wilder’s ‘The Lost Weekend’ zal vermoedelijk altijd de meest indrukwekkende Hollywoodfilm over alcoholisme blijven, maar ‘Days of Wine and Roses’ is een zeer, zeer goede tweede.

Experiment in Terror (1962) ****

Blake Edwards staat voornamelijk bekend om zijn komedies en dan met name zijn Pink Panther films, maar de man was van alle markten thuis, zo blijkt maar weer uit deze uitstekende thriller. Hij is visueel gezien zonder meer een van de meest interessante en experimentele regisseurs uit Hollywood, wat de openingssequentie al meteen weer duidelijk maakt: na de zeer sfeervolle film noir-achtige begingeneriek gaat het verhaal meteen van start met een prachtige scène waarin een vrouw (de altijd boeiende Lee Remick) bedreigd wordt door een moordenaar. Edwards brengt deze scène in drie lange takes in beeld, waardoor de impact ervan enorm groot is. Het geheel is een soort van Jacques Tati achtig tableau, wat niet verwonderlijk is gezien Edwards van alle Amerikaanse regisseurs de meeste affiniteit vertoont met Tati. De film is hier en daar wat traag, maar Edwards weet het constant visueel interessant te houden met opmerkelijke camerastandpunten, mooi schaduwspel en vrij veel lange takes en long shots. Ook het scenario is erg sterk en ademt bijna de klassieke film noir sfeer uit met de ‘ontwrichte publieke sfeer’, zoals Slavoj Zizek dat zo mooi noemde en een prettige opbouw. Uiteraard is er ook nog eens de muziek van vaste Edwards componist Henry Mancini, een auteur in zijn eigen recht. Hier verzorgt hij een prettige paranoïde jazzy soundtrack wat de algehele sfeer zeer versterkt.

Om redenen die voor mij onbegrijpelijk zijn wordt Blake Edwards tegenwoordig nauwelijks meer gekeken of besproken en dit is redelijk schandelijk want hij was een van de meest inventieve en interessante Hollywood regisseurs van de laatste 40 jaar. ‘Experiment in Terror’ mag dan wellicht net niet tot zijn allerbeste werk gerekend worden, het is een uitstekend visitekaartje voor Blake Edwards en een dikke aanrader.

The Pink Panther (1964) ****1/2

Tot mijn grote schaamte had ik nog nooit een van de Pink Panther films daadwerkelijk gezien en ik was dan ook enigszins verbaasd dat Peter Sellers feitelijk maar een kleine rol heeft in deze eerste Pink Panther film. Maar wat een heerlijke film! Het is echt zo’n film waar alles samenkomt: perfecte casting, heerlijke regie van Blake Edwards, ingenieus scenario en natuurlijk die perfecte muziek van Henry Mancini. De openingstitels zijn misschien wel de beste die ik in mijn leven gezien heb. Overigens kan ik de prachtig vormgegeven Pink Panther Film Collection van harte aanbevelen. De bonus disc bevat onder meer enkele PP cartoons; wat een heerlijk recalcitrant beestje is dat toch.

A Shot in the Dark (1964) ****1/2

Het tweede deel uit de serie rondom de klungelige inspecteur Clouseau en bijna net zo goed als ‘The Pink Panther’. Sellers is goed als altijd en ook het verhaal bevat weer dezelfde uitzinnig- en onzinnigheden die we van de serie gewend zijn. De muziek van Henry Mancini is wederom helemaal geweldig (ik kende het heerlijke maintheme al van de John Zorn cover), maar wordt helaas wat minder vaak gebruikt dan in de voorgaande film. Ook visueel houdt Edwards het allemaal redelijk rustig en tam, hoewel er weer enkele mooie visuele grollen in zitten. Al met al een uiterst puike film die echter net een tandje minder is dan ‘The Pink Panther’.

The Party (1968) ***

Aardige komedie van Blake Edwards/Peter Sellers die echter nergens echt weet te overtuigen. Sellers is geweldig als altijd, maar hij krijgt uiteindelijk gewoon te weinig te doen. De grappen zijn te dun gezaaid en nergens echt hilarisch; ze weten enkel een milde glimlach te produceren. Daarnaast speelt de film behoorlijk leentjebuur van films als ‘Mon Oncle’ en ‘Playtime’, zonder ergens het niveau van Tati te benaderen. Leuk om eens gezien te hebben, maar niet veel meer dan dat.


Return of the Pink Panther (1975) **1/2

Deze officiële terugkeer van de PP films zou een van de beste moeten zijn, maar ik kon er maar moeilijk om lachen eigenlijk. Geen idee waar het nu aan lag, ik schuif het maar op een PP verzadiging na praktisch alle films in anderhalve maand tijd gekeken te hebben; het is tenslotte iedere keer weer een variatie op hetzelfde en dat kan bij een dergelijke geconcentreerd kijkpatroon blijkbaar gaan vervelen. Op een later tijdstip wellicht nog eens een kansje geven.

The Pink Panther Strikes Again (1976) ***1/2

Het is een beetje algemene consensus dat het niveau van de Pink Panther films daalt met iedere film, dus ik had me een beetje ingesteld op een matige film, maar werd aangenaam verrast. Nee, zo goed als de eerste twee is deze niet, maar de film leverde onverwacht veel kijkplezier. Alle films zijn natuurlijk wat over de top, maar deze maakt het wel heel erg bont, precies in mijn straatje dus. Ik moet goed nadenken wil ik op een film komen die zichzelf zo onserieus neemt als deze, compleet met een soort groteske James Bond achtige schurk en een fenomenaal stupide einde. De grappen zijn niet allemaal van een hoog niveau, maar als je een beetje door de wat flauwe grollen heen kijkt, is er ontzettend veel moois te ontdekken hier, uiteraard niet in de laatste plaats dankzij Peter Sellers. Misschien geen meesterwerk, maar ontzettend vermakelijk slapstickerig is het zeker wel.


The Revenge of the Pink Panther (1978) **1/2

Het moest een keer gebeuren dat ik een mindere PP film voor ogen kreeg en nu is het zover. Toch vond ik deze film niet overdreven slecht, hij haalt het alleen nergens bij de andere PP films en is bovenal voor het grootste deel niet grappig. Het draait meestal uit op wat flauwe verkleedpartijtjes die niet interessant zijn. Bevat desalniettemin enkele sterke momenten die het niet een complete tijdverspilling maken.



Victor/Victoria (1982) *****

Er zijn zo eens van die films waar je direct een persoonlijke band mee hebt, omdat ze op de een of andere reden aansluiten bij jouw eigen visie op het leven. ‘Victor/Victoria’ is zo’n film, een film waarvan ik direct doorhad dat ik hem erg mooi ging vinden en daar ben ik totaal niet in teleurgesteld, want oh mijn hemel wat een film! Het verhaal is al direct een schot in de roos: het betreft namelijk een vrouw die pretendeert dat ze een man is, die pretendeert dat hij een vrouw is. Dit leidt uiteraard tot allerlei hilarische situaties, waarbij constant de draak wordt gestoken met gender rollen en de verschillen/overeenkomsten tussen mannelijk en vrouwelijk gedrag. Dit had zeer gemakkelijk kunnen uitlopen op flauwe homograppen, maar gelukkig is exact het tegenovergestelde het geval: de film is eigenlijk geschreven vanuit een gayperspectief ipv. vanuit een heteroperspectief wat doorgaans het geval is. Blake Edwards weet echter zeer vakkundig alle clichématige valkuilen te vermijden en laat een ontzettend frisse wind waaien door de problematische wereld van geslachtsomkeringen. Daarnaast zit de film van voor tot achter werkelijk boordevol gevatte dialoog, waarbij de ene briljante oneliner na de andere je om de oren vliegt.

Trail of the Pink Panther (1984) *

Tja… vooral enorm overbodig natuurlijk. Ik kan nog wel begrijpen dat Blake Edwards en co. een soort hommage aan Sellers wil brengen, maar deze compilatie van momenten is daar niet de juiste methode voor. Wel besef je hoeveel mooie momenten er in al die films toch zaten, maar het herbekijken van die films levert dan meer plezier op.

Labels: